Was er een gasthuis in de Kogerstraat? Voor ons boek Den Burg 1622-1830: Huizen, huiseigenaren en bewoners1 spitten wij de afgelopen decennia heel wat archieforonnen door. Van een gasthuis in de Kogerstraat vonden wij echter geen spoor. Het huis in de Kogerstraat waarin de gevelsteen zich bevindt (B 115, kadaster K 159) had in de door ons onderzochte periode vele particuliere eigenaren en bewoners, onder wie een notaris en school meester, een bierhandelaar, een kaagschipper met een winkeltje en twee kapiteins. Bepaald geen armen dus Hoort de steen wel bij het huis? Toch lijkt de steen met het wapen van Texel en de oproep tot solidariteit met de armen eerder te passen bij een huis met een sociale functie dan bij een gewoon woonhuis. Zou het kunnen dat de steen afcomstig is uit de gevel van een ander huis? Dan is het inderdaad geen gek idee dat de steen uit het gasthuis komt. Waar stond het gasthuis wel? In de door ons doorgenomen bronnen staat eigenlijk op vallend weinig over het gasthuis. De eerste vermelding die wij vonden stamt uit 1560, toen melding werd ge maakt van een stuk land dat aan de kerk en het gasthuis was geschonken.2 Bij de opmeting van Texel in 1561 bleek eveneens dat het gasthuis verschillende stukken land bezat.3 Hieruit kan geconcludeerd worden dat er in die tijd al een gasthuis in Den Burg was. We weten niet zeker op welke plaats het stond, al ligt het voor de hand dat het altijd al in de Gasthuisstraat was. Vanaf 1622 staat echt vast dat het gasthuis aan het einde van de Gasthuisstraat stond. In de belastinglijst van dat jaar is er namelijk sprake van "Aeff Corn., moer vant gasthuijs". Uit de plaats op de lijst kan worden opge maakt waar het gasthuis stond. De vermelding vóór Aeff Cornelis hoorde namelijk bij het huis dat in 1800 het nummer B 93 kreeg en in 1832 het kadastrale nummer 178 van sectie K. Van dit huis vonden we in het oud-rechterlijk archief twee vermeldin gen (uit 1645 en 1753), waarbij inderdaad aangegeven werd dat het ten westen aan het gasthuis grensde. Bij de verkoop van dit huis in 1821 werd daarentegen vermeld dat ten westen de weg liep. Hieruit kan nauwkeurig wor den afgeleid waar het gasthuis voor 1821 moet hebben gestaan. Op de kadastrale kaart uit 1828 is er inderdaad een flinke ruimte tussen huis 178 en de weg (tegenwoordig Hollewal geheten). Op deze plaats moet het gasthuis hebben gestaan. Het ligt voor de hand dat het in 1800 het nummer B 94 heeft gekregen, al hebben we dit nummer in geen enkele bron aangetroffen. Daarom hebben we het in ons boek aangeduid met "B 94?". Tessels Prate verschijnt weer in het volgende nummer fe/nwik TEXEL 2n re Serfm /cc/ft X. fa Jï3/e7tÓ?0- XYr H/tn. 1 fragment van de kadasterkaart uit 1828 Oorspronkelijke aanwijzende tafel sticht verwarring Terwijl het hierboven weergegeven fragment van het mi nuutplan veel duidelijk maakt over de plaats van het gasthuis, sticht de "oorspronkelijke aanwijzende tafel" van heteelfde kadaster uit 1830 juist verwarring. Daarin staat namelijk nummer 1 van sectie E, dat zich aan over kant van de weg (Hollewal) bevond, omschreven als gasthuis. Het gaat hier echter om het kort daarvoor opge richte Gesticht van Weldadigheid! Wat weten we nog meer over het gasthuis? J.A. van der Vlis baseerde zich voor een deel op een be schrijving van Holland uit 1750, waarin staat: "Aan den Burg is een Gasthuis geweest, waarin de reizende Landloopers drie dagen verblyf hadden. Dit is in vervolg van tyd tot een Oude-Mannen- en Vrouwenhuis aangelegd voor Gereformeerde Ledemaaten. "4 Het lijkt aannemelijk dat het gasthuis in die tijd als bejaar denhuis voor gereformeerden diende. Waarop de infor matie is gebaseerd dat het gasthuis eerder onderdak had geboden aan landlopers, is niet duidelijk. Overigens kan "gasthuis" volgens het Woordenboek der Nederlandsche taal een synoniem zijn van "oudemannen- en vrouwen huis", dus het onderscheid dat de schrijver tussen beide soorten instellingen maakt, lijkt onterecht. In 1807 verkeerde het gasthuis vermoedelijk in verval, want er werd overwogen om het als werkhuis in gebruik te nemen of af te breken.5 Zoals hiervoor al bleek, is hoogstwaarschijnlijk voor het laatste gekozen en is het voor 1821 gesloopt. Het is best mogelijk dat daarbij de gevelsteen gespaard is gebleven en later is gebruikt in het huis in de Kogerstraat. Bewezen is dit echter niet. 1 Zie voor meer informatie www.texelsegenealogie.nl. 2 Archief Nederlands Hervormde Kerk Den Burg, inv.nr. 1. 3 Regionaal Archief Alkmaar, Archief van de gemeente Texel, inv.nr. 1. 4 Tegenwoordige staat der Vereenigde Nederlanden; agtste deel, zynde het vervolg der beschryving van Holland. Isaak Tirion, Amsterdam 1750, blz. 596. 5 Regionaal Archief Alkmaar, Archief van de gemeente Texel, inv.nr. 15. 32 Historische Vereniging Texel Nummer 126, maart 2018

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2018 | | pagina 34