flesje boven op zijn hoofd; het bloed stroomde eruit. Een andere jongen, nogal een vechtersbaas, stond op en ging Jan van Dorp te lijf. Er ontstond een grote vechtpartij. Jan van Dorp werd zowat afgemaakt. De politie werd ge waarschuwd maar voordat deze kwam zei de baas van het Lager tegen vijf mannen: "jij, jij, jij, jij en jij, de duinen in!" Jullie mogen hier niet zijn. Dat waren onderduikers, onder valse naam verstopt in het Lager. Zij gingen naar buiten en keken vanaf een duin toe wat er in het Lager gebeurde. Er arriveerden vier mannen en deze gingen het Lager binnen: burgemeester Rijk de Vries, politie agent Looyen, een arts en nog een man. Na hun vertrek en nadat de rust is weergekeerd, kwamen de vijf mannen uit de duinen weer tevoorschijn. Jan van Dorp, die het flesje gegooid heeft, moest voor straf het eiland verlaten. Op een dag kwamen er twee meisjes bij het Lager aan; een grote en een kleine en deze laatste heette Tiny. Ferry Zwanenburg en Ab Wouda uit Krommenie gingen met de meisjes in de duinen wandelen en praatten heel wat af. De maandag hierna ontving Ferry een brief van zijn zuster en zij schreef: "Je mag niet naar huis schrijven, de Duitsers hebben een inval gedaan; vader hebben ze tegen de muur aangezet". 's Avonds kwam het meisje Tiny naar het Lager en zij vertelde Ferry dat zij de volgende dag het eiland moest verlaten. Zij kwam uit Medemblik. Dit bericht kon er nog wel bij; eerst het nieuws van zijn zuster en nu het vertrek van Tiny. Hij vertelt haar over de brief en op haar vraag of hij een onderduiker was, ant woordde Ferry dat hij gezocht werd en al twee vreselijke oorlogsjaren achter de rug had. In het 'Jacobs Lager' zat een oudere man, ook uit Medemblik. Hij reed met paard en wagen op en neer van het Lager naar de Zuid-Batterij. Op woensdag na Tiny's vertrek kwam de man uit Medemblik naar Ferry toe en zei: "Ik heb een brief van Tiny voor jou". Toen vroeg hij of Ferry nog meer over Tiny wilde weten. Hij kende haar namelijk erg goed en vertelde: "Tiny en dat andere meisje zijn zusters en bei den lid van de Jeugdstorm. Hun broer is SS-er en de man van het andere meisje is SS-er en vecht aan het Oostfront. Hun thuis is het hoofdkwartier van de NSB". Ferry was geschokt en vloekte omdat hij haar het een en ander ver teld had. Toch opende hij de brief. Zij schreef dat hij een steengoede Ausweiss had en vroeg of hij vrijdagavond naar Medemblik wilde komen. Een jongen in het Lager, Visser uit Rotterdam, stelde voor dat hij de brief voor Ferry zou beantwoorden. Hij schreef: "Ferry is plotseling van Texel vertrokken; hij moest weg. Ik weet niet waar heen. Daarom heb ik de brief opengemaakt en deze be antwoord". Nooit meer heeft Ferry iets van deze mooie dame gehoord! En wat bleek nog meer? Een breed huis op Klif was voor de helft gevorderd door de Duitsers. Het was in gebruik als bordeel voor de Duitse officieren. Tiny en haar zuster hebben anderhalf jaar lang in dat huis gewoond en gewerkt. Jannie Huisman, Annie Troost en Jo Slegtenhorst, zomer 1944

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2017 | | pagina 14