Kubbe, palingkoorts en me moeder Adrie Vonk
Hoe het begon: Het was er al, alleen niet hier. Vanaf mijn negende tot en met mijn elfde jaar ging ik in de herfstvakanties naar
Ouddorp, een dorp op de Kop van Goeree. Daar logeerde ik bij vrienden van mijn vader, Jaap en Nel Redert van de OD 19. Ome
Jaap had zelf geen zonen en had veel met me op. Hij viste op de Grevelingen en ik ging alle dagen mee om de fuiken en kubben te
lichten. We moesten wel elke dag om half vijf uit bed, behalve op zondag. We ontbeten zo tegen negen uur. Alle dagen eieren met
spek enzo. Als vader en moeder me op kwamen halen was ik kogelrond.
A(ijruSBev
Kub
(foto collectie Vonk)
Goeie vangers
Ik denk dat we zelf voor het eerst in 1967 ofzo met twaalf
ouwe kubbe van Reedert hebben geprobeerd achter Oost.
Het ving best goed, me vader zei laten we er maar een
paar nieuwe kopen bij "de Reus", een nettenmakerijtje op
Stellendam. Deze hadden de kelen wat anders staan en
waren wat meer ruumer in het achterend. Wij hadden die
kubben aan de lient, altijd als achterste. Met altijd weer
de hoop en de verrassing, spannend, want ze vingen als
de duivel.
Navolging
De vangst ging zo goed en dat bleef niet stil (hoefde ook
niet), zodat er mensen waren die daar wel brood in za
gen en dit bedrijfsmatig oppakten. Zoals Joop Betsema,
Peek Halsema en Albér de Puijzelaar, Mels Schieman, Jan
Brouwer en Arie van der Vis en later Geert Ellen en na
tuurlijk Jaap Tuitman en Albert Blom, die heeft het 't
langst volgehouden. Ach eigenlijk iedereen die een
bootje had zette wel een paar kubben. Het was in die ja
ren een echte hype.
Met me moeder en de handel
Ik viste meestal met me moeder, Cneel van ouwe Weutje
(van der Vis). Mijn vader raakte in 1968 aan de wal. Maar
hij had evengoed niet zoveel tijd om te kubbe vissen. Hij
had het gelijk druk met de Visserij Cooperatie. Maar ook
met de netten boeten en maken voor de kotter in de net-
tenschuur van Keijser en Co in Oudeschild. Dat is tegen
over de schuur van Wuis (nu oude Voordeelland), zodat
hij het gescharrel vaak aan zijn vrouw en jongste zoontje
overliet. Mijn moeder was bloedfanatiek in vissen en
handel, dat vond ze prachtig. 't Was in de nadagen van
de papieren riesdaalders maar briefies van tien deer wou
ze wel mee behangen.
We verzamelden de gevangen paling in een kaar (kaart
op sien Tessels), een drijvende lee&ist voor palingen of
pieren. Onze kaart lag bij Gerrit Pieter in de Putten. Ik
weet precies het plekkie nog. Als de kaart vol was, ver
kochten we de paling aan "Wormsbecher", een groothan
delaar in paling uit Hoorn. Die kwam ook voor Rooie
Kees Dijker, ene Visman en Gerrit Pieter Plaatsman. Die
was voor de tientjes.
Kubbenlijn - beug
(collectie Vonk)
2
Historische Vereniging Texel
Nummer 128, augustus 2018