Ferry Zwanenburg
Simon Dros, Bas Huisman
Naar aanleiding van het verhaal en de foto's van Els ter Braak gingen we op bezoek bij Ferry Zwanenburg. Hij is inmiddels 94
jaar, woont in Den Hoorn en kwam tijdens de oorlog vanuit Velsen als onderduiker naar Texel. Een periode als dwangarbeider in
Duitsland ging daar aan vooraf. Op Texel werd hij tewerk gesteld bij het Jacobslager om onder andere bunkers te camoufleren. In
deze periode ontmoette hij ook zijn latere vrouw, Annie Troost.
Op 13 november 1922 werd Ferry geboren te Velsen. In
zijn jonge jaren volgde hij een opleiding tot machine
bankwerker aan een avondschool, overdag werkte hij als
leerling in een machinefabriek te Beverwijk. In 1942 werd
hij opgeroepen zich te melden bij Arbeidseinsate. Het
kwam er op neer dat hij gedwongen werd in Duitsland te
gaan werken. Ferry gaf geen gehoor aan de oproep en
dook onder. Het leek goed te gaan, maar in 1943 werd hij
opgepakt tijdens een controle. Samen met andere lotge
noten werd hij direct op transport gezet naar Duitsland.
De reis eindigde bij een betonfabriek bij Mainz am Rhein.
Daar werd hij te werk gesteld. De omstandigheden wa
ren daar slecht vertelde Ferry. Gelukkig had hij wel enige
bewegingsvrijheid en mocht af en toe de stad in. De
Russische dwangarbeiders, die daar ook werkten, moes
ten binnen de poorten blijven. Er brak difterie uit in het
kamp. Ook Ferry werd ziek en moest worden opgeno
men in een hospitaal. Na zes weken verblijf daar knapte
hij weer wat op. Door een arts werd hij gedeeltelijk afge
keurd voor het werk en mocht tijdelijk weer naar huis.
Later hoorde hij dat hij veel geluk had gehad; een week
later werd de betonfabriek plat gebombardeerd. Eenmaal
thuis duikt Ferry weer onder. Via het verzet werd een
plaats als arbeider geregeld in het Jacobslager op Texel.
Op 3 februari 1944 reist hij volgens afspraak af naar het
eiland. Bij de boot in Den Helder stond een contactper
soon uit Zaandam hem op te wachten en overhandigde
hem een deugdelijk persoonsbewijs met een vrijstelling
voor Arbeitseinsate. Samen maakten ze de overtocht en
bij de controle te Oudeschild verliep alles gelukkig goed.
Te voet ging het verder naar Den Hoorn Het was donker
en het regende. Bij aankomst bij het Jacobslager was men
echter niet op de hoogte van zijn komst en werd hij door
gestuurd naar het Waldlager. De volgende dag meldde
Ferry zich weer bij het Jacobslager en nu was men wel op
de hoogte. De werkzaamheden aan de bunkers waren
toen al zo goed als klaar en er was weinig te doen. Bij een
wandeling op het terrein zag Ferry een schuurtje waar
een aantal meisjes aardappelen zaten te schillen voor de
manschappen op de Zuid-Batterij. Met een van de meis
jes, Annie Troost, trouwde hij later. Omdat de werk
zaamheden bij het Jacobslager ten einde liepen, moesten
alle arbeiders weer van het eiland vertrekken. Maar Ferry
bleef en dook onder. Eerst bij Sieme Lap. Hij had een
boerderij op het Zouteland aan de Mokweg. Op de zol
der van de schuur was met pakken stro een ruimte ge
maakt waar Ferry kon schuilen. Overdag hielp hij, als het
even kon, mee op de boerderij. Niet veel later verwis
selde hij van onderduikadres. Het werd het ouderlijk
de man met de gitaar is fan Huisman
(foto's coll. Ferry Zwanenburg)