1 pers. De leerlingen konden zonder probleem doorvertel-
2 len aan hun ouders wat Steenhuis had gedaan en ieder
3 van die ouders zou een verrader hebben kunnen zijn.
4 Jammer genoeg had ik mijn fiets niet op het schoolplein
5 neergezet maar bij het huis van mijn nicht en beste vrien-
6 din Emmy. Ze zat in mijn klas en dus vroegen we aan de
7 heer Steenhuis of hij ons toestemming wilde geven om
8 naar haar huis te gaan om daar de fietsen te verbergen.
9 "Zeker," zei hij, "maar ga snel want zij zijn al aan de
10 noordkant van de Molenstraat". Omdat dat erg dicht bij
11 het huis van Emmy was renden we er heen. Toen we
12 daar aankwamen werd Emmy's moeder (mijn tante
13 Janny) erg zenuwachtig door de situatie. "Wat kunnen
14 we doen? Er staan drie fietsen in de schuur en die van
15 jou maakt vier. Ze zullen ze allemaal stelen!" Tante Janny
16 raakte bijna in paniek. Aan het einde van hun achtertuin
17 was een manshoge houten schutting. Achter die schut-
18 ting was een boerenerf en daar in de verte zagen we een
19 grote mesthoop. "Niemand zou een fiets gaan zoeken
20 achter een mesthoop" dachten we. Het was een perfecte
21 verstopplaats, behalve dat er nog een schutting en een
22 mesthoop moesten worden gepasseerd. Met zijn drieën
23 hebben we op een of andere manier de fietsen over de
24 schutting gehesen, ondanks onze kleine gestalte en de
2 5 leeftijd van tante Janny. Ik denk dat we toen hebben be-
26 wezen dat een noodgeval iemand dubbele krachten
27 geeft. Maar het moeilijkste gedeelte moest nog komen
28 toen tante Janny ons alleen liet met onze fietsen. Racend
29 tegen de klok en de Duitsers die eraan kwamen was er
30 geen tijd om kieskeurige meisjes te zijn. Het was heel
31 simpel: hier waren de fietsen voor iedereen zichtbaar en
32 daar was een grote mesthoop. We reden de fietsen naar
33 de verste kant van de hoop en legden ze daar neer. Met
34 onze blote handen schepten we en trokken en duwden
35 de mest over onze fietsen, we hadden er lol in. Hoewel ik
36 gewend was aan het zicht op een gezonde hoop mest heb
37 ik er daarvoor nooit een gewoonte van gemaakt om er
38 mee te spelen of er fietsen onder te begraven. Maar
39 Emmy was een stadsmeisje en ik denk dat ze het spul
40 nog nooit eerder had aangeraakt of zelfs niet dicht ge-
41 noeg in de buurt was geweest om het te kunnen ruiken.
42 Maar zij vond dat het leukste wat ze ooit had gedaan.
43 Toen de fietsen helemaal bedekt waren veegden we onze
44 handen schoon aan het gras en slenterden we gezellig via
45 een omweg terug naar huis. We hadden afgesproken dat,
46 als iemand vroeg wat we deden, we zouden zeggen dat
47 we een wandelingetje maakten.
48 Met ons smoesje klaar, kwamen we thuis en zagen dat de
49 Duitsers net klaar waren met hun zoektocht. Ze zagen er
50 nogal nijdig uit omdat hun zoektocht niets had opgele-
51 verd. Toen ze op het punt stonden om weg te gaan hield
52 een Duitser ons tegen, rook de lucht om ons heen en
53 blafte: "Jullie stinken". Daarna gingen ze weg zonder
54 nog een woord te zeggen.
55 Het laatste restje zeep van tante Janny werd gebruikt om
56 de stank van onze armen en handen te krijgen en daarna
gingen we weer naar school. Ik was er niet van overtuigd 1
dat de hele klas onze afceer van Duitse soldaten zou de- 2
len, dus ging ik naar de leraar en fluisterde: "Mijnheer, 3
ruiken we naar koeienmest? Of is het te erg om in de klas 4
te gaan zitten?". Hij snoof een paar keer, lachte en zei: 5
"Nee, geen enkel probleem". En toen, met een lach: "Ik 6
denk dat ik weet waar jullie de fietsen hebben verbor- 7
gen". Niemand heeft ooit mijnheer Steenhuis verraden 8
en de fietsen zijn nooit ontdekt, noch die van ons, noch 9
die op school. Maar het duurde een hele tijd voordat we 10
er weer op durfden te rijden. Toen de oorlog verder ging 11
groeide de hoop op bevrijding door elk beetje nieuws 12
over het oprukken van de geallieerden, maar onze leef- 13
omstandigheden werden steeds slechter. Door het gebrek 14
aan steenkool was er maar een paar dagen school per 15
week. In die maand september werd ook alle elektriciteit 16
afgesloten voor burgers. En toen in november was er 17
plotseling een razzia, waarbij alle mannen in de leeftijd 18
tussen zeventien en vijfendertig jaar werden opgepakt. 19
Thijs was nu zeventien, maar omdat hij was gewaar- 20
schuwd kon hij onderduiken. Het was niet moeilijk om 21
dat te doen in de omgeving van boerderijen en veel boe- 22
ren deden dat ook. Toen de razzia voorbij was kroop hij 23
onder de beschutting van de duisternis en mist weer naar 24
huis. En als het nodig was verborg hij zich weer achter de 25
tuinwallen die de percelen afscheidden. Maar vader 26
vond het een te groot risico om op die manier verder te 27
gaan. Het huis was te dicht aan de weg en te kwetsbaar 28
voor een onverwachte zoekactie. Daarom heeft Thijs, sa- 29
men met twee andere onderduikers, de winter doorge- 30
bracht in een boerderij aan de andere kant van de weg 31
die daarvan ongeveer 200 meter verwijderd was. Zo was 32
er genoeg tijd om weg te kruipen als een onbekende zou 33
naderen. Niet lang nadat Thijs was vertrokken waren we 34
verrast om een envelop met geld te vinden die onder de 35
buitendeur door was geschoven. We hebben niet gewe- 36
ten waar dit vandaan kwam tot na de oorlog, toen duide- 37
lijk werd dat dit werd gedaan door de "Ondergrondse". 38
Ze hielpen in het geheim families die geen inkomsten 39
meer hadden door het verdwijnen van de vader of de 40
zoon. De enveloppen kwamen elke week tot de dag 41
waarop Thijs weer uit zijn schuilplaats kon komen aan 42
het einde van de oorlog. We hebben nooit uit kunnen 43
vinden wie ze heeft bracht. Mensen in de dorpen waren 44
echter niet zo gelukkig als mijn broer. Ze werden verza- 45
meld, van het eiland getransporteerd en gedwongen om 46
meer dan honderd kilometer te lopen naar Assen. Daar 47
moesten ze sleuven graven onder het waakzame oog van 48
Duitse soldaten. Maar het had nog erger kunnen zijn. Ze 49
hadden ook naar Duitsland kunnen worden gestuurd om 50
daar in de munitiefabrieken te gaan werken, iets wat de 51
meesten van hen hadden verwacht. De constante bom- 52
bardementen op de Duitse steden zouden velen het leven 53
hebben gekost. Onze pastoor in Den Burg had zo zijn ei- 54
gen ideeën om die mensen terug te krijgen. Hij was een 55
grote bewonderaar van Sint Jozef en hij maakte na de 56
4
Historische Vereniging Texel
Nummer 129, december 2018