$>oS VCÊTTÏNG
Li ^r-
Schietfuiken
Ze waren dus niet voor consumptie geschikt. We moes
ten dus wat anders met die hoeveelheid vis. In die tijd
kwam Gerrit de Haan vaak bij de Sluis, die bij de molen
van 't Noorden. Hij kwam daar water halen voor de rob
ben. Vader vroeg aan hem zou het wat weze met die
moge as zeehonde vis? Dat zag Gerrit de Haan wel zit
ten. Manden vol gingen er in 't jeepie. Het ging best, ze
vraten er goed in zo vers weg. Er was natuurlijk veel te
veel in korte tijd dus vroor De Haan een bult in dat was
een mislukking, want op die bevroren krengen zetten ze
d'r bek niet op. Ook niet als ze ontdooid waren!
Kat an de diek
Ons plekkie voor de boot was an de diek beoosten de
molen van 't Noorden. Wij hadde de twiede kat vanaf de
sluus richting de Keet, dicht bij de spuigeul naar het
Overdiep. Een kat is een uithaal mechanisme, vanaf de
dijkvoet naar een anker met een blok dat 20 meter ver
derop ligt, een soort heen en weer. Lag de boot op zijn
plaats dan sjorde je het touw vast aan een paal in de diek.
De platboomse boot had latten op de kimmen omdat je
altijd tegen de dijk of in het stort (keien) raakte.
Met léég water boomden we naar dat geultje en dan
konne we weer met het bute boordmotortje draaien. We
viste in het Overdiep, Bonte Baken, in de Pan en bij de
VC boei. Daar was een mosselachtig grondje waar soms
veel zachte krab zat.
Soms werkte je je rot, wat een hobby hè? Vooral als er
veel floob was of ander wier.
Bootje, vader en moeder
an diek (foto collectie Vonk)
4
Historische Vereniging Texel
Nummer 128, augustus 2018