Emailadressen leden Otttf oud jon» in den herfet Pratincola rube tra (Linnaeus) HET PAAPJE jong d Leeuwerik - Zeer algemeen. Kuifleeuwerik - Slechts enkele paren in de duinen. Boomkruiper - Slechts weinig paren in tuinen en duin bosjes. Koolmees - Broedt niet veel in bos aan de duinvoet. Pimpelmees - Als de vorige soort. Winterkoning - Tx: Duimpie Overal tamelijk veel in alle bosjes. Heggenmus - Enkele paren broeden in het park in Den Burg. Tuinfluiter - Overal in tuinen en duinbosjes. Grasmus - Algemeen in struiken. Braamsluiper - Tx: molenaartje Slechts weinig paren in duinbosjes. Zwartkop - Tamelijk algemeen in tuinen en in het park in den Burg Karekiet - Enige paren in hoog, overjarig riet. Kleine karekiet - Tx: rietvink Overal in het riet. Bosrieteanger - Tamelijk veel in Walenburg en in de noordelijke duinpannen aan met riet begroeide sloten. Rieteanger - Op dezelfde plaatsen als de karekiet. Sprinkhaanrieteanger - broedt ook stellig op Texel, of schoon er geen nest gevonden is (Daalder) Spotvogel - Algemeen in alle tuinen en bosjes. Fitis - Niet veel. Tjiftjaf - Niet veel. Zanglijster - Niet veel in de duinbosjes. Merel - Als zanglijster. Tapuit - Tx: stoggie Overal algemeen, langs de dijk, in tuinwalletjes en in de duinen. Paapje - Tamelijk veel in alle met dorens begroeide val leien. (Thijsse: ik zou zeggen zeer veel) Gekraagde roodstaart - Enkele paren, verspreid in de bosjes. Roodborst - Enkele paren verspreid in tuinen en bosjes. Als wij u tussentijds wilden informeren of uitnodigen, gebeurde dat per post. Dat begint een dure aangelegen heid te worden. Die kosten kunnen we besparen wan neer wij per email contact met u op kunnen nemen. In verband daarmee ontvangen wij graag uw emailadres. Wilt u ons dat mailen (graag met uw naam en adres) naar historischeverenigingTexel@kpnmail.nl Alvast bedankt! 1 tekst volgens Verslagen en Mededelingen no. 5 van de Nederlandsche Ornithologische Vereeniging. November 1908 blz 38-56, met de mo derne vogelnamen. Omdat de lijst oorspronkelijk opgesteld is door Daalder, in 1907 gepubliceerd is door Leege en in 1908 vertaald en ge publiceerd werd door Jac. P. Thijsse, noemen wij alle drie heren als au teur. Tussen haakjes staat het commentaar van Daalder en Thijsse in de Nederlandse uitgave van 1908) De afoeeldingen bij dit artikel zijn afoomstig uit Ornithologia Neerlandica - De Nederlandse vogels door prof. E.D. van Oort en gete kend door M.A. Koekkoek (coll. M.C. Stoepker) 2 in het verhaal van Leege: in Schafstalle. dus in schapenboeten, Thijsse vertaalt dat echter naar keten. Nummer 126, maart 2018 Historische Vereniging Texel 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2018 | | pagina 27