Hoe is het de katholieken op Texel vergaan na de reformatie? Sjaak Schraag
In 1644 liet de Texelse baljuw Dirk van der Does op bevel van het Hof van Holland alle bezittingen van de rooms-katholieke kerk
en haar kerkelijke personen op Texel in beslag nemen. Als basis daarvoor diende onder andere een door pastoor Florentius opge
steld register van onroerend goed. Eind dat jaar stelde een jurist van het Hof van Holland een lijst op, waarin ook het kerkelijk zil
ver opgenomen was. Dit leverde aanvullende informatie over de geschiedenis van de katholieken op Texel en vooral over hun
schuurkerken.
Maarten Luther maakte op 31 oktober 1516 in Wittenberg
zijn 95 stellingen bekend. Twaalf jaar later, in 1528, werd
In de kerk van De Waal het Mariabeeld Sinte Omcommer
uit de kerk verwijderd en in de klokkentoren opgehan
gen/ Dat was een voorbode van de beeldenstormen. In
september 1564 had bisschop Nicolaas van Nieuwland
Texel bezocht om sommigen die van herdoperij beschul
digd waren ''ten rechten weghe'' te brengen." Hij sprak
niet alleen met de pastores, hij trad ook daadwerkelijk
op. Hij ging de huizen van een aantal dopers binnen,
waar de ouders tegenover pastoor Valckoogh weigerden
de kinderen te laten dopen en doopte ze eigenhandig/"
Wilhelmus Lindanus, de bisschop van Roermond, die als
deken van de Hofcapel in Den Haag vertoefde, kwam
hulp bieden om zo mogelijk de afgedwaalden door lee
ring en overreding tot inkeer te brengen. Lindanus was
reeds voor 1563 op Texel om de katholieken in hun ge
loof te versterken en in 1566 gaf hij 'De cleyne catechis
mus, ter liefden allen catholieken sonderlinck die van
Thesselt' uit.iv
Op 25 maart 1571 hielden de Watergeuzen een beelden
storm op Texel. Dat waren roerige tijden.
Tijdens de eerste Statenvergadering in 1572 na de om
wenteling van 1571 werden alle katholieke kerken, pasto
rieën, scholen, kloosters, de landerijen en overige bezit
tingen van katholieke organisaties door de calvinisten in
beslag genomen en gingen over naar de bevoorrechte,
heersende Gereformeerde Kerk. Uit de opbrengst daar
van werden dominees, schoolmeesters, kosters en ook
het onderhoud van de kerken betaald.
In 1572 waren er op Texel de volgende priesters: Cornelis
Luytjes in Oosterend; Jan Dircks in De Waal; Frans
Ariaansz. Valckoogh in Den Burg, Ewout Jacobs, leraar in
De Westen alsmede Anthonius Cornelius Stam, voorheen
pastoor van De Koog. Ze werden in 1574 ontslagen. Deze
priesters hadden toen geen inkomsten meer en moesten
werk zoeken om in hun onderhoud te kunnen voorzien.
Alleen Frans Ariaansz. Valckoogh liet zich in 1575 refor
meren. Hij werd later secretaris van de gemeente Texel.
De mensen die overgingen naar de gereformeerde gods
dienst deden dat vooral omdat ze het oneens waren met
de gang van zaken in de katholieke kerk. Er waren na
tuurlijk ook personen die om den brode overgingen naar
het calvinisme. Maar als katholieke ambtenaren weiger
den protestant te worden, kwam dat neer op verlies van
het ambt en dus van inkomen. Nu waren er niet veel
ambtenaren op Texel, armen des te meer. De armengoe-
deren en armenkassen van de katholieke kerk, bestemd
voor het onderhoud van de armen, werden in beslag ge
nomen. Veel armen die afrankelijk waren van de bede
ling, zwichtten vaak als eersten voor de protestantise
ring. Zij waren voor voedsel en kleding immers
afrankelijk van de voormalige katholieke armenkassen
en armengoederen. Toch bleven veel katholieken op
Texel na de reformatie het vaderlijk geloof trouw omdat
ook de (meeste) priesters niet overgingen. Er was een
sterke katholieke gemeenschap. Ook de geïsoleerde lig
ging van Texel kan een reden geweest zijn. Er werd niet
hard opgetreden door de baljuw omdat veel officieren
nog katholiek waren of niet anti-katholiek.
Albert Eggius, lid van het kapittel van Haarlem en
Sijbrand Sixtius, pastoor in Amsterdam, bezochten tijdens
een visitatiereis in 1594 ook Texel waar zij een viertal voor
malige priesters aantroffen die burgerlijke ambten aange
nomen hadden. In het laatst van de 16e eeuw was zeker
het grootste gedeelte der Texelaars het katholieke geloof
nog blijven belijden. Met name mensen die niet in over
heidsdienst en niet armlastig waren konden niet geprest
worden tot overgang. Op Texel bleef een grote katholieke
gemeenschap: In 1622 bedroeg het aantal inwoners op
Texel 4664. In 1635 waren er 1000 communicanten (perso
nen van twaalf jaar en ouder); verhoogd met 25% voor
kinderen van 0 tot 12 jaar is totaal 1250, dus ongeveer
26,8% van de Texelse bevolking was toen katholiek.
Maatregelen tegen andersgelovigen
Verboden werd de uitoefening van de katholieke gods
dienst waar dan ook, het opdragen van de Heilige Mis,
het toedienen van de Heilige Sacramenten en het geven
van godsdienstonderricht. Er stonden ook straffen op het
geven van gelegenheid daartoe. Vanaf 1572 bestond wel
godsdienstvrijheid, maar de uitoefening daarvan werd
andersgelovigen moeilijk gemaakt. Ook was het verbo
den eigen scholen te hebben en buitenlandse katholieke
universiteiten te bezoeken. Vervolgens mochten katholie
ken en andersgelovigen, zoals doopsgezinden, geen pu
blieke ambten bekleden.
De katholieken kwamen in verweer
tegen de verdrukking
De katholieken op Texel gingen enorm tekeer over de
maatregelen die tegen hen genomen werden.
Daarom werd door de gereformeerden van Texel tijdens
de Synode in Enkhuizen in 1578, hulp en troost bij de
22
Historische Vereniging Texel
Nummer 124, september 2017