Jeugdherinneringen uit de oorlog
Gré Dros
Veel herinneringen zijn na wetenschappelijk onderzoek onbetrouwbaar gebleken. Doordat je in je leven een ontwikkeling door
maakt, kunnen herinneringen gekleurd worden of vervormd raken. Hier volgen wat herinneringen van mij als kind uit de jaren
1939-1945 en u moet ze maar nemen voor wat ze zijn.
Jaap Lub
Sommige van die soldaten gingen 's zondags naar de
Hoornder kerk en m'n vader nam er vaak een paar mee
om de koffie. Ik herinner me bijvoorbeeld Jaap Lub, een
Noordhollander die prachtig Westfries praatte. In Den
Hoorn ging het volgende verhaal over hem:
Na de capitulatie op 14 mei moesten de wapens ingele
verd worden. Ze moesten ze op een hoop leggen, één
voor één, op afroep van hun naam. Jaap Lub weigerde,
hij had nog geen schot gelost om z'n vaderland te verde
digen. Hij kon z'n geweer niet loslaten, maar hij moest!
Als laatste werd hij opnieuw afgeroepen en stond hij
daar met een verbeten gezicht. Na een tijdje smeet hij zijn
geweer op de hoop en riep op z'n Westfries: Dèr dèn
(Daar dan!)
Gré Dros, 9 jaar
Spannend
1939. Ik was 9 jaar toen de mobilisatie begon. Midden in
Den Hoorn, tegenover ons huis, nu Herenstraat 31, stond
de boerderij van Bremer. Dat was een grote stolp met rie
ten dak, een grote schuur en wagendeuren aan de straat.
In die schuur waren soldaten van de Genie gelegerd.
Voor ons, kinderen, een spannende zaak. Ze marcheer
den door de straat en wij speelden het na, in optocht, met
stokken "Voorwaarts...Mars! Presenteeeerrr...gewéér!"
enzovoort. De oorlogsdreiging ging aan ons kinderen ge
loof ik voorbij. Bovendien waren het aardige jongens.
Soms zaten ze op de stoep en wij vermaakten ons prima
met hen. 't Was nieuw en spannend!
Geniesoldaten tijdens de mobilisatie voor de boerderij van
Bremer
Dick Drijver, Bep en Fien Dros en Dory Drijver bij een zoek
licht, mobilisatie 1939
Het is oorlog
Van 4 mei 1940 herinner ik me de ernst van mijn ouders
en de schoonheid van de natuur. We kwamen 's morgens
beneden en mij ouders zaten heel stil aan de ontbijttafel.
M'n vader zei heel ernstig "Het is oorlog." Je had als
kind geen idee wat dat zou betekenen. Even later ston
den we buiten in de stralende zon in de tuin. We keken
naar onze bloeiende kastanjebomen, de Japanse kers, de
perenboom, de seringen. Het was een buitengewoon
mooi voorjaar, dat jaar. Dat hoor je nu nog vaak. Of be
leefden we het zo, in contrast met "Het is oorlog"?
Nummer 125, november 2017
Historische Vereniging Texel
9