Logeren in de Witte Olifant Simon Dros
Gerrit woonde niet ver bij ons vandaan. Geen wonder dat we vriendjes waren. Even oud en dus in dezelfde klas.
De vader van Gerrit kwam aan het eind van 1945 vrij onverwacht thuis. Hij was marinier van beroep en had de slag in de Javazee mee
gemaakt. Hij kwam in Australië terecht en moest daar wachten op repatriëring. Door de vele jaren die hij in het buitenland zat voor het
corps mariniers, was hij in 1946 gepensioneerd. Maar daarvoor had hij al een stekkie gevonden in de wapenkamer van De Mok.
In de jaren 1949 en 1950 waren er 's winters geen mari
niers aanwezig op De Mok. 'Ome' Joop Terwindt, de va
der van Gerrit, werd aangesteld als wachtcommandant
en mocht met zijn gezin een half jaar in het huis van de
commandant wonen. Dat huisje heette 'De Witte Olifant'.
In die periode fietste Gerrit naar Oudeschild om naar
school te gaan en soms mocht ik een weekendje komen
slapen. Wat een feest! Het terrein was één grote zandbak.
Gerrit wist de beste plekken om hulzen op te graven.
Nou, er lagen er heel veel. Op het 'puntje' van de dijk
spoelde altijd veel hout aan en dat werd geborgen voor
de houtkachel. Ook balken en grote planken werden
door ome Joop veilig gesteld en later aan boeren ver
kocht.
Vanuit den Hoorn en uit de polder kwamen veel stropers
op De Mok af. We vonden veel strikken voor konijnen en
fazanten en Gerrit had wel gezien hoe een stroper met
een tik, met de vlakke hand achter de oren, een konijn
het beste in één keer uit zijn lijden kon verlossen.
Vader Joop had de kunst afgekeken. Bij een bunkertje
ontdekte hij dat er een ruimte was onder de vloer en dat
er konijnen in zaten. Hij stak zijn arm erin en greep er
een, twee, drie en nog veel meer konijnen. Na een klap
achter de oren wierp hij de beesten achteloos over zijn
schouder en ging door met grijpen en graaien. Toen hij
niets meer kon voelen keek hij voldaan achterom om zijn
buit te aanschouwen. Zijn techniek had hem in de steek
gelaten. Alle konijnen waren weggelopen.
Al zwalkend kwamen we ook wilde katten tegen.
Schuwe beesten. Die hadden het maar gemakkelijk met
al die stropers. Vaak zagen we half aangevreten beesten
in een strik hangen. Na twee winters kwam er een einde
aan de winterse verhuizingen naar De Mok, dus ook aan
de logeerpartijen. Het is al 65 jaar geleden, maar wat een
heerlijke dagen vol met vondsten en nieuwe ervaringen.
Het huisje van de commandant van de Mok werd De 'Witte
Olifant genoemd, naar het vlaggenschap van de 17e eeuwse
admiraal Isaac Sweers. De "kajuit" van de commandant van
De Mok was niet de enige vernoeming: ook het verblijfvan de
onderofficieren van 'het Marine Opleidingskamp in Hilversum
heette De 'Witte Olifant en het was de bijnaam van het marine
fregat Isaac Sweers. foto's coll. A. van Gils
Nummer 124, september 2017
Historische Vereniging Texel
31