A"
Nummer 133, december 2019
Historische Vereniging Texel
31
25-11-19 19:26
In 1965 was het hoogtepunt voor Breskens voorbij. De
hogere kwaliteitseisen zorgden ervoor dat de Breskense
vismijn minder interessant voor de vissers werd.
Cor de Wolf:
“De haring moest voortaan in houten kisten met ijs
aangevoerd worden. Het kon soms uren duren voordat
je in de kaai aan de beurt was om je vangst te wegen.
Er waren weegschalen te weinig en er was geen ruimte
voor meer. Scheveningen en IJmuiden werden het cen
trum van de haringvangst. Daar begon het haringseizoen
eerder omdat er al eind augustus Engelse walharing
gevangen kon worden en vanaf eind oktober vervielen
we weer in hetzelfde stramien.”
Cor de Wolf zou blijven vissen tot 1997, daarna vond hij
het welletjes. Aan Breskens koestert hij goede herinne
ringen, vooral omdat hij er zijn latere vrouw ontmoette.
Op 28 oktober 1960 trouwde Cor met Rie van Velzen.
“We hebben niet lang verkering gehad. Dat kregen we
in de winter van 1959 en 1960, we verloofden ons op 6
juni 1960. Als ik buiten de haringtijd even heen en weer
naar Breskens wilde, dan kreeg ik daarvoor niet veel tijd.
Omdat we destijds ook op zaterdag visten, kon ik niet
eerder met de boot van 13.00 uur naar Den Helder om
daar in de trein te stappen. Met de boot van zevenen was
ik 's avonds om half acht in Breskens. De andere middag
moest ik al om 12.00 uur terugkeren om de laatste boot
naar Texel te kunnen halen. Ik kon dus nog geen twintig
uur blijven.”
HVT 133 binnenwerk druk.indd 31
"Bij het lossen werd de haring los op de vrachtauto ge
stort, met toevoeging van ijs en zout. Vlak na de oorlog
waren dat vijftonners uit het geallieerde leger, Bedfords,
Dodges en G.M.C.'s. Alles werd gewogen via de weeg
brug, waarbij oudere mensen toezicht hielden zodat er
niet gesjoemeld kon worden. Een deel van de haring was
bestemd voor binnenlandse inleggerijen, het overgrote
deel werd geëxporteerd naar Duitsland.”
"Mijnmeester Jacobs las schip en hoeveelheid af en
startte de verkoopt met: “Draait ervoor”. Bij hoge aan
voer kon op die manier in korte tijd een flinke hoeveel
heid haring voor een fors bedrag de klok passeren. Als
visserman hoopte je altijd dat de hele lading in één koop
ging en liefst gekocht werd door een handelaar die zijn
transport goed voor elkaar had. Een koper bij wie dat
meestal wel goed zat, was Bram Cambier. Het is voorge
komen dat deze vishandelaar bijna duizend ton haring
op een dag kocht en transporteerde, de vangst van dertig
volle kotters in die tijd.”
8t i
-*—r -1
éi H <1 A I" Cf I