In Jaaps tekst wordt ook genoemd Piet Kooiman (overleden in 2016), die zat met enkele anderen in het zevende leerjaar achter in
het lokaal, waar overigens ook de vijfde klas nog was ondergebracht.
In het voorjaar van 1946 werden twee uitstapjes georganiseerd. Eerst dat wat Jaap heeft beschreven, daarna nog een keer "Met
Brouwer naar de Schorren". Hiervan staat me niets meer bij. Er is bij mijn weten ook geen neerslag van bewaard gebleven. Van de
middag in de Mielanden bleek bij mijn navraag onder voormalige klasgenoten alleen bij Lies en Trijnie nog iets te zijn hangen ge
bleven. Mij herinnert een litteken aan mijn pink blijvend aan dit gebeuren. Een geluk dus dat dit uikonderlijke document de jaren
heeft doorstaan.
Jaap vertelt dus over de Mielanden. Dat zijn wat drassige weilanden tussen De Waal en Oudeschild.
Kennelijk waren dat vanuit landbouwkundig oogpunt weinig waardevolle gebieden. Kooiman tenminste schrijft daarover: "De ge
deelten der zoogenaamde Mielanden en Langewalen, welke in staat van onvruchtbaarheid verkeeren, worden niet in den [dijk-]om-
slag begrepen, totdat die staat van onvruchtbaarheid, waarop de vrijdom dier landen gegrond is, kan geacht worden te hebben op
gehouden" (Kooiman, 942). Thijsse en Drijver hadden daar heel ander oordeel over.
Jaap noemt in zijn verslag ook enkele personen, zoals de vogelwachter [Klaas] Kalis, Over hem schreef Thijsse in 1936: "Kalis
werkt er met groote ijver; ik heb geprobeerd hem te verrassen [d.w.z. het terrein ongemerkt binnen te gaan, K] maar wat kan die
kerel lopen!" (Brieven, 96) Ook Drijver was vol lof over Kalis en zijn collega's: "Een dergelijk gebied stelt bijzondere eischen aan
de bewaking, doch de Texelsche vogelwachters tellen zulke moeilijkheden niet" (Texel, 151). Kalis zelf was volgens Tine een grote
donkere man met pet, die pruimde. Hij was gescheiden en woonde achter waar nu de Zelfpluktuin is.
Kalis moest voor betreding toestemming vragen aan voormalig eilandgenoot Jan Drijver in Amsterdam. Deze werd nog in 1930
door Thijsse (Brieven, 37) "de jonge postbeambte op Texel" genoemd, maar werd in dakelfde jaar de eerste betaalde kracht bij (de
Vereniging tot Behoud van) Natuurmonumenten. Hij werd daar uiteindelijk directeur en hij gaf ons dus in 1946 toestemming het
Mieland (dat volgens hem weiland, miede weide, betekent) te betreden. Drijver zelf was nog in 1934 van mening "dat deze aan
eenschakeling van lage landen zich minder daartoe (d.w.z. voor bezoek) leende dan eenig ander broedterrein" (Texel, 150).
Nog een enkele opmerking over de illustraties die Jaap zelf in de tekst verzorgde. Zijn methode van illustreren doet aan de Thijsse-
albums denken: losse vogelplaatjes tekenen en inplakken, zoals bij voorbeeld in het album Texel van 1927. Hij maakt er tegelijk een
invuloefening van. Maar meer dan uit de overgetrokken en ingekleurde vogelplaatjes blijkt uit zijn eigen zwart-wit tekeningetjes,
dat hij naast een goed schrijver ook een niet onverdienstelijk humoristisch tekenaar was. De overlevering wil dat hij daarbij bij de
voetjes van de afgebeelde personen begon. Nu volgt de ongewijzigde tekst van Jaap.
Vrijdag 10 Mei zijn wij (de zesde klas) met meester naar
de Mielanden geweest. Mieland was vroeger waarschijn
lijk Mientland (is grasland). Het Mieland is laag weide
land tussen de Prins Hendrik Polder en Nieuweschild.
De Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten be
zit er 2 stukken van: het Molenmieland bij Oudeschild en
het Büttikofers Mieland, dat genoemd is naar den vroe-
geren voorzitter der Nederlandse Vereniging tot
Bescherming van Vogels.
's Middags om 1 uur zijn we van het schoolplein vertrok
ken. Maar bij het huis van vogelwachter Kalis aangeko
men moesten we eerst wel drie kwartier wachten, daar
meester eerst naar Amsterdam moest opbellen of het
goed was dat we met Kalis meegingen. Gelukkig gaf
Meneer Drijver toestemming. Maar.... Kalis z'n fiets was
defect. En wie wou Kalis nu een fiets lenen?
Piet Kooiman wou zijn karretje wel afstaan, maar deze
fiets was wat klein, maar 't ging toch, al stond het een
beetje zot. Piet moest bij meester achterop. Na een kwar
tiertje fietsen hielden meester en Kalis - die voorop reden
- ineens stil. Aan de slootkant was het nest van een broe
dende wilde eend die bij onze nadering niet eens opge
vlogen was. Na even gekeken te hebben stapten we weer
op en reden verder.
Nummer 123, juni 2017
Historische Vereniging Texel
MET KALIS DOOR DE MIELANDEN.
9