dat we zouden gaan verhuizen, dichter bij school. Elke dag vijf kilometer heen en terug lopen naar school vond ik niet prettig en een huis dichter bij school zou voor mij een welkome verandering zijn. Bij de veiling lukte het va der om het huis, de schuur en een gedeelte van het land te kopen. Het vele bidden had geholpen. Ze waren wel het grootste gedeelte van het gereedschap, op een na alle koeien, alle schapen en het paard kwijtgeraakt, maar mijn ouders waren erg blij dat ze op de boerderij konden blijven wonen en werken. Na voor het ergste gevreesd te hebben was half erg toch nog een zege. Maar ik kan me nog steeds het verdriet herinneren toen enkele maanden later de dieren werden verkocht. Thijs en Hanna hadden toestemming om van school weg te blijven om bij de vei ling te helpen en om op de kleine kinderen te passen. Twee spijbelende kinderen vonden mijn ouders wel ge noeg, veronderstel ik. Ik was vreselijk jaloers omdat ik graag afscheid had genomen van de koeien, de schapen en het paard. Toen ik thuiskwam waren ze al weg. In au gustus 1939 was het eiland vol toeristen. Dit was hoog seizoen voor de vakantiegangers van "de vaste wal" en de hotels en campings waren allemaal vol. Op de 6e van die maand kwamen er twee meisjes aan vader vragen of ze in de schuur mochten slapen. Er was nergens anders plaats. Vader zei dat het goed was, want een paar centen extra waren altijd welkom en hij liet de meisjes hun slaapplaats in het hooivak zien. Het was bijna leeg want het nieuwe hooi was achter de schuur opgeslagen om te worden verkocht. Voor mij leek het wel of de hoop net zo hoog was als de schuur. Nadat vader met de jongens naar het veld was gegaan om te werken, had moeder de ruimte voor de dames een beetje in orde gemaakt. Ze had een oud tafeltje en stoelen neergezet en een petroleums tel om te koken en thee te zetten. Toen ze klaar was ging ze het huis weer in. Dirk was in die tijd een zes jaar oud jongetje. Hij was benieuwd wat er allemaal was veran derd en moest dat eens gaan onderzoeken. De lucifers die naast het petroleumstel lagen trokken zijn aandacht en hij nam ze mee. Hij begon er mee te experimenteren buiten de schuur met een klein bosje hooi. Zijn kleine kampvuurtje was prachtig, maar de lol was snel veran derd in paniek toen het vuur oversloeg naar de grote hoop hooi. Toen er grote vlammen kwamen rende Dirk het huis in en schreeuwde: "Het hooi staat in de brand" Mijn zusters en ik probeerden met water uit de pomp om het te doven maar dat hielp niet met de steeds grotere vlammen. Toen vader vanaf het land de rook zag, kwam hij aangerend. Hij stuurde een paar van ons om hulp te halen bij de buren en anderen om iemand met telefoon te vinden die de brandweer zou kunnen bellen. Toen die aankwam was alles wat ze konden doen proberen om de schuur te redden door hem nat te houden. Er was maar een klein laagje water in de dichtstbijzijnde sloot en het was een wonder dat het is gelukt. Maar helaas was de gehele oogst aan hooi veranderd in een smeulende as- rest. De toeristendames die een tripje waren gaan maken voordat dit begon, vonden hun slaapplaats en hun kof fers drijfnat terug. Ze verzamelden hun kleding, wron gen ze uit, dankten vader en moeder voor hun gastvrij heid en gingen weg. Dirk vreesde voor zijn leven en was ergens weggekropen. Toen we hem eindelijk vonden, on der zijn bed, was vader te veel uit het lood geslagen om hem te straffen. Het was de derde keer dat ik mijn vader zag huilen dat jaar. Alleen in de oorlog zou dat nog eens gebeuren. In het midden van de zomer van 1939 begonnen de don kere wolken van de oorlog te verschijnen aan onze hori zon. Wij kinderen zagen dat natuurlijk nog niet zoals de ouderen. We waren te veel bezig met spelen en werken en met genieten van onze zomervakantie en opzien tegen het weer naar school moeten over een paar weken. Maar de echte schrik kwam bij de invasie van Polen op 1 sep tember, waarna in de rest van Europa de mannen onder de wapenen werden geroepen. Niet zo lang daarna wa ren er op het eiland overal Nederlandse militairen te vin den die bezig waren kanonnen op te stellen en verster kingen aan te leggen. Op een vreemde manier was dat gunstig voor vader, want hij kon de gehele er op vol gende winter betaald werk krijgen. Eerdere jaren was hij in de winter altijd zonder werk. Maar het besef dat, als het echt zou starten, Nederland hierin betrokken zou worden, was erg onaangenaam. In de eerste wereldoor log waren we zo gelukkig om erbuiten te blijven, maar deze keer was het anders. Deze keer was er Hitler, die het plan had om Europa te gaan bezetten. Deze keer wa ren we bang dat het ons rustige leventje zou gaan versto ren. We probeerden ons voor te bereiden op het ergste. En dus, aan het einde van het jaar dat we dachten dat het moeilijkste was geweest in ons leven, wisten we dat er veel meer moeilijke tijden zouden komen. De foto's bij dit artikel komen uit de collectie van de fam. Van Heerwaarden. Tot zover het eerste deel van de herinneringen van Corrie. De rest houdt u nog even tegoed. 24 Historische Vereniging Texel Nummer 128, augustus 2018

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2018 | | pagina 26