ISsMba ÏÏtesMbs |Wte| van het eiland in de Waddenzee De Wilde Imker Een keer vroeg een bijen-vriend mij, hem te helpen bij het plaatsen van bijenkasten ergens in de Biesbosch. Het was heel laat in de avond dat we bij de Biesbosch aan kwamen. We tilden ons een ongeluk en we liepen en lie pen maar. Ik zei tegen degene die ik hielp: "Moeten we nog ver?" Kwam het antwoord: "Ik weet niet, we zijn verdwaald!" Eenmaal was Texel het middelpunt van imkerend Nederland. Ons land kreeg te maken met een parasiet, de Varroa-mijt. Deze mijt laat zich insluiten in het broed van bijen en vermenigvuldigt zich daar. Na een gering aantal dagen komen jonge mijten uit het broed en zijn dus niet alleen in aantal toegenomen, maar vernielen via hun aan wezigheid in dat broed ook de jonge bijengeneratie. Wij op het eiland bleven nog wel enige tijd gespaard voor de Varroa-invasie. Om te voorkomen dat de para siet het eiland toch bereiken zou, werd een vervoersver- bod ingesteld. Bijen mochten wel vervoerd worden naar de overkant, maar mochten niet naar ons eiland gebracht worden. Zo'n verbod is moeilijk te controleren, maar we hadden toch enig recht om mensen die 'voor ons onbe kende bijenkasten' plaatsten, daarop aan te spreken. Er was echter de groep Friese imkers, die hier al jaren waren en die met klem betoogden dat ze voor het hele bijen houden dubbele materialen hadden. In Friesland hun volken en gereedschappen en hier op Texel (ik weet waar ze stonden, maar of je dat vertellen mag?) ook nog eens apart alle benodigdheden. Niet al die imkers vertrouw den we, dat ze dat zo precies deden, maar ik moet hier als heel bijzondere uiteondering de heer Andringa noe men, uit Midlum. Een man met veel kennis en altijd be reid tot hulp bieden. En goudeerlijk. Die Varroa-mijt hield de gemoederen heel erg bezig en wij Texelse imkers besloten een Congres!, hier op het eiland, te houden, voor heel Nederland. Daarin zou alles rond deze mijt en de bestrijding daarvan, besproken worden. Uit alle delen van ons land kwamen imkers van naam en faam naar Ecomare, waar het congres gehouden werd. Als gespreksleider werd Teun de Wit gevraagd, op te treden. Hij was geen bijenhouder, maar wel gewend, als ex- Philipsman, zijn woordje te doen. En als niet-bijen-man was hij in die discussie volledig neutraal! Het was vooral leerzaam om alle grootheden op Bijengebied hier tezamen te hebben, maar zoals ik me herinneren kan, leverde het weinig concreets op. Uiteindelijk is het zelfs zo, dat we nu wel kunnen imkeren met eventuele aanwezigheid van deze Varroamijt. Het vervoersverbod telt nog steeds. En misschien is op dit moment dat vervoersverbod nog het meest zinvol voor de speciale bij, waar wij op het eiland mee imkeren en dat is de zogenaamde Zwarte Bij. "Onze" Zwarte Bij is duidelijk donkerder en doet het ei genlijk ten aanzien van ziekten en plagen best goed. Hij is, zou men kunnen zeggen, verminderd gevoelig voor narigheden. Simpel verteld gaat men er van uit dat deze 12 Historische Vereniging Texel Inhoud: 450 gram netto Zwarte Bij wat betreft erfelijke eigenschappen nog het dichtst bij de oorspronkelijke West-Europese bij staat en daardoor beter bestand is tegen kwalijke omstandigheden (parasieten, ziekten). Het is zelfs zo dat we geregeld bena derd worden door imkers tot in België toe, of we niet een 'zwarte' koningin aan ze kunnen leveren. Dat zou met veel moeite misschien wel kunnen, maar hoe imkert de Belgische man/vrouw dan verder met zo'n zwarte konin gin. Ze paart aan de overkant dan niet, en dat zou wel po sitiever werken met een zwarte dar, een zwart mannetje! Bijen hebben de neiging te zwermen. Dat doen ze als er te kort ruimte in de kast optreedt, dus als het volk te groot wordt. Een deel van het volk gaat dan zitten op een door hen uitgekozen plek. Zo'n bijenzwerm is heel bij zonder, maar hoe vaak wij imkers niet opgetrommeld worden om een zogenaamde bijenzwerm ergens op te halen. En als je er dan komt, blijken het hommels te zijn. Of de bijen zitten tussen het dakbeschot of hangen hoog in een boom. Dat is frustrerend voor de imker en de per soon die belde, want je kunt echt niet helpen. Maar je kunt ook een situatie treffen waarbij de bijenzwerm heel mooi zit. Dan geef je een ferme tik op de plek waar die zwerm zit en als een trage vloeistof vallen de bijen dan in een kast die je onder de zwerm geplaatst hebt. Dat le vert toch een dankbaarheid op! De Bijenvereniging Texel is een kleine vereniging en jonge leden zijn helemaal schaars, maar de vereniging leeft. En het is op dit moment wel zo, dat weer sprake is van enige jongere aanwas. Ik ben ruim 40 jaar Bijenhouder en kan het soms nog moeilijk vinden hoe ik een bepaald probleem met de bijen zal oplossen. Heel vaak ben ik door mede-imkers geholpen bij, in mijn ogen, onoplosbare praktijkproblemen. Maar ik heb geen enkele spijt van deze merkwaardige hobby en van het imkers-verenigingsleven. Nummer 126, maart 2018

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2018 | | pagina 14