Radio Oranje luisteren op de Zuid-Batterij Bas Huisman
Jannie van Heerwaarden-Huisman, inmiddels 93, werd tijdens de oorlog verplicht te werk gesteld door de Duitsers. Eerst op
Westerslag en daarna op de Zuid-Batterij. Samen met andere meisjes moest ze aardappels schillen en op bepaalde dagen ook ander
huishoudelijk werk verrichten. Haar vader en moeder hadden een kruidenierswinkel in Den Hoorn.
Voor het winkelwoonhuis op de huidige Diek 7, het woonhuis van Janny van
Heerwaarden-Huisman
Achter: Gerrit Kiljan, Hanna Huisman, Jan Huisman
Voor: Jan Zijm, Janny Van Heerwaarden-Huisman, Gerard en Hannie van
der Star, Jan Jacob van der Star. De foto is van net na de oorlog.
Het werk bestond, naast het aardappelschillen, onder an
dere uit sokken stoppen en kapotte kleding herstellen. In
de ruimte waar ze zaten stond ook een radio. 'Met wat
draaien aan de knoppen hadden we al snel radio Oranje
gevonden. Ik kan me het beginmuziekje nog heel goed
herinneren. Van de toespraken van koningin Wilhelmina
staat me eigenlijk niets meer bij. Bijna alle Duitsers die
daar rondliepen, vonden het wel goed dat we naar radio
Oranje luisterden. We werden alleen gewaarschuwd voor
een bepaalde officier; als die er aankwam, konden we be
ter de radio uiteetten. Voor het werk dat we deden kregen
we ook geld: 15,-- per week. Dat was helemaal niet
slecht voor die tijd. Ik werkte daarvoor voor hele dagen in
de huishouding bij een gezin in Den Hoorn en verdiende
3,--. Thuis hielp ik ook mee in het huishouden, maar
toen ik verplicht te werk moest bij de Duitsers, miste m'n
moeder me wel. Vader heeft toen met succes een vrijstel
ling aangevraagd bij het arbeidsbureau in Den Burg,
maar dat pikten de Duitsers niet. Twee soldaten met het
geweer op de rug kwamen me op een gegeven moment
thuis ophalen. Ik moest mee, maar wilde eerst niet.
Omdat we ook onderduikers in huis hadden, kon ik het
niet te hoog opspelen. Maar tussen twee Duitsers meelo
pen door het dorp (Den Hoorn) zag ik helemaal niet zit
ten. Wacht maar buiten het dorp op me, dan zien jullie me
daar wel, zei ik tegen ze. En inderdaad, daar stonden ze
netjes op me te wachten toen ik even later ach
ter ze aan was gegaan. Het was natuurlijk niet
fijn om verplicht werk te doen, maar de
Duitsers zorgden eigenlijk wel goed voor ons.
We werden een keer gewaarschuwd voor
mannen met tulbanden die ook op de Zuid
Batterij waren gekomen. Daar konden we be
ter niet alleen mee zijn, werd ons verteld. Dan
kon het wel eens 'verkeerd' gaan. Van de
Duitsers kreeg ik ook een fiets, wel met anti-
plof banden, maar toch. Ik had er zelf ook wel
een, maar vader had die in de schoorsteen ver
stopt in het huis van oma Jannetje Huisman-
Gieles. Ze woonde op Diek 14. Toen de oor
log afgelopen was, moest ik nog wat eigen
spullen ophalen op de Zuid-Batterij. Dat deed
ik toen op m'n eigen fiets. Hoewel die toch een
hele tijd in de schoorsteen had gehangen, was
die helemaal schoon toen ik er weer opstapte.
Ik denk dat vader hem vast wel schoonge
maakt zal hebben. De Duitsers vonden het
trouwens wel een slimme zet van me, dat ik
m'n eigen fiets verstopt had.'
In het Waldlager heeft Jannie nooit gezeten.
Op de foto's die daarvan in het septembernummer ston
den staat niet zij, maar haar zus Hanna.
Het huidige Diek 7 ten tijde van de mobilisatie 1914-1918.
Jannetje Huisman-Gieles, de oma van Janny van Heerwaarden-
Huisman, Cornelis Huisman, de vader van Janny en een
ingekwartierde soldaat die Volkers heette.
Foto's coll. Janny van Heerwaarden-Huisman
12
Historische Vereniging Texel
Nummer 125, november 2017