L
2 mm
.V.-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
VTA
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
14
"21 vuursteen in de juiste vorm te brengen. Het slijpen daar-
28 entegen was een tijdrovender proces. Experimenten heb-
29 ben uitgewezen dat het snel al 10 uur kostte om een bijl
30 mooi egaal en scherp te krijgen. Het behoeft geen betoog
31 dat objecten waar een dergelijke moeite voor werd ge-
32 daan waardevol werden geacht.
33 Nu zal in veel gevallen het materiaal, in dit geval het
34 type steensoort, ook een rol hebben gespeeld in de waar-
35 dering. Harde schokbestendige gesteentes stonden in
36 aanzien. Daarnaast zal een bijl aan prestige hebben ge-
37 wonnen, naarmate ze verder verhandeld werden en door
38 meer handen moeten zijn gegaan. Dit zal niet alleen te
39 maken hebben gehad met de grotere buitenissigheid, dit
(foto Annemieke Verbaas van het laboratorium voor artefact studies, Universiteit Leiden)
zal ook de 'biografie' van de bijl aan belang hebben doen
toenemen.
40
41
42
43 In Nederland zien we dan ook dat veel bijlen in deposi-
44 ties uit exotische vuursteenvariëteiten bestaan. Nu is dat
45 in het geval van de Texelse vondst mogelijk niet aan de
46 orde geweest. Het kan immers om een lokaal verzamelde
47 vuursteen gaan. Ook heeft dit halffabricaat nooit als
48 daadwerkelijke bijl gefungeerd, de vervaardiging is na-
49 melijk nooit voltooid. Dit suggereert dat er meer speelde
50 rondom de rituele betekenis die werd toegekend aan
51 deze werktuigen. Een opmerkelijk gegeven is dat met de
52 komst van de eerste landbouwers in het noorden van ons
53 land we ook voor het eerst te maken krijgen met dit soort
54 bijldeposities. Dat dit gebruik een fundamenteel onder-
55 deel van de noordwest Europese culturele traditie gedu-
56 rende de prehistorie vormde, wordt duidelijk als we ons
realiseren dat gedurende de bronstijd, dan praten we
2000 jaar later, bijlen, in dit geval van brons, nog steeds ri
tueel 'afgedankt' werden in vergelijkbare natte contexten.
Dit onderstreept eens te meer het grote belang dat aan
bijlen werd toegekend. Hoe dienen we dit verder te ver
klaren? Belangrijk daarbij is dat we ons realiseren dat
voor de vroege landbouwers Nederland nog nauwelijks
ontgonnen was en voor het grootste deel werd bedekt
door bossen. Om veldjes aan te kunnen leggen en land
bouw te kunnen bedrijven, moesten eerst delen van het
bos gekapt worden en daarin speelde de bijl een cruciale
rol. Het was het werktuig dat de mens in staat stelde om
de natuur als het ware geschikt te maken voor het creë
ren van de meeste elementaire levensbehoeften: voedsel
en behuizing (Wentink 2006). Dat dit kappen van bos
geen sinecure moet zijn geweest, maar een zwaar en
langdurig karwei was, toont ons bijvoorbeeld de snelheid
waarmee hoogwaardige metalen bijlen met komst van de
Europeanen na Columbus hun intrede deden en werden
verspreid binnen de kleinschalige landbouwgemeen-
schappen van het Amazonegebied. Deze gemeenschap
pen waren tot dan toe nog steeds aangewezen op het ge
bruik van veel minder scherpe stenen bijlen. Nog
voordat de Europeanen het Amazonewoud begonnen te
verkennen, hadden de zeer gewilde metalen bijlen al hun
weg gevonden naar de meest afgelegen dorpen in het
binnenste van het woud.
Wellicht is door dit alles ook beter te begrijpen dat veel
van de prehistorische bijlen in natte contexten werden
gedeponeerd. Deze contexten lagen namelijk op de over-
Historische Vereniging Texel
Nummer 127, juni 2018