Een oude schildpad in Oudeschild. Exotica uit een 18de-eeuwse huissloot
Michiel Bartels Josje van Leeuwen
Buitendijks lag een strandhaven waar vissersschepen
droog konden vallen. Tot de 20ste eeuw groeide het dorp tot
een dorpslint langs de zeedijk en kende slechts een aantal
stegen en straatjes en vanzelfsprekend de zeemanskerk
uit 1648. De nering bestond net zoals in andere dorpen op
Texel uit agrarische bedrijfsvoering, enige visserij en de
bedrijvigheid als gevolg van de Rede van Texel (ligterschip-
perij, kleine handel en zeemansvertier). Zie daarvoor het
voorgaande artikel over het Jeneverbuurtje.
Het gehele dorp kende tussen de voet van de dijk en het
verharde pad voor de huizen een teensloot. Het oostelijk
De bijzondere vondst bestaat uit het onder- en boven
pantser van een schildpad. De stukjes pantser lagen wel
Tijdens het graven van de vijver voor de goudvissen is
een zeer grote hoeveelheid vondstmateriaal geborgen. Dit
gebeurde zoals gebruikelijk op Texel in deze jaren met veel
enthousiasme, een gedegen vondstdocumentatie ontbrak
echter. Van de vondsten ligt veel in vitrines in de galerie;
delen zijn weggegeven of verloren gegaan. Conform de me
dedelingen van de vinder zijn meer dan honderd kokosno
ten aangetroffen.2 Daarnaast vond men veel drinkgerei en
flessen, maar ook tabakspijpen, borden en pannen. Hieruit
bleek dat dit niet een doorsnee boeren huishouden uit de
periode 1700-1750 was.
Gezien de hoeveelheid vondsten en de locatie, achtte
de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed het nodig een
professioneel onderzoek te laten instellen. Dit werd in een
dag in oktober 2004 uitgevoerd.3 Hierbij is de vindplaats
gedocumenteerd en een beperkt deel van het vondstcom-
plex gepubliceerd. In de werkput bevonden zich tussen 3,2
m - NAP en maaiveld op 0,5 m - NAP vier stratigrafische
lagen. De een-na-onderste laag was een organische zwarte
aanplempingslaag vermoedelijk van een sloot. Volgens de
informatie van de onderzoekers kwam hieruit keramiek,
glas, kokosnoten en dierlijk botmateriaal.4 Het merendeel
van de vondsten is afkomstig uit de periode 1700-1750.
Deze zullen vermoedelijk tot de een-na-onderste laag
hebben behoord. De aangetroffen schildpad hoorde hier
vermoedelijk ook bij.5
deel van het dorp bezat achter de huizen een tamelijk
brede binnendijkse vaarroute naar de haven, de verlengde
Skilsloot. Het westelijk deel van het dorp kende alleen
kleine slootjes en een oude braak.
De tot nog toe oudst bekende historische bronnen over
kavel S189 en S190 dateren van 1703. Hier staat dan een
‘huis met kamer'. Op de kadastrale kaart van 1828 zijn de in
1800 uitgedeelde kadasternummers D896 en D897 te lezen.
In 1927 wordt dit gezamenlijk kavel 3032.1
In de zomer van 2004 vatte de bekende Texelse beeldend kunstenaar Gerd Jan Roos het plan op om achter zijn historische stolpboerderij zijn
tuin te vergroten en een vijver voor zijn goudvissen te gaan graven. Dit artikel gaat nader in op één van de vondsten die hij daar deed.
Zijn huis en tuin aan de De Ruyterstraat 130 liggen aan
de zuidzijde van het dorp op het perceel grenzend aan en
zuidwestelijk van de Sint Martinuskerk. Tot 1980 werd de
stolp slechts door een smal pad en de zeedijk gescheiden
van de Rede van Texel, de ankerplaats van vele zeeschepen.
Het dorp kwam mogelijk voort uit twee huizen achter de
dijk, waarvan één ‘Cees Backers Huijs' was, zoals in 1616
weergegeven door Metius.
Nummer 132, september 2019
Historische Vereniging Texel
6
De locatie van de opgraving in Oudeschild in de zwart gestippelde
rechthoek met de historische topografie door Koch rond 1800 en de huidige
topografie. In 1800 is de zijtak van de Skilsloot nog maar heel smal.
(collectie Noord-Hollands Archief)
Gezicht op Oudeschild in 1639 door Abraham Willaert. De huizen staan
achter de paalwering van de wierdijk. Op het strand liggen vissersboten.
(Collectie Rijksmuseum).
Uitsnede van de kaart van Metius uit 1616 met de aanvang van het dorp
Oudeschild en 'Cees Backers Huys'. (Collectie Nationaal Archief)
Cf tl
j
cm dj