6. Model van de grote mast van het linieschip De Delft. Let op de katrollen aan de onderzijde met de touwen voor de ra. schepen. Het VOC-retourschip Batavia vertrok eind 1628 naar Indië en strandde onfortuinlijk in Australische wate ren. De meesterscheepsbouwer Willem Vos maakte van dit schip een replica die nog in volle glorie te zien is in Lelystad, met de ezelshoofden op de drie masten. Vandaag de dag vaart de Halve Maen met dergelijke ezelshoofden op het Hoornse Hop. Jacob van Lennep beschrijft het in zijn Zeemans-woor denboek uit 1856 als volgt: Ezelshoofd - 'Dik met ijzer beslagen half rond plat hout, over den top van den mast gelegd; aan het vooreinde een gat, hebbende, waardoor de steng loopt. Onder aan dat hout (ezelshoofd) hangen de bloks om de stengen op te hijschen of te strijken. De marszeilraas rusten op het ezelshoofd als zy gestreken zijn. Waarschijnlijk is aan dit blok de naam van ezels hoofd gegeven, omdat het als een kop op den mast zit, en als een Ezel tot het dragen van lasten bestemd is'. Ezelshoofden in gebruik Het gevonden ezelshoofd is geheel van eikenhout, 1,23 m breed, 48 cm hoog en 84 cm diep. De kern van de boom waaruit het ezelshoofd is vervaardigd, zit aan beide zij den wat uit het midden. Dit formaat hoort zonder twijfel op een ondermast te rusten. De grootte van het schip kan op een VOC-retourschip of ander schip van het formaat Batavia van 53 m lang duiden. Midden-voor is een grote verticale inkeping te zien voor het opvangen van een steng. Een grote houten klamp (niet gevonden) met een zelfde half ronde inkeping werd tegen de voorzijde be vestigd om de steng naar voren op te vangen bij het op brengen of schieten. Deze klamp zit vast met twee bouten die door het hele ezelshoofd gaan. De gaten van deze bouten zijn zichtbaar aan de voorkant. Ook de groe ven voor de draaireep van een onderra zijn aanwezig. Een eindje van een draaireepgroef zit een glad afge werkte ijzeren band 'ingelaten' in het hout. De oogbou ten van de onderkant zijn helemaal doorgestoken en ste ken door een gat in de ijzeren band. Onderop zit een gat dat conform de historische gegevens vierkant uitgehakt zou moeten zijn. Het bleek een ongelijkzijdig zeskantig gat. (aft 7) Dit gat valt over een gelijkvormig uitsteeksel aan de top van de mast. In de 19de eeuw en later wordt dit uitsteeksel aangeduid als 'dobbelsteen'. Bij het andere in 1990 gevonden kleinere ezelshoofd is overigens het gat wel vierkant. Datering is aan de hand van de constructie niet exact mo gelijk. Door zijn eenvoud van constructie lijkt dit een 17de-eeuws exemplaar. In de marinecollectie van het Rijksmuseum te Amsterdam bevinden zich complexere modelezelshoofden uit de 19de-eeuw. Dendrochronologisch onderzoek kan mogelijk uitsluitsel brengen over de datering. 7. Het ezelshoofd van onderen, met het zeskantige gat en de verroeste stalen bouten en smeedijzeren banden. 10 Historische Vereniging Texel Nummer 128, augustus 2018

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2018 | | pagina 12