BS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
1
2
3"
4 jjjj
*5
6
7
'8
9
10
11
12
^3
4g*f
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
22
hooien geeft al aan dat door de nattigheid het voorjaar
laat begon.
Het oude sluisje bij de Molenkil, aquarel door Souwtje de Wijn
met als onderschrift Walenburg Kil en twee keer gesigneerd
Zwanenburg. Op de steen rechts staat Het Kil Texel. Het
sluisje sneuvelde in 1931 bij het uitbaggeren van een geul in
het Molenkil, de Ooster- en Westerkolk om voldoende water
voor het nieuwe gemaal aan te kunnen voeren. Links de vuur
toren. (foto Pieter de Vries)
eind april.9 Daardoor beperkte het agrarisch gebruik zich
tot hooiland, rietland en op de drogere gedeelten wei
land. Los daarvan was en bleef het grondwater brak. In
verband daarmee was de opbrengst van deze gronden in
het verleden gering. In 1872 was de huurprijs ongeveer
f30,— per ha.
Waalenburg met op de achtergrond Plassendaal. Achter de
Ruigendijk rechts De Bunders en De Bergeend.
Ongedateerde foto. (coll. M.C. Stoepker)
Na verbetering van de waterafvoer door aanleg van een
kanaal in de te bedijken polder het Noorden zou een
waardestijging van de gronden met een factor 2 V kun
nen worden bereikt, hoopte men.10
Vanaf 1900 verschenen vanaf half juni tot half augustus
regelmatig advertenties in de Texelsche Courant waarin
de publieke verkoop en verhuur van hooigewas en na
gras in Waalenburg aangekondigd wordt. Dat late
9 Schager Courant 30 april 1903
10 Heldersche en Nieuwedieper Courant 30 augustus 1872
i
Het Kil in Waalenburg, L.W.R. Wenckebach, aquarel, ongeda
teerd, circa 1925 (coll. Zaans Museum)
Toen in 1910 gedacht werd over plaatsing van een stoom
gemaal in Eierland, schreef notaris Coninck Westenberg
"en ook het hinkende paard Waalenburg zint op verbete
ring", doelende op de voor de boeren al gedurende eeu
wen slechte waterbeheersing in Waalenburg.11 De artike
len van Coninck Westenberg schetsen een beeld van twee
vooruitstrevende polderbesturen (Eijerland en de
Gemeenschappelijke Polders), terwijl Waalenburg er bij
hem bekaaid af komt, met grondgebruikers die particu
liere oplossingen (weidemolentjes) realiseren om hun ei
gen problemen op te lossen en een onmachtig water
schapsbestuur dat geen oplossing vindt voor de
algemene problematiek.
Ook de landbouwonderwijzers schetsen een beeld van
een natte polder: Volgens meester Visser leek
Waalenburg in 1909 eerder op een visvijver dan op een
polder met veehouders.12 Meester Klimp noemde tijdens
zijn landbouwlezing op 5 maart 1913 Waalenburg geen
polder, maar een waterplaats.13 De veldnamen grote -,
lange-, kleine - en vierkante waterbak zijn veelzeggend.
Een gemaal moest uitkomst bieden en de jaarlijkse peri
ode van inundatie beperken. Dat gebeurde, vanaf de in
gebruikname in 1931, maar niet altijd. Tot begin zestiger
jaren van de vorige eeuw stond een gedeelte van het
boerenland in Waalenburg in de late herfst regelmatig
blank. Voor de boeren in Waalenburg was dat gemaal
een grote verbetering. Maar voor de natuur was het fu
nest. Thijsse schrijft daarover in juni 1936 aan voorzitter
Van Tienhoven van Natuurmonumenten: "Waalenburg is
door de bemaling nu volkomen gedegradeerd, alleen ons
poldertje ziet er nog prettig uit, maar zal toch vreemd ko
men te liggen in een onharmonieuze omgeving."14 Ons
poldertje was het in 1932 door Natuurmonumenten aan-
11 Texelsche Courant, 1 mei 1910
12 Texelsche Courant, 2 oktober 1910
13 Texelsche Courant 6 maart 1913
14 in Wanhoop nooit aan vooruitgang, brieven van Jac. P. Thijsse, origineel
in Stadarchief Amsterdam, archief Natuurmonumenten, correspondentie.
Historische Vereniging Texel
Nummer 129, december 2018