Jan Kok
"De grootste bevolking van ons land”.
Waren de Texelaars de langste Nederlanders?
Waarom zijn de keuringen zo interessant? In 1810
Nummer 134, maart 2020
Historische Vereniging Texel
10
Bolk baseerde zich op de keuringen voor de militaire
dienst van 1898-1907. Overigens merkte hij meteen
op dat enkele Nederlandse gemeenten Texel leken te
In 1909 publiceerde de Amsterdamse anatoom
Lodewijk Bolk (1866-1930) een artikel over de
lichaamslengte in Nederland. De toename in de lengte
van Nederlandse mannen, ook ten opzichte van het
buitenland, trok in die tijd de belangstelling van
medici zoals hij. In het artikel besprak Bolk regionale
verschillen die hij probeerde te verklaren uit de
vruchtbaarheid van de bodem en soms uit etnische
verschillen. Zo zou de geringe lengte van mensen in
delen van Overijssel wijzen op de ‘Saksische stam’.
Texel kreeg ook veel aandacht want:
Dit eiland toch kan er zich op beroemen door de gemiddeld
grootste bevolking van ons land bewoond te zijn De
gemiddelde lichaamslengte der mannelijke bevolking kan
men op 1.73 cm stellen, een lichaamsmaat die men in
Europa slechts aantreft in een deel van Ierland, langs de
westkust van Engeland, en op het eiland Gotland, en die
alleen overtroffen wordt door de bevolking van een deel van
Schotland.1
Loting Nationale Militie 1909 op Texel. Jongens van 19 jaar staan voor het oude gemeentehuis aan de Vismarkt. Op hun pet een
briefje met hun nummer voor de loting. Teunis Huisman, eerste links zittend, werd ingeloot, net als Pieter Bas. Pieter staat
vooraan, links voor het rechterraam. Teunis Huisman en Pieter Bas zijn respectievelijk opa en oudoom van Bas Huisman.
De namen staan in het inschrijvingsregister op blz. 14 en 15 van dit blad.
overtroeven, maar dat daar te weinig soldaten waren
gekeurd om statistische betrouwbare uitspraken
te kunnen doen. De keuringsuitslagen werden
trouwens al veel langer bestudeerd door onderzoekers
(de zogenaamde Hygiënisten), die er een goede
graadmeter in zagen voor de sociale omstandigheden
van de bevolking.2 Zo schreef L.J. Egeling in 1858 ook
al over de opmerkelijke postuur van Noord-Hollandse
eilandbewoners. Eigenlijk was die niet verwacht
gezien de inteelt (‘familiehuwelijken’) en hij zocht de
verklaring daarom in de eenvoudige leefwijze der
eilanders [en] hunne nog onbedorven zeden’.3
Hoe zit dat met de lengte van de Texelaars? Hoe
groot was die voorsprong eigenlijk en vanaf wanneer
bestond die? Was de Texelse koppositie misschien
gewoon een statistische vertekening veroorzaakt door
de afwezigheid van (korte) zeelieden bij de keuring?
Welke verklaringen kunnen we anders geven voor dit
opmerkelijke verschijnsel? In dit artikel probeer ik deze
vragen te beantwoorden, door me net als de genoemde
artsen te buigen over de militaire keuringen.