Nummer 133, december 2019 Historische Vereniging Texel 19 25-11-19 19:26 Johannes Dei et Apostolice Sedis gracia episcopus Usbitensis et in pon- tificalibus reverendissimi in Christo patris et domini domini David de Burgundia eadem gracia episcopi Traiectensis vicarius generalis notum facimus universis quod cum nos anno Domini millesimo quadringen- tesimo nonagesimo primo mensis iunii die nona dedicaremus partem ecclesie parrochialis in Castro vulgariter Ten Burch in Texalia situate coo- perante nobis gracia Spiritus Sancti pro parte quorundam dominorum ac honorabilium virorum in parrochia predicta moram trahencium fuit sup- plicatum ut de thesauro spirituali sancte matris ecclesie iuxta formam reverendorum patrum episcoporum dignaremur indulgencias impertiri super quadam figura Dominici sepulcri cum ymagine Christi in eadem ecclesia situata. Quorum supplicacionibus inclinati omnibus utriusque sexus fidelibus vere penitentibus et confessis qui dictam figuram causa devocionis accesserint in feriis sextis, dominicis et festivis diebus et dixerint quinque Pater noster et totidem Ave Maria necnon qui ad ad [sic] luminaria ornamenta et quelibet alia necessaria manus porrexerint adiutrices quocienscumque premissa vel aliquod premissorum fecerint de omnipotentis Dei misericordia ac beatorum Petri et Pauli apostolo- rum eius auctoritate confisi quadraginta dies indulgenciarum qui autem ceteris diebus videlicet feriatis dixerint ter Pater noster et totidem Ave Maria viginti dies de iniunctis eis penitenciis misericorditer in Domino 53Over de kerkmeesters en de kerkfabriek, zie Kuys 2004, 59-60, 73-75. 54Caspers en Van Tongeren 2017, 226-231. 55Over Jan van Riet, zie Weijling 1951, 250-257. ‘Wij, Jan, door de genade van God en de Apostolische Stoel bisschop van Usbite en wijbisschop van onze zeereerwaarde vader en heer in Christus, heer David van Bourgondië, door dezelfde genade bisschop van Utrecht, maken aan allen bekend dat ertoen wij in het jaar des Heren 1491, op de negende dag van de maand juni, met medewerking van de genade van de Heilige Geest een deel van de parochiekerk te Castrum (Den Burg in de volkstaal), op Texel gelegen, wijddennamens enkele heren en voorname mannen die in de voornoemde parochie verwijlen verzocht is of wij ons wilden verwaardigen om uit de geestelijke schat van onze heilige moeder de Kerk, naar het voorbeeld van onze eerwaarde vaders, de bisschoppen, aflaten te verlenen aan een zeker beeld van het graf des Heren met een voorstelling van Christus dat zich in dezelfde kerk bevindt. Gunstig gestemd ten opzichte van wiens smeekbeden wij barmhartig in de Heer veertig dagen aflaat van hun algehele boetedoe ning verlenen aan alle gelovigen van beide geslachten die zich, werkelijk berouwvol en na gebiecht te hebben, op vrijdagen en zon- en feestdagen uit vroomheid tot het genoemde beeld wenden en vijf onzevaders en evenveel weesgegroetjes zeggen, evenals aan die een helpende hand bieden met de kaarsen, de kostbaarheden en alle andere mogelijke be nodigdheden, zo vaak ook maar zij de genoemde dingen of iets daarvan doen, vertrouwend op Gods barmhartigheid en het gezag van de zalige Petrus en Paulus, zijn apostolen; maar aan die op andere, dat wil zeggen doordeweekse, dagen driemaal het onzevader en evenveel weesgegroet jes zeggen, verlenen wij twintig dagen. Tot getuigenis waarvan wij beve len dat deze brief wordt gewaarborgd door de bevestiging van ons zegel. Gegeven in het jaar, in de maand en op de plaats hierboven genoemd.' Bibliografie Van der Aa, A.J. (1840). Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden. Dl. 2. Gorinchem: Jacobus Noorduyn. Allan, F. (1856). Het eiland Texel en zijne bewoners. Amsterdam: Weijtingh Van der Haart. Van Alphen, M.W.L. (1878). Nieuw kerkelijk handboek. 's Gravenhage: C. Blommendaal. Van den Berg, Herma M. (1955). De Nederlandse monumenten van geschiede nis en kunst. Dl. 8.2. 's-Gravenhage: Staatsdrukkerij- en uitgeverijbedrijf. Brom, Gisbert (1909). Archivalia in Italië belangrijk voor de geschiedenis van Nederland. Dl. 1.2. Rijks geschiedkundige publicatiën, Kleine serie, 6. 's-Gravenhage: Martinus Nijhoff. Brosius, Dieter, en Ulrich Scheschkewitz (1993). Repertorium Germanicum. Dl. 8.1. Tübingen: Max Niemeyer. Brück, Anton Ph. (1966). 'Probleme der Patrozinienforschung.' Zeitschrift für Volkskunde 62: 3-19. Caspers, Charles, en Louis van Tongeren (2017). 'Body and Feast: The Liturgi cal Calendar of the Old Diocese of Utrecht.' Sanctifying Texts, Transforming Ri tuals: Encounters in Liturgical Studies. Red. Paul van Geest, Marcel Poorthuis en Els Rose. Leiden/Boston: Brill. 206-237. Commissie voor de archieven der Nederlandse Hervormde Kerk (red.) (1990). Kerkelijke archieven. Dl. 18. Leidschendam: Archiefdienst Nederlandse Hervormde Kerk. Dros, Simon (2002). Sint Jan. Historische Vereniging Texel. Graaf, J.J. (1888). Gids in het Bisschoppelijk Museum voor kerkelijke oudheid, kunst en geschiedenis, vooral van Nederland en meer bijzonder van het Haar- lemsche bisdom, te Haarlem. 3de dr. Haarlem: Sint-Jacobs-Godshuis. relaxamus. In cuius rei testimonium presentes litteras sigilli nostri ap- pensione iussimus muniri. Datum anno mense die et loco prescriptis. De 'Utrechtse diocesane ritus' ten slotte duidt op de eredienst zoals die gevierd werd in het bisdom Utrecht. In de vijftiende eeuw hadden veel bisdommen nog hun eigen, lokale variant van de liturgie (vaak ook usus, 'gebruik', genoemd), met een eigen heiligenkalender en eigen liturgische boeken. Aan deze veelvormigheid kwam goeddeels een einde na het concilie van Trente (1545-1563), toen paus Pius V in respectievelijk 1568 en 1570 het Romeins Brevier en het Romeins Missaal promulgeerde. Weliswaar stelde hij het gebruik daarvan slechts verplicht op plaatsen met een eigen liturgische traditie van minder dan tweehonderd jaar oud, en dus niet voor het bisdom Utrecht, maar daar zorgde de orga nisatorische chaos ten gevolge van de Reformatie alsnog voor een breuk met de middeleeuwse liturgische traditie. In de zeventiende eeuw gebruikte men in de Hollandse Zending, waar ook Texel op dat moment toe behoorde, de Romeinse boeken, aangevuld met teksten voor lokale feesten.54 De derde aflaatakte De derde aflaatakte is op 9 juni 1491 uitgevaardigd door Godfrieds opvolger als wijbisschop, de karmeliet Jan van Riet.55 Deze keer was de gelegenheid niet de wijding van een altaar, maar die van een niet nader gedefini eerd gedeelte van de kerk. De aflaten waren deze keer verbonden aan een figura van het graf des Heren met een imago van Christus, waarschijnlijk in het pasgewijde stuk van de kerk gesitueerd. Dat het hier om een beeld van de gestorven Christus gaat, en niet om een schilderij, ligt voor de hand, maar kan ik niet bewijzen. HVT 133 binnenwerk druk.indd 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2019 | | pagina 21