P.J. van Boxel, 1937. Foto Pieter de Vries, coll. SBB.
Nummer 133, december 2019
Historische Vereniging Texel
5
bezoeken."
Timmer had dus gelijk; het gaat, hoewel in oktober nog
gesproken werd van zeven, om zes schilderijen.
De schilderijen worden op 3 augustus 1979 weer ge
noemd. G.A. Oskam schrijft in de Texelse (nu zonder
sch) over Natuur, museum en gemeente in 1937 een artikel
met de belangrijkste gebeurlijkheden op het eiland van
dat jaar. Onder het kopje Schilderstukken: "Staatsbos
beheer geeft dienstweigeraar P.J. van Boxel bij wijze
van vervangende dienstplicht opdracht tot het maken
van zes schilderstukken van Texel. De schilderstukken
(van De Slufter, Loodsmansduin, de Westerduinen, de
meeuwenkolonie in De Westen en twee van De Muy)
zouden nog op het direktiekantoor in Utrecht hangen."
Maar op Texel zijn ze blijkbaar niet te zien.
28 april 1998 wijdt de Texelse Courant en uitgebreid
interview aan Van Boxel: Schilder in ruste; 'Mensen inte
resseren me meer dan 'n boom”. Aanleiding voor het inter
view is waarschijnlijk de terugkeer van de schilderijen
op het eiland; ze worden in Catharinahoeve tentoonge
steld. Daar komen ze na omzwervingen, leert ons een
kadertje, via het hoofdkantoor van Staatsbosbeheer, het
Staatsbosbeheer museum in Utrecht en de vestiging van
het Rijks Instituut voor Natuurbeheer in kasteel Leer
sum. Ze "krijgen een plaats in de kantoren van SBB,
de andere worden in bruikleen gegeven aan de firma
Tatenhove, RST en Catharinahoeve, die ook de restauratie
kosten van deze doeken voor rekening namen."(Cursivering
door SJS)
Van Boxel kijkt met enige relativering terug op de
schilderijen: "Het schilderen van die landschappen viel
wel mee. Maar het zijn stijve dingen. Ze hebben wel een
functie. Je ziet hoe het was, hoe bij De Slufter de zee het
land in loopt. Ik beschouw ze meer als gedocumentair-
de werkstukken dan schilderijen." Van Boxel verschilde
daarin van mening met Jan Wolkers: "Bijzonder goed
geschilderd. Er zit een enorme diepte in, dat is heel
moeilijk. Hij had zo kunnen meewerken aan Panorama
Mesdag." aldus Jan Wolkers in hetzelfde artikel. Wie
het latere werk van Van Boxel kent, zal de opvatting
Erik van der Spek van SBB wist me nog te vertellen, dat
het schilderij van de meeuwenkolonie nu hangt bij Wa-
geningen Marine Research in de oude zeevaartschool in
Den Helder.
Van Boxel zou volgens hem nog een landschap geschil
derd hebben, dat via Hans van der Klift verkocht zou
zijn. Van der Klift herinnerde zich daar helaas niets
meer van. Misschien ging het wel om een schilderij dat
niet tot de "SBB-serie" hoorde.
Fotograaf Pieter de Vries, wiens foto van het Bleekers-
vallei-schilderij het boek Duinen en Mensen siert, kon
mij ook niet verder helpen. Diezelfde foto is overigens
ook te vinden in een beschrijving van een "Rondje Blee-
kersvallei" in het blad Texel-Plaza van 9 mei 2014. In
dat artikeltje is te lezen, dat Staatsbosbeheer Van Boxel
ruimhartig steunde: "(de Bleekersvallei werd) geschil
derd vanaf de Meneers Keetennol. Er werd voor hem
een draagbare schaftkeet boven een in het duin gegra
ven gat geplaatst, van waaruit hij kon werken."
Van Boxel wordt in Veldnamen in de duinen van Texel
ook met de naamgeving van die nol in verband ge
bracht.
En verder
In 1938 verhuizen Piet en Guurtje naar Den Haag.
Van Boxel zit niet stil; de Texelsche Courant verwijst
op 3 september 1941 naar een artikel in De Telegraaf.
Daarin wordt Van Boxels werk, tentoongesteld in
Kunstzaal Van Deventer, door de bekende criticus
Cornelis Veth heel gunstig besproken. "Het kleine
aantal werken van deze jonge kunstenaar heeft mij
bijzonder getroffen. Hij is misschien niet modern en
zelfs nauwelijks impressionistisch. Wat mij voor hem
innam, is de ontdekking, dat wij hier weer eens te
maken hebben met een schilder van het grijze licht, het
licht, dat wij zoo goed kennen, dat onze kleuren maakt
van Van Boxel zeker onderschrijven. Van Boxels latere
werk is veel losser, veel schilderachtiger zou ik bijna
zeggen.
25-11-19 19:26
HVT 133 binnenwerk druk.indd 5