Alle dagen liepen zij, door weer en wind, naar de Zuid Batterij. Er zat niets anders op, want de fietsen zijn door de Duitsers afgenomen. Maar als een van hen naar de Ortscommandant in Den Burg moest, kreeg ze van de Duitsers een fiets met massieve banden te leen. fo Slegtenhorst herfst 1944 Aan het einde van de Witteweg, vlakbij het strand, kwamen zij bij een hek en pal ervoor stond een groen hokkie. Daar zaten zij elke dag voor de Duitsers aardappels te schillen. De meisjes vonden het he lemaal niet leuk, maar ja, het moest. Bij goed weer zaten de meisjes buiten voor het hokkie. Pas als zij klaar waren met het schillen van de honderden kilo's aardappe len, mochten zij naar huis. En dat elke dag weer! Direct achter het huidige sportveld van ZDH in Den Hoorn, net voor de duinen aan de Witteweg, stond een groot kamp, het Jacobs Lager. Hier woonden burgers, mannen, heel veel Brabanders, die te werk gesteld waren bij de Wehrmacht. Zij moesten elke dag naar Paal 9 lopen om de bunkers, ter camouflage, met zand te bedekken. Een van hen was Ferry Zwanenburg. Op zijn vlucht voor de Duitsers aan de vaste wal is hij op 3 februari 1944 in dit Lager terecht gekomen. Omdat er weinig werk was, ging Ferry regelmatig een eindje wandelen. Op een van deze wandelingen zag hij een groen houten hokkie en enkele meisjes. Reden voor hem om eens te gaan kijken. Hij groette de meisjes en vroeg hen wat ze aan het doen waren. "Aardappels schillen voor de Duitsers" was hun antwoord. "Ken ik jullie helpen?". "Ja, want hoe eerder we klaar zijn, hoe eerder we weg mogen" zeiden Neel Drijver, Jo Slegtenhorst en Annie Troost in koor. Ferry meldde zijn voorman dat hij ging helpen aardappels schillen om iets om handen te hebben. Niet elke dag was hij present maar als hij er was, praatte hij meer dan dat hij schilde. De dames en vooral Annie vonden het wel ge zellig. Een paar jaar later trouwden Annie en Ferry. In die tijd werkte in het Jacobs Lager ouwe Henk Slegtenhorst als kok. Op een dag zei hij tegen het mans volk (er zat een heel koppel zowel jongeren als ouderen): "Mannen, morgen eten we spruitjes en die moeten jullie vanavond schoonmaken." Zo gezegd, zo gedaan. Een eindje verderop zat Jan van Dorp uit Vlaardingen een brief aan zijn moeder te schrijven. Hij kreeg regelmatig van jongens een spruitje tegen zijn hoofd gegooid. Toen Jan het op een gegeven ogenblik zat was, pakte hij een flesje surrogaat limonade en gooide dat naar de jongens. Echter, niet zij maar de man uit Heemstede kreeg het fo Slegtenhorst en Annie Troost Nummer 124, september 2017 Historische Vereniging Texel 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2017 | | pagina 13