is geen spoor van slijtage zichtbaar, waardoor het minder
waarschijnlijk is dat de poten post mortem zijn losgeraakt.
Het meest waarschijnlijke is dat het schild van de schildpad
is meegenomen om als curiositeit of versiering te dienen, op
het perceel is achtergebleven en later weggegooid.
bijeen, maar waren in de loop van de eeuwen losgeraakt.
Door zorgvuldig puzzelwerk zijn deze passend gemaakt
en vastgelijmd.6 Schildpadden hebben een exo-skelet, dat
wil zeggen dat de beenderen de organen bedekken. Het
grootste gedeelte is het bolle rugschild (het carapace) en het
vlakke buikschild (het plastron), wat wordt gevormd door
gefuseerde ribben en rugwervels. Hier overheen liggen de
hoornschilden, de verhoornde huid. De naadverbindingen
(de suturen) van het carapace/plastron en de overliggende
hoornschilden verschillen, wat bijdraagt aan de kracht van
het schild.7
De resten van de schildpad uit Oudeschild betreffen een
groot deel van het rug- en buikschild, een deel van de rug-
wervels, bovenarmen, schouderbladen en de heupen. Het
schild is tenminste 17 cm lang geweest en 13,2 cm breed.
Bijzonder is dat ook de hoornschilden vrijwel compleet zijn
bewaard. Wel zijn deze nu nog papierdun, terwijl ze oor
spronkelijk een aantal millimeter dik zijn geweest.8 De kop,
nek, achterpoten en onderarmen ontbreken volledig. Opval
lend zijn twee gaten aan de achterkant van het rugschild.
In eerste instantie lijkt het hier te gaan om doorboringen,
waarmee het schild aan de muur kon worden gehangen.
Nadere bestudering maakt echter duidelijk dat het zeer
waarschijnlijk een post mortem beschadiging betreft, op het
natuurlijke dunste stukje van het benen schild.
De meest waarschijnlijke determinatie van de soort is de
Europese moerasschildpad (Emys orbicularis). Deze komt
voor in Centraal en Zuid Europa, noordwestelijk Afrika en
in nattere delen van het Midden Oosten en Centraal Azië.
Vroeger was de soort wijder verspreid. De grootte varieert
sterk van 12 tot 38 cm, aangezien deze direct door de leef
omgeving wordt beïnvloed.9
De Europese moerasschildpad wordt niet tot inheemse
soort gerekend in Nederland. Verschillende warmere peri
oden in de prehistorie maken het mogelijk dat de Europese
moerasschildpad in het verre verleden wel in Nederland
voorkwam.10 De aanwezigheid van de hoornschilden
maakt direct duidelijk dat het hier geen fossiel exemplaar
betreft. Aangezien het dier op een eiland is aangetroffen, is
het zeer onwaarschijnlijk dat dit een zwervend exemplaar
betreft. Het dier is vrijwel zeker door mensen meegenomen,
mogelijk uit het Mediterrane gebied. Het is onduidelijk of
het dier is vrijgelaten en in de uitloper van de Skilsloot is
gestorven, of dat het dier levend is gehouden en na overlij
den in de sloot is gedumpt. Een laatste optie is dat het dier
dood is geïmporteerd. Dit is de meest waarschijnlijke optie,
aangezien alle uitstekende delen van het skelet zoals de kop
en poten ontbreken. Bij nog aanwezige delen van de poten
De vroege fase van de materiele cultuur van dit terrein kan
de indruk geven dat het hier om een zeemans- of plat-
telandskroeg gaat. Van historisch onderzochte kroegen
is bekend dat aankleding in de vorm van schilderijen,
wandkaarten en kanaries gebruikelijk was.11 In dit beeld pas
ook een schildpad. Ook in Vlaardingen is in een postmid-
deleeuwse context een fragment van een schildpad gevon-
den.12 Dat schildpadden en kokosnoten per schip werden
aangevoerd, toont de lading van VOC schip de Witte
Leeuw, gezonken in 1613. Resten van schildpadden blijven
een zeldzaamheid. In het tegenwoordig prestigieuze gebied
van Duke Street-Oxford Street in Londen werd in 2010 een
stadsdump opgegraven uit de periode 1765-1774. Deze
aanplempingslaag bevatte veel porselein, tabakspijpen en
luxe goederen. Hierin bevond zich ook het plastron van een
soepschildpad (Chelonia midas). Deze smakelijke schildpad
werd levend aangevoerd uit tropische wateren. Het dier
verscheen dan gekookt of gebakken op de tafels van de
welgestelden. Daarnaast wordt vermeld dat kort na 1767 in
de kroegen rond Bishops Gate in Londen in speciale tanks
in de kelder schildpadden levend werden gehouden en pas
kort voor consumptie werden geslacht.13
Samengevat wordt aangenomen dat, alhoewel de strati
grafie niet geheel helder is, de vondst van een schildpad in
Oudeschild moet worden gezien als modieuze aankleding
van een woning of kroeg op de plaats waar de wereld de
Nederlanden binnenvoer.
8Rijkelijkhuizen 2010, 98.
Literatuur
Nummer 132, september 2019
Historische Vereniging Texel
7
Het bolle rugschild van de schildpad van Oudeschild. Rechts zijn de twee
gaatjes zichtbaar.
1Met dank aan Thijs Klaasen Miriam Klaasen, Den Burg
interview met Gerd Jan Roos door Michiel Bartels, augustus 2017.
3Van den Berg Vaars, 2005, 9-11.
4In het rapport zijn de lagen beschreven als sporen en de vondsten als
vondstnummer zonder deze te koppelen. Het profiel is niet haaks maar
evenwijdig aan de sloot gelegd. Alle vondsten gezamenlijk dateren in de
periode 1700-1850.
5Mondelinge mededeling Gerd Jan Roos 2018.
6Bij de eerste restauratiepoging was veel schilderstape gebruikt dat jaren
op het skelet was vastgeplakt. Door het Provinciaal Depot voor Bodem
vondsten is dit zorgvuldig verwijderd en daarna vakkundig geplakt.
7Rijkelijkhuizen 2010, 97.
’https://animaldiversity.org/accounts/Emys_orbicularis/.
10Van Wijngaarden-Bakker 1999, 120.
11Hell 2017, 347
12Mondelinge mededeling Jeroen ter Brugge 2018,
oud gemeentelijke-archeoloog Vlaardingen.
13Pipe 2013, 307.
Berg, G. T. C. van der J. P. L. Vaars 2005. Archeologische waarneming
De Ruyterstraat 130, Oudeschild Texel, in: Hollandia Reeks 70. Zaandijk.
Hell, M., 2017. De Amsterdamse herberg 1450-1800. Amsterdam.
Rijkelijkhuizen, M., 2010. Tortoiseshell in the 17th and 18th Century
Dutch Republic, in: A. Legrand-Pineau I. Sidéra (eds.), Ancient and
Modern Bone Artefacts from America to Russia. Cultural, technological and
functional signature, bAr International Series 2136, Oxford.
Pipe, A, 2013. Faunal remains, in: J. Pearce R. Taylor, The stock-in
trade of a Parish Scaveger: an 18th-century community reflected in
refuse from excavations at 9 and 11 Duje Street London, Post-Medieval
Archaeology 47/2), 281-322.
Wijngaarden-Bakker, L. van, 1999. Vondsten van de Europese Moeras
schildpad, Emys orbicularis (L.), in Nederland, Lacerta 57 (nummer 4),
Amsterdam, 120-125.
Animal Diversity Web: https://animaldiversity.org/accounts/Emys_or-
bicularis/