nodig
Nummer 133, december 2019
28
Historische Vereniging Texel
25-11-19 19:26
De laatste winter, in 1960/1961 was ik nog geen 12 jaar,
besloot ik op Texel te blijven bij opa en oma Van der Vis
in de Peperstraat. In verband met de voorbereiding op
de middelbare school (de HBS) kreeg ik bijles. Omdat ik
op Texel bleef, was Willem solidair en kwam ook hij bij
opa en oma wonen. De kater was ook solidair en bleef bij
ons in Oosterend.
HVT 133 binnenwerk druk.indd 28
Niet allen het gezin ging mee naar Breskens, maar ook
vaak de huishoudelijke hulp. Ik denk aan Mientje van
der Meer (van Cees Vonk) en Jannie Vlaming (van Kees
Makelaar). Op zich best bijzonder.
Op school ging het met Frouke en mij eigenlijk best wel
goed. We pasten ons goed aan en werden geaccepteerd.
Met broer Willem was het een ander verhaal. Het gedon
der begon gelijk al op de kleuterschool. In Breskens was
een Ambonezenkamp opgericht en Willem kwam met
veel Ambonese jongens in de klas te zitten. Dit waren
veelal van die kleine jongetjes. Maar Willem had pech.
Hij was nog kleiner! Hij werd dus volop gepest. Zijn
grotere broer zat op de lagere school en die was op een
andere locatie. Geen hulp dus voor Willem.
Oplossing: SPIJBELEN
Dit werd weer verraden door de buurjongen “Willem
was niet op schoolle” kwam die vertellen, maar waar
Willem dan was, was een raadsel, paniek. Totdat moeder
in de garage kwam en daar een klein rood koppie boven
de verhuiskisten uit zag steken. Willem had de middag
doorgebracht in een kuubskist. Het pesten was daarmee
nog niet over, maar dat heeft Willem later zelf opgelost.
Ik kan nog heel veel meer vertellen, maar zal me beper
ken tot een paar dingen.
Toen we later met de trein reisden, moeder, Jan, Frouke,
Willem en Adrie in de reiswieg, reisde onze kater ook
mee, in dezelfde reiswieg.
kwamen, stond ik al watertandend op de haven. Aan mij
had hij een goeie klant, heerlijk.
In de winter van 1957 raakte mijn opa Jan Vonk ook mee.
Die woonde bij ons in huis. Mijn oma was in oktober
overleden. Hij overleed op tweede kerstdag in het zie
kenhuis in Breskens als gevolg van een verwaarloosde
longontsteking.
Mijn zus Frouke heeft ook nog in het ziekenhuis in
Oostburg gelegen. Ze was heel erg ziek, ze heeft het bij
de dood af gehaald. Twee operaties waren er nodig om
abcessen in haar longen te verwijderen.
ging het gezin met de trein van Den Helder naar Vlis-
singen.
Huurbaas Keijmel woonde aan de straatkant en wij had
den de woning bij wijze van spreken in zijn achtertuin.
Keijmel was vrachtrijder en zijn vrouw runde een slijte
rij, dat was handig want Keijmel lustte wel een borreltje.
Achter onze woning stond de garage voor de DAF
vrachtwagen van onze huurbaas en daar konden ook
de verhuiskisten in gestald worden. Leuk detail is dat
dwars van deze garage de familie Van Hanegem woon
de. Eén van de zoons kon aardig voetballen, ene Willem,
jawel ‘de Kromme'.
Andere woning, maar dus ook andere school. Ik raakte
gelijk naar de openbare lagere school en zus Frouke zal
eerst een jaar kleuterschol gedaan hebben. Willem mocht
nog een jaar bij moeder blijven. Volgens mij was ik in de
eerste klas de eerste import visserszoon op de openbare
lagere school.
Frouke en ik waren vlijtige leerlingen en konden ons snel
aanpassen. We kregen snel vrienden en vriendinnen. En
van mezelf weet ik dat ik binnen de kortste keren ook
Zeeuws dialect sprak, ‘Bressiaans' dus.
Ik raakte onder andere bevriend met Piet Lacoo, een
boerenzoon, en Adrie Oosterling. Deze jongens wis
ten hier en daar nog wel wat munitie te vinden uit de
Tweede Wereldoorlog.
Bij Piet op de boerderij lagen nog kisten vol patronen
begraven en Adrie Oosterling kende de weg goed in de
duinen waar het nog barstte van de bunkers; ook hier
volop patronen dus.
Ook in de haven bij laag water hadden we een plek
waar we naar kruit in staafvorm konden graven; “Puu-
peKruut”, dit kwam uit de granaten.
Het is altijd goed gegaan. Geen ongelukken dus maar
wel ongelooflijk spannend.
We waren in die jaren niet de enige Texelse vissersfamilie
die tijdelijk naar Breskens verhuisde. Volgens mij waren
er ook enkele Urker families. Ook mijn opa en oma Wil
lem (Weutje) van der Vis en Frouwtje van der Vis-Burger
gingen die eerste jaren mee. Evenals mijn ome Willem
van der Vis met zijn vrouw Marian van der Slikke van
het latere Vispaleis.
Boven ons woonde Jan van Dijk, ook in Oosterend mijn
buurjongen.
Net als in Oosterend gingen we in Breskens niet naar
dezelfde school. Jan van Dijk ging hier ook naar de
Christelijke school en ik naar de Openbare. Bijzonder
was wel dat de school in Breskens bestond uit één lang
gebouw met twee ingangen, twee schoolpleinen. In dit
geval, de Fijnen links en de Grove Bokken rechts.
De vader van Jan van Dijk voer op de TX32, de spanmaat
van de TX24 van de familie Van der Vis en Vonk. Han
nes van Dijk, was in mijn ogen de allerbeste visbakker
ter wereld, van haring dan wel te verstaan. Hij bakte de
haring buiten achterop de TX32 op een industriebrander.
Iedere keer als ze met een schip vol haring in de haven
Deze laatste winter was voor Willem en mij nog wel in
teressant, want we raakten in de kerstvakantie toch nog
naar Breskens. Het gezin was weer herenigd, moeder
had alle vijf kinderen weer thuis.
Het werd een extra lange vakantie, er werd besloten om
in de loop van januari weer terug te verhuizen naar Texel
omdat de haring ook eerder naar het noorden trok.