Texelse Courant 7 juli 1945. 75 jaar bevrijding - Nummer 135, mei 2020 Historische Vereniging Texel meisje. Zittend in het gras een onbekend meisje, Jan Bot en Aat Hopman (later getrouwd met schapenfokker Piet Verberne uit Spang). Rechts van Aat de broertjes Cees en Piet Bot. Jaap en Kees Hopman ontbreken op deze foto, evenals de echtgenoot van mevrouw Bot. (coll. Stichting Oud Wervershoof) de Arbeitseinsatz te ontkomen; ze verwerkten die op lijsten en verzonden die volkomen legaal, buiten NSB- burgemeester Rijk de Vries en de gemeenteambtenaren om, naar een Duitse Polizeidienststelle in Haarlem. Op basis daarvan werden de Ausweise voor de reis naar Texel vervaardigd en per kerende post naar het Texelse arbeidsbureau verzonden. Westdorp en Stoepker stuur den ze vervolgens per PTT door naar Utrecht, waarna de aspirant-onderduikers met Ausweis naar Texel vertrok ken. Tot daar toe was het hele traject volkomen legaal. Papineau Salm schat dat langs deze weg Bram Westdorp en Karel Stoepker honderden mensen geholpen heb ben. De onderduikers hadden op Texel een behoorlijke vrijheid. Klein alarm betekende: niet op straat, groot alarm: meteen in de schuilplaats. Het personeel van de TESO speelde hierbij een belangrijke signalerende rol, zij waarschuwden als er verdachte Duitse eenheden op de boot zaten. De ordedienst (OD) was één van de twee militaire tak ken van het verzet. De Texelse voorloper daarvan werd in maart 1941 opgericht. Meester Kievits werd benaderd als leider daarvan. Na een korte tussenperiode met als tweekoppige leiding door Jaap Keijzer en secretarie- hoofd Wim Kelder werd vervolgens Kelder O.D.-hoofd. Keijzer was de tweede man van de OD op Texel.7 Met Den Helder en Anna Paulowna vormde de O.D. Texel district I van het Gewestelijk Commando van de Ordedienst, vanaf augustus 1943 onder luitenant-kolonel J.G.M. Wastenecker; diens vier voorgangers waren eer der gevangen genomen. Aan het eind van de oorlog ging de OD over in de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Jaap Keijzer had een andere beleving van de begintijd van de LO op Texel dan Beemsterboer. In een brief aan Wim Kalkman schreef hij in 1977: "Door de Ondergrond se als zodanig werd voor de onderduikers niets gedaan, dat lag ook niet op onze weg. Wat er voor de onderdui kers de eerste jaren werd gedaan, gebeurde grotendeels op eigen initiatief, op aanraden van ons. Toen later de massa te groot werd en de coördinatie wenselijk werd, hebben we de heer J. Westdorp (de vader van de huidige [in 1977 WE] wethouder J.J. Westdorp) gevraagd zich min of meer uit de verzetsbeweging terug te trekken (hij was daar trouwens ook altijd nogal rebellistisch inge steld) en tezamen met dokter Van Dommelen welke op eigen initiatief reeds min of meer een organisatie had opgebouwd, de organisatie voor onderduikers te willen uitbouwen en leiden en zich tevens aan te sluiten bij de Landelijke Organisatie. (Deze organisatie had n.l. niet zo onze sympathie daar o.i. teveel werd gewezen op het verkrijgen van Rijksbetrekkingen na de oorlog en wij persoonlijk een ontzettende hekel hadden aan het beoefenen van een goed doel met de bedoeling daar een baantje van over te houden.)"8 Daarnaast zonden verschillende arbeidsbureaus in Nederland aan het arbeidsbureau in Alkmaar naamlijs ten van jongens die wilden onderduiken en zogenaamd "voor den oogst naar Texel", bemiddeling zochten. Op een afschrift werden namen en geboortedata veranderd. Deze veranderde lijst werd door een medewerker van het arbeidsbureau meegenomen naar Haarlem, waar door de Sicherheitsdienst (SD) getypte Passierscheine voor Texel werden verstrekt. Op het arbeidsbureau in Alkmaar werden vervolgens de namen en geboortedata weer zorgvuldig veranderd. Kwam de betrokkene naar Texel, dan kwamen de gegevens op Passierscheine en De arbeidsbureaus Via dokter Van Dommelen dook vanaf juli 1943 een groot aantal jongens uit Utrecht op Texel onder. Dominee Papineau Salm vertelde in 1978 aan J.A.C. Bartels hoe dat ging: Wilde je naar Texel, dan liep het vergunnin gentraject via burgemeester Rijk de Vries. Maar dat kon omzeild worden. Boeren en aannemers hadden regel matig personeel nodig: boeren voor de oogst, dus voor de voedselvoorziening en aannemers in verband met de bouw van de Atlantikwall. Zij meldden hun aanvragen bij Karel Stoepker en Bram Westdorp van het arbeids bureau. Dat duo ontving uit Utrecht namen en andere gegevens van jongens die moesten onderduiken om aan INGEZONDEN. 33 Texel—Utrecht 1943-1945. Gaarne brengen wij langs deze weg een woord van dank, in het bijzonder aan de vele Texelaars, die ons in de afgelopen jaren ter wille zijn geweest. Had het wederzijds begrip tussen boer en knecht wel eens beter kunnen zijn, in gevaren en nood zijn we één geweest met de Texelse bevolking. Op twee na zijn we er allen goed afgekomen: één onzer is met tbc in Utrecht ovcileden, de ander is in de op stand der Russen omgekomen. Vooral de leiders der L.O. hebben wij veel te danken. Door hun medewerking en die van vele Texelaars konden wij op Texel blijven. Een woord van lof zeker voor Dokter Van Dommelen, die ook voor het werk, dat hij voor ons deed, moest boeten ih een concentratie kamp. Bij zijn terugkeer op Texel moge hij verzekerd zijn van het medeleven der Utrechtse jongens. Tenslotte nog een woord van dank aan den heer Westdorp, die door bijtijds in te grijpen, velen onzer uit de han den der overheersers wist te houden. Dat de band tijdens de oorlog tussen Utrecht en Texel ontstaan, nimmer verbroken zal worden. Uit aller,naam, V. d. H. (Van redactiewege bekort

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2020 | | pagina 33