Oost 85, je moest via het paadje langs het huis naar de deur rechts. (foto Stichting Dorpsherstel Texel 1984) In het najaar en winter vulde ze onder haar kleding de zaak op met Texelse kranten, naar gelang hoe koud het was. Ze was in de winterdag niet te besteken! Maar echt deur warmt was ze denk ik nooit! Het vogeltje van Kees en Garda Riet Kooger-Daalder: Begin 1973, tante Antje was toen 76 jaar, brak ze haar arm. Wij hebben haar toen in huis ge nomen. Ze keek toen ook televisie. Vooral het pro gramma Bartje (ik bid niet voor brune bonen) vond ze mooi. Daar keek ze elke keer naar uit. Toen ze weer naar haar huis ging moesten we bij haar eerst aan de grote schoonmaak. Dat deden Truus Kalis van Liere (ook een nicht) en ik elk jaar. Als je in de bed stee in de kamer moest werken was dat niet vertrouwd als je erin ging staan. En dan die kelder nog en daarna kwamen we in het slaapvertrek van tante Antje. Haar beddengoed op stoelen in het tuintje in de zon. Echte la kens gebruikte ze niet. Een laken knipte of scheurde ze in stukken. Ze sliep op één van die lappen. Alleen die lap ging dan later in de was. Zo hoefde ze niet van die grote lakens te wassen. Als we 's avonds dachten de dweiltjes weg te gooien (er was niks meer van over), dan had ze de dweiltjes weer uit de vuilnisbak gehaald. Het was niks meer dan oude vodden, maar daar dacht tante Antje anders over. Tante Antje moest wel eens oppassen op het vogeltje van Kees en Garda Eelman. Deze mensen woonden dan voor een tijdje in Breskens waar gevist werd. Het vogeltje zat dan in zijn kooitje en stond in de kamer waar ze zich om kleedde. Het kooitje werd volgehangen met doeken. Waarom doe je dat werd er aan haar gevraagd. "Nou aars ziet die smeerlap me toch als me ga verkleden" was het ant woord. Drukke Pontweg Gerie Kikkert-Daalder: Tante Antje was de tante van mijn vader. En mijn vader de broer van Riet. Ik herinner me nog wat autotripjes met tante Antje. Twee steltjes om te koken Adrie Vonk: Zo af en toe kwam ik weleens met vriend Piet bij tante Antje. Ze was een tante van Piet zijn moeder Riet Kooger-Daalder. Tante Antje had in mijn beleving altijd uien hangen an de liendepalen en leggen op het dak van 't boetje en het rookhok. Dat is natuurlijk alleen in de naseumer weest. Enfin ze had altijd uien en at die met graagte zo reeuw weg, net als een appel. Piet zei een keer tegen haar: "goh tante Antje wat stink je toch naar eujes". Ze zei: "Och kiend 't is me beste medicijn"! Op Oost gingen we met Sunte Maarte met twee groepen langs de deuren, de jongens en de meiden apart. Op het eind van de tocht verdeelden we de buit bij de oudste van de groep. Bij tante Antje moesten we altijd minimaal twee keer zin gen, wilde ze de deur open doen. Ze keek ons nooit recht aan en met enigszins gebogen hoofd deponeerde ze wel een kwartje in de grote tas! We wisten het al van te voren dat ze niet scheutig was. En met de gedachte dat de mei dengroep ook beslist niet meer kreeg, konden we er wel weer mee leven. En ja het volgende adres was vrouw Dieker, die maakte alles weer goed, daar kreeg je drie dubbel. Terug naar tante Antje. Een opsomming zoals ik haar herinner en nog steeds zo voor ogen heb. Tante Antje ging met de kippen op stok, lange dagen in de seumer, korte dagen in de winter. Ze dronk water uit de pet, een paar pitjes licht en twee steltjes om te koken op peterolie (bij Maarten de Smid vandaan). 't Kacheltje brandde maar een maand of wat per jaar. Volgens mij droeg ze altijd dezelfde kleren, af en toe eens schone. Veel met blote armen en altoos een schootje voor. twee steltjes om te koken. (foto Stichting Dorpsherstel Texel 1984) Nummer 126, maart 2018 Historische Vereniging Texel

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2018 | | pagina 5