ft W J 75 jaar bevrijding - Nummer 135, mei 2020 Historische Vereniging Texel 10 Mijn vader Jaap (links), zijn zwager Kees en ikzelf op het dak van het woon- en winkelhuis van Jan Nauta, bezig met het bergen van de inboedel na de artilleriebeschieting bij het begin van de Russenoorlog (foto Rina Nauta-Graaf). De beschadigingen bij Nauta in de Weverstraat Een van de deels verwoeste gebouwen in het centrum van Den Burg was het woon- en winkelpand van Jan Nauta aan de Weverstraat. Familie van ons want Nauta was getrouwd met Rina Graaf, zuster van mijn moeder. Nauta was niet thuis want hij hoorde tot de zogeheten staatsgevaarlijken die net als andere mannen en jongens naar Assen waren gedeporteerd, maar een aparte groep vormden die veel later naar Texel terug mocht. Het pand was geraakt door granaten die wel waren ontploft maar geen brand hadden veroorzaakt. Daardoor was nog veel van de winkelvoorraad en de inboedel intact. Mijn vader vond dat het zijn taak als zwager was om alles te bergen en veilig op te slaan en - daar komt weer een echte herinnering - ik was daarbij. Ik weet nog hoe hij een stapel dozen met legpuzzels oppakte om naar de handkar in de straat te brengen. Toen bleek dat de stapel door een granaatscherf was doorboord, waardoor de puzzelstukjes door het gat naar buiten stroomden. Maar alles wat nog wel heel was werd uiteindelijk in de schuur achter ons huis opgeslagen, veilig.Toch heeft Nauta zijn winkelvoorraad nooit terug gezien want later ging alles alsnog in de hens. Dat was op 18 mei, een rampdag die ons verdere leven totaal op zijn kop zette. Nauta zelf was niet thuis want hij zat nog in Assen als een van de mannen die door de Duitsers als 'staatsgevaarlijk' werden beschouwd en daarom langer werden vastgehouden dan de andere mannen en jongens die intussen alweer terug waren op het eiland. Nauta had het al kort na het begin van de oorlog met de bezetters aan de stok gekregen omdat hij meewerkte aan illegale blaadjes en door een NSB'er werd verraden. Hij werd berecht en zat enige weken opgesloten in het Oranjehotel in Scheveningen, de bekende gevangenis. Terug op Texel kreeg zijn straf een vervolg want de Inselkommandant bepaalde dat soldaten van de Wehrmacht niet meer in zijn winkel mochten komen. Nauta vond dat meer een eer dan een straf en als Duitsers toch de winkel inkwamen voor het toen schaarse fotomateriaal of andere spullen, schopte hij ze met veel misbaar weer de straat op, wetende dat ze in overtreding waren. Een van de gevolgen was dat 's nachts de etalageruiten werden ingegooid. Als Nauta niet staatsgevaarlijk was verklaard, zou hij met de andere Assen-gangers nog voor de Russenoorlog op Texel zijn teruggekeerd en zouden hij, zijn vrouw Rina en kinderen Jook en Weren, de beschieting hebben ondergaan in het fotoatelier midden in het pand waar zij bij luchtalarm altijd schuilden. Precies daar sloeg een van de granaten in. Maar op dat moment zaten vrouw en kinderen bij hun tante To Graaf-Diepenbroek in de Hoogerstraat waar zij tijdens de deportatie van vader onderdak hadden en waar alleen glasschade was. Jook Nauta: 'Bijzonder. Het NSB-verraad heeft indirect ons leven gered'. Bk dSgT -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2020 | | pagina 10