Mijn oorlogje
Harry de Graaf
Met
wij
VAN
HARRY
ZACHARIAS.
Den BSueg. (Texel)
Koogerweg ïïl
75 jaar bevrijding - Nummer 135, mei 2020
Historische Vereniging Texel
6
Uit dit geboortekaartje blijkt dat ik vier jaar was toen de
Russenoorlog uitbrak. Ik weet dat jullie het nauwelijks
geloven, maar ik herinner me dat nog precies, dat
wil zeggen ik herinner me gebeurtenissen die op mij
als kind indruk maakten, tot in details die zelfs mijn
ouders zich later niet herinnerden. Dat is bijzonder. De
meeste leeftijdsgenoten die vergelijkbare dingen moeten
hebben meegemaakt herinneren zich praktisch niets.
Tegenwoordig is het met mij heel anders. Ik heb nu een
geheugen als een zeef en moet alles opschrijven. Mogelijk
is mijn harde schijf in een vroeg stadium overvol geraakt.
De samenhang van de herinnerde gebeurtenissen begreep
ik pas veel later. Wat ik hier vertel zijn echte persoonlijke
herinneringen, aangevuld met wat ik later hoorde en las
en wat dus overlevering is. Zo ontstond het complete
verhaal dat ik mijn oorlogje noem en dat zich afspeelde
van eind 1944 tot enkele maanden na de bevrijding van 20
mei 1945. De echte herinneringen in het verhaal bestaan
uit beelden, geluiden en ook geuren, daarover straks.
Die geboorte was een oorlogsgebeurtenis op zichzelf,
althans zo keek mijn moeder erop terug. Het was een uit
zonderlijk zware en langdurige bevalling. Ik werd uitein
delijk met de tang gehaald zoals dat heet en bleek ruim
negen pond te wegen. Mijn vader hield van overdrijven
en beweerde later dat ik zo verfomfaaid ter wereld kwam
dat het verschil met de nageboorte nauwelijks was te
zien. Maar ik was wel meer dood dan levend. Mijn vader
JAC. en Th. DE GRAj4
GRAAF.
Ik ben geboren in Den Burg aan Kogerweg 11, tegen
woordig Kogerstraat 75, ongeveer tussen Buitenlust en
de Boogerd. Wij noemden dat stuk het Kogerend. Mijn
ouders huurden het huis van Jan Buisman, onderwijzer
aan de Sint Jozefschool die er bij een veiling aan was
blijven hangen. Achter het huis was een schuur waarin
mijn vader zijn handel en reparatie in landbouwwerktui
gen uitoefende. Tussen huis en schuur was een tuin met
kippenhok. Een echte herinnering is dat mijn vader in die
tuin een schuilkelder maakte: een kuil in de grond afge
dekt met scheepsluiken die van het strand waren gehaald
met daar bovenop een halve meter grond. Plaats genoeg
voor vijf personen.
Herinneringen uit mijn kleutertijd
Een echte en pijnlijke herinnering is ook dat ik met mijn
vader op de tank van de DKW motor, dus voorop, naar
boeren in Spang, Waalenburg of Eierland ging om te
kijken of de door hem geleverde of opgeknapte zelfbin-
ders het in de praktijk goed deden. Vader liep met lange
passen achter de paard getrokken zelfbinder en lette er
besloot mij daarom direct zelf te dopen zodat ik in elk
geval in de hemel zou komen als het verkeerd afliep. De
Catechismus schreef immers voor: ‘In tijd van nood mag
en moet iedereen dopen'. Het liep goed af, maar voor alle
zekerheid heeft de pastoor me later in de kerk opnieuw
gedoopt onder het uitspreken van een aangepaste for
mule: Indien gij nog niet zijt gedoopt, dan doop ik u nu
in de naam van de vader en de zoon, etc.
Nog jaren nadien was die zware bevalling onderwerp
van gesprek op elke jarigheid. Mijn moeder vertelde dan
telkens hoe verschrikkelijk het allemaal was geweest en
keek dan verwijtend in mijn richting, zo van: als je nog ‘s
wat weet...
Een echte herinnering is ook dat mijn vader met een ap
paraat dat hij van een oude fiets had gemaakt olie perste
uit koolzaad. Veel andere Texelaars deden dat ook. Wat ik
later hoorde is dat met die olie levendige ruilhandel werd
bedreven en ook met de pulp die na het persen overbleef.
Het leken bruine drollen die als hoogwaardig diervoeder
hun weg vonden naar de veehouders waarmee mijn va
der relaties onderhield. Er was veel ruilhandel of betaling
in natura. Maar er werd ook wel betaald met een combi
natie van geld en goed.
Een paar jaar geleden kreeg ik van Axel Lap uit Den
Hoorn nog een aan zijn vader gestuurde rekening uit
1944 wegens levering van een wied- en aanaardploeg.
Naast een bedrag van 58 gulden moest Lap ook een pond
spek of boter afstaan. Er stond bij ‘Voor instandhouding
van het personeel der firma'. Dat was een geintje want
mijn vader had helemaal geen personeel. Hij zou nu zzp-
er worden genoemd.
HE GEBOORTE
O.NZKN ZOON
KENNIS VAN
23 Jan. i
DE NAMEN ONTVING
WBEKE BIJ HET H. DOOPSEL
HENKICUS WILHELMUS
GROOTK VREVGDK GEVEN'