Loodsmanswelvaren in 1939
Op een gegeven moment werd mijn vader één, soms
twee middagen per week z'n bakkerij uitgestuurd ten be
hoeve van Duitse bakkers. Die bakten voor hun feesten
de lekkerste dingen. grondstoffen in overvloed, Boter,
suiker, room, eieren, waar wij mondjesmaat en op de bon
soms nog iets van konden krijgen in de winkels. Er wa
ren twee bakkers, Albert en Karl. Soms kwamen ze met
z'n tweeën, soms elk apart. Karl was een jonge, felle vent,
een echt Nazi dachten we. Oppassen dus met wat je zei.
Albert was een oudere man, rustig en zachtaardig. Hij
was de oorlog totaal zat en moest niets hebben van Hitler
en z'n bende. Hij wou naar huis. Na een tijdje had m'n
vader door dat van hem niets te vrezen was. Er ontstond
een soort voorzichtige verstandhouding. Hij informeerde
stiekem bij m'n vader hoe het volgens de geheime
Engelse radio vorderde met de oorlog.
Onder de werkbank in de bakkerij was
een diepe hoge lade, de sukerla, die ui
teraard (in 1944) al maanden leeg was.
Als Albert geweest was, vonden we er
soms wat suiker, boter, eieren, soms een
stuk Kasetorte (zoete gebakken kwark
taart) of ander lekkers. Toen m'n vader
iets mompelde als een bedankje, werd
Albert boos. Niet over praten, was het
devies en ze begrepen elkaar. "Albert is
m'n vriend" zei m'n vader eens. Mijn
voorzichtige moeder schrok. "Hou je
mond!" riep ze. Na zo'n bakmiddag
reed 's avonds een Duitse vrachtwagen
voor om al dat lekkers op te halen.
Niet zo mooi
Op zo'n avond - ik lag al in bed -
hoorde ik de auto stoppen voor ons
huis. Druk Duits gepraat en gelach. Ik
hoorde ook een vrouwenstem. Ik m'n
bed uit en toen ik uit het raam keek,
zag ik nog net hoe een Duitse soldaat
een meisje in een lange baljapon in z'n
armen optilde en in de achterbak zette.
Een meisje uit Den Hoorn! Ze strib
belde zogenaamd tegen en wat hadden
ze een lol! De manden en dozen gebak
werden ook ingeladen en weg reden
ze. Mijn zus zag eens dat zelfde meisje
samen met haar oudere zus, beiden in
een lange jurk, in de cabine stappen.
Tja, de twee mooiste meiden van Den Hoorn. Dat was
niet zo mooi...
Voor ons kinderen was het verwarrend, want het waren
eigenlijk aardige en keurige meiden. Mijn ouders praat
ten hier met ons nooit over. Was het een taboe? Of wilde
ze ons beschermen tegen de "boze wereld". Niemand
had toen nog enig idee van de onvoorstelbare gruwelijk
heden in de concentratiekampen.
Slot
Toen ik deze herinneringsflitsen opschreef, kwam er nog
veel meer bij me boven. Een zee van herinneringen ligt
nog ongeschreven in hoofden van veel oudere mensen,
die de oorlog 1940-1945 bewust meemaakten. Veel verha
len zullen we nooit kennen.
foto's uit de collectie van Gré Dros
Co Dros in zijn bakkerij, dertiger jaren
Nummer 125, november 2017
Historische Vereniging Texel
11