5. Vergelijk Kolossenzen 1, 24.
Nummer 133, december 2019
16
Historische Vereniging Texel
25-11-19 19:26
libros ornamenta luminaria vel quevis alia eidem altari pie dona-
verint legaverint donari aut legari procuraverint quocienscum-
que quandocumque et ubicumque eorum predictorum aliquod
fecerint seu adimpleverint de omnipotentis Dei misericordia ac
beatorum Petri et Pauli apostolorum auctoritate meritis et in-
tercessione confisi quadraginta dies indulgenciarum de iniunctis
eis penitenciis misericorditer in Domino relaxamus. Nostrarum
testimonio litterarum datum nostro sub sigillo anno Domini mil-
lesimo quadringentesimo quinquagesimo octavo mensis iunii die
vicesimo secunda.
Iudocus Dei et Apostolice Sedis gracia episcopus Ieropolitanus
sacre theologie professor reverendi in Christo patris domini ac
domini Davidis de Burgundia eadem gracia episcopi Traiectensis
in pontificalibus vicarius generalis universis christifidelibus tam
presentibus quam futuris cupimus fore notum ad quos presen-
tes nostre littere pervenerint quod nos altare unum in ecclesia
parrochiali Ter Borch situm ad honorem omnipotentis Dei ac
beatissime virginis Marie necnon sanctorum Sixti pape decem
milium martyrum Nycolai Anthonii confessorum Katherine et
Agnetis virginum cooperante nobis gracia Spiritus septiformis
ac premissis solempnitatibus debitis et consuetis in Dei nomine
duximus consecrandum et consecravimus festumque dedica-
cionis eiusdem altaris singulis annis dominica proxima post
festum Margarete virginis instituimus et duximus solempniter
celebrandum. Nos enim cupientes corda fidelium ad caritatis
opera invitare omnibus utriusque sexus hominibus vere confessis
et penitentibus qui super dicto altari divina missarum officia
dixerint aut audierint vel qui in festis dedicacionis aut patrono-
rum vesperis primis et secundis ac missis devote interfuerint aut
qui flexis genibus coram dicto altari ferialibus diebus ter Pater
noster et Ave Maria legerint viginti dies vel qui diebus celebribus
quinque Pater noster et Ave Maria dixerint insuper qui coram
ymagine sancti Sixti in dicto altari collocata et benedicta flexis
genibus diebus ferialibus quinquies Pater noster et Ave Maria
legerint [viginti] dies vel qui omnibus diebus celebribus decem
Pater noster et Ave Maria dixerint seu qui in eorum testamentis
aut extra aliquod caritativum subsidium aurum argentum calices
38Over wijbisschoppen, zie Kuys 2004, 106, 108-112, 121-126.
39Over het Sixtusaltaar, zie verder Commissie 1990, 61 nr. 102-103,
64 nr. 208 en Schraag 2013, 16, 19.
40Over de datum van het feest van Margaretha in het vijftiende-
eeuwse bisdom Utrecht, zie Caspers en Van Tongeren 2017, 219.
De elders meest voorkomende datum is 20 juli (Kruitwagen 1942,
174).
41Kuys 2004, 125.
42Paulus VI 1967, 217 N. 1.
43Vergelijk voor het onderscheid tussen vergeving van schuld en
kwijtschelding van straf 2 Samuël 12, 13-14.
44Kuys 2004, 202-203. Vergelijk Paulus VI 1967, 213-214 nr. 6-7.
Overigens zijn temporele bepalingen bij aflaten door Indulgenti-
arum doctrina afgeschaft; tegenwoordig spreekt men slechts van
‘gedeeltelijke aflaat' zonder meer (Paulus VI 1967, 217-218 N. 4).
45Matteüs 16, 19; 18, 18.
46Paulus VI 1967, 211-213 nr.
op Gods barmhartigheid en het gezag, de verdiensten
en de voorspraak van de apostelen Petrus en Paulus bij
het uitvoeren van de meer specifieke werken. Die laatste
hebben allemaal te maken met het Sixtusaltaar en het
document spreekt wat dat betreft grotendeels voor zich.
Ik zal de tekst ervan daarom nu laten volgen, met daarna
een Nederlandse vertaling. Enkele passages zijn van
wege een vouw in het document helaas slecht of in het
geheel niet meer leesbaar. Woorden waar ik onzeker over
ben, staan tussen vierkante haken.
HVT 133 binnenwerk druk.indd 16
Op de achterzijde van het document bevindt zich nog
een puntsgewijze samenvatting van de inhoud.
‘Wij, Joost, door de genade van God en de Apostolische Stoel
bisschop van Hiërapolis, professor in de heilige theologie, wijbis
schop van onze eerwaarde vader en heer in Christus, heer David
van Bourgondië, door dezelfde genade bisschop van Utrecht,
wensen dat het alle tegenwoordige en toekomstige christengelo
vigen die onze onderhavige brief moge bereiken bekend zal zijn
dat wij met medewerking van de genade van de zevenvoudige
Geest en met de bekende, vereiste en gebruikelijke plechtighe
den in de naam van God hebben bepaald dat één altaar dat zich
bevindt in de parochiekerk van Den Burg gewijd moet worden,
en dat wij het hebben gewijd, ter ere van de almachtige God en
de zalige maagd Maria, evenals van de heilige paus Sixtus, de
heilige tienduizend martelaren, de heilige belijders Nicolaas en
Antonius en de heilige maagden Catharina en Agnes, en dat wij
hebben ingesteld en bepaald dat het feest van de wijding van
hetzelfde altaar jaarlijks plechtig gevierd moet worden op de
dichtstbijzijnde zondag na het feest van de maagd Magaretha.
Omdat wij ernaar verlangen de harten van de gelovigen uit te
nodigen tot daden van naastenliefde, verlenen wij barmhartig
in de Heer twintig dagen aflaat van hun algehele boetedoening
aan alle mensen van beide geslachten die, werkelijk berouwvol
en na gebiecht te hebben, aan het genoemde altaar de goddelijke
eredienst van de mis zeggen of horen, of die op de feesten van de
wijding of van de patronen vroom deelnemen aan de eerste en de
tweede vespers en de mis, of die met gebogen knieën voor het ge
noemde altaar op doordeweekse dagen driemaal het onzevader
en het weesgegroet lezen; of [twintig] dagen aan die op feestda
gen vijf onzevaders en weesgegroetjes zeggen alsook die voor de
afbeelding van de heilige Sixtus, welke op het genoemde altaar
geplaatst en gezegend is, met gebogen knieën op doorde
weekse dagen vijfmaal het onzevader en het weesgegroet lezen;
of veertig dagen aan die op alle feestdagen tien onzevaders en
tien weesgegroetjes zeggen of die in hun testament of daarbuiten
enige liefdesgift, goud, zilver, kelken, boeken, kostbaarheden,
kaarsen of wat dan ook vroom aan hetzelfde altaar geven, nalaten
of doen geven of nalaten, zo vaak, wanneer en waar ook maar
zij van de genoemde dingen iets doen of voltooien, vertrouwend
op de barmhartigheid van de almachtige God en het gezag, de
verdiensten en de voorspraak van de zalige apostelen Petrus en
Paulus. Met het getuigenis van onze brief gegeven onder ons
zegel in het jaar des Heren 1458, op de tweeëntwintigste dag van
de maand juni.'