De broedvogels van Texel rond 1906 Jac. Daalder, Otto Leege en Jac. P. Thijsse In 1907 verscheen in het Ornithologische Monatschrift een artikel van Otto Leege: Ein Besuch bei den Brutvögeln der hollandi- schen Norseeinseln. Dat artikel besluit met een lijst van broedvogels van alle Waddeneilanden. De Texelse gegevens ontving hij van meester Jac. Daalder uit Oosterend. Omdat dat Duitse tijdschrift in Nederland niet algemeen gelezen wordt en aanvullingen zeer welkom waren, publiceerde Jac. P. Thijsse deze lijst in de Verslagen en Mededelingen no. 5 van de Nederlandsche Ornithologische Vereeniging, november 1908, inclusief enkele opmerkingen door Daalder en Thijsse. Deze laatste versie, in mo derner Nederlands en voor zover betrekking hebbend op Texel, volgt hierna. De Nederlandsche Ornithologische Vereniging telde in 1908 159 leden, waaronder meester Jacob Daalder Dzn in Oosterend. Andere op Texel bekende namen zijn H. Flens, dijkgraaf van Eierland, grondeigenaar en makelaar in Den Burg, burgemeester Hiddingh, veearts Roelofs, Jan Trap in Oosterend, huisarts Wagemaker in Den Burg en dokter Jan Timmer in Haarlem. Leege gaf in zijn lijst de Duitse, Latijnse en Nederlandse vogelnamen, plus de namen zoals hij ze op de eilanden optekende; voor Texel ont ving hij die van meester Jac. Daalder. Daarvan volgen hier de moderne Nederlandse vogelnamen; de Texelse vogelnamen zijn in de spelling van Leege/Daalder. oud n winlerkleed Sterna mitmfa Linnaeus DE DWERGSTERN V. Dodaars - Tx: duikertje, veldduiker Algemeen in kolken en poelen. Zilvermeeuw - Tx: groote meeuw Bij Cocksdorp broeden enkele paren in de duinen. Kokmeeuw - Tx: zwartkopmeeuw De grootste kolonie in Waalenburg in het riet; de kleinste bij Nieuweschild, ook in het riet op kleine eilandjes, de derde bij de molen noordelijk van Oosterend en verder in het gras bij Oudeschild (Daalder: ook bij De Muij). Tx Grote stern - TX: grootstar Kwam vijftig jaar geleden veel voor, is later verdwenen. in 1906 voor het eerst weer een kolonie van 60 paren bij de molen noordelijk van Oosterend (Daalder: later niet meer) Visdiefje - TX: vischdiefie, middelstar Overal algemeen, vooral in het noordelijk deel van het eiland. (Daalder: de laatste twee jaar veel verminderd) noordse stern - Aan Baron Snouckaert van Schauberg komt de eer toe, ze in 1898 als broedvogel op Texel te hebben geconstateerd. Ze komt op dezelfde plaatsen voor als de vorige soort; schijnt steeds een legsel van twee eieren te hebben. Dwergstern - Tx: kleinstar, stare-klikkie Niet algemeen op het strand en in den polder (Thijsse: Volgens mijn waar nemingen nog vrij algemeen in den polder Het Noorden en in de Slufterduinen) (Daalder: De heer Thijsse heeft gelijk) Zwarte stern - TX: blauwwaterstar, Thijsse: ook blauwstar Broedt alleen bij Waalenburg in het gras op natte bodem, ongeveer 40 paren. (Daalder: ook bij het Hoogezandskil en in de Muij) Aalscholver - TX: schollevaar Het laatst in 1904 in de een denkooi bij Oudeschild. Nu uitgeroeid. Vroeger ook in bosjes onder de duinvoet. Slobeend - Algemeen in de duinvalleien broedend, ook enkele in de hooilanden. 22 Historische Vereniging Texel Nummer 126, maart 2018

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2018 | | pagina 24