2 3 5 6 8 9 10 12 13 15 16 18 19 20 21 22 23 25 26 28 29 30 31 32 40 men de wasmassa, die we de "valse klok" noemen de juiste vorm. 43 van de Hoornder klok). De valse klok van was werd vervolgens 49 en belettering achter in de mantel. Nu kon de klok gegoten wor- 55 van de klokkengieter André Lehr. AM, f ^M*24 De klok van Ricout Butendicc in Den Hoorn Arie Abbenes 3 4 5 6 7 8 9 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 20 33 Bij deze Middeleeuwse vormtechniek gaat men als volgt te werk: 34 Rondom een stevige houten spil, die op de uiteinden in twee bok- 35 ken gelagerd is, wordt uit de hand het binnenprofiel van de klok 36 gevormd uit leem. Door het draaien van de spil egaliseert de 37 klokkengieter de binnenvorm van de klok - de kern - met een ge- 38 punte beitel. Vervolgens wordt in was de gewenste klokkenmassa 39 op de kern aangebracht. Met een warm gemaakte beitel geeft 41 De verdikking bij de overgang van de slagring naar de flank ont- 42 stond door de meegenomen was op de warme beitel (zie de foto 44 ingepakt in een mantel van leem, hennep en ijzeren hoepels. 45 Tijdens het vormproces werd op gezette tijden een vuur gestookt 46 onder de draaiende klokkenvorm. De klokkengieters noemden 47 dit: Het braden van de gans! Tijdens het branden/bakken van de 48 lemen vorm smolt de was en liet het zijn afdruk van ornamenten 50 den. Het mag duidelijk zijn dat de Middeleeuwse klokkengieters 51 de uiteindelijke toonhoogte en klankkleur van de klok slechts bij 52 benadering konden bepalen. Het resultaat was steeds een verras- 53 sing. Lees voor een uitgebreide beschrijving van deze werkwijze 54 de interessante publicatie "Middeleeuwse Klokkengietkunst" 56 Algemeen wordt aangenomen dat de kerk van het betrekkelijk nieuwe dorp Den Hoorn rond 1400 gebouwd werd als vervanging van het houten kapelletje op de Geest. Het werd een bakstenen kerkje met drie traveeën en een koorsluiting. Het vermoeden bestaat dat de half ingebouwde toren aan de westzijde rond 1440 voltooid werd. Kort daarna moet een klok van Ricout Butendicc uit Utrecht aangeschaft zijn. De Watergeuzen verwoestten de kerk in 1571 en het koor, dat geen functie meer had voor de protestantse eredienst, werd afgebroken vóór 1646. Vervolgens werd het schip gesloten met een blinde muur. Na een periode van ernstig verval werden kerk en toren in 1956 gerestaureerd onder directie van architect C.W. Royaards. De familie Butendicc Over de gieter Ricout Butendicc is weinig bekend, in te genstelling tot zijn vader Willam en zijn broer Steven. Om met vader Willam te beginnen, hij was een aanzienlijk Utrechts klokkengieter die hoog op de maatschappelijke ladder stond. Zo was hij ouderman van het smedengilde en speelde hij een belangrijke rol in de politieke strijd tus sen de Gelderse "Lokhorsten" en de Hollandse "Lichtenbergers". Vanwege zijn voorkeur voor de laatst genoemde partij werd hij in 1413 door de overheid gecor rigeerd, bovendien werd hij aangespoord tot regelmatiger kerkbezoek. Hij moet een productief gieter geweest zijn, want zelfs nu zijn er circa twintig klokken van hem be kend; acht klokken zijn nog steeds te beluisteren. Ook op Texel was Willam Butendicc geen onbekende. Voor de to ren van het verdwenen dorp De Westen zou hij volgens de Hoornse beiaardier en organist Jurriaan Spruyt (1749) een klok gegoten hebben. Waarschijnlijk is die klok tijdens de aftraak van de toren in 1865 verloren gegaan. De klok in de Utrechtse Pieterskerk uit 1435 wordt toegeschreven aan Willam Butendicc. Het valt bij deze klok direct op dat de gietvorm aan de horizontale spil gemaakt is. De horizontale spil volgens Christoff Sesselscheiber (1524). Op de as is een houten kernsteun aangebracht om het gewicht van de vormkern zoveel mogelijk te beperken. Het werk van broer Steven is van geheel andere kwaliteit en omvang. Van hem zijn ca. veertig klokken bekend, waarvan er vijfentwintig de tand des tijds doorstaan heb ben. Al zijn werkstukken zijn tussen 1444 en 1482 ontstaan en munten uit door verzorgd gietwerk en fraaie vormge ving van ornamenten, belettering en kronen. Het is op merkelijk dat Steven zijn klokkenvormen met behulp van een sjabloon - trekmal - vervaardigde. Op grond van erva ring bepaalde hij de binnen- en buitenvorm van de klok, die hij vervolgens uiteette op houten sjabloen. De klokken- vorm en de toonhoogte kon hij dus van te voren bepalen. Toch zal hij de beginselen van het vak ongetwijfeld van zijn vader geleerd hebben, want in 1448 hielp hij hem bij het gieten van een klok voor de Utrechtse Nicolaïkerk. Stevens meesterwerken hangen in zijn geboortestad: De Banklok van de Buurkerk (1471), de Salvator van de Jacobikerk (1479) en de Ghertrut in de Geertekerk (1477). De grootste verdienste van broer Aernt Butendicc lijkt de hulp aan zijn broer Steven bij het gieten van de Utrechtse Banklok voor de Buurkerk. Buiten dit helden feit is er slechts één klok uit 1460 van hem bekend: Doniaga (Fr). Historische Vereniging Texel Nummer 127, juni 2018

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2018 | | pagina 22