detail schilderij
Eieren zoeken was een jongensaangelegenheid. Elke jon
gen had wel een verzameling, groot of klein. Ook het vo
gelen was lang een mannending. Zo ook nog bij de op
richting van de Vogelwerkgroep in 1982. Pas de laatste
decennia hebben de vrouwen een grote inhaalslag ge
maakt. Een kleine nuance kwam van Maarten Stoepker
die vertelde dat aan De Koog ook wel meiden waren met
een verzameling. Wellicht wat beperkt in omvang en niet
allemaal zelf gezocht, maar toch.
Het verzamelen zelf was een intensieve bezigheid. Je
ging lopend op pad door bos en duinen. Je kon, zoals
Leo Daalder en zijn enthousiaste onderwijzer Donia, am
per wachten tot de school uitging. Sommige "gewone"
eieren lagen uiteraard voor het oprapen. Voor andere,
zeldzamere exemplaren moesten wat meer toeren wor
den uitgehaald. Voor Lepelaars in de Muy moest het toe
zicht van de toen nog volop aanwezige vogelwachters
worden getrotseerd. Torenvalken broedden gewoon in
de Dennen. Kasten had je nog niet en dus moest je de
boom in.
Ook voor de Reigerkolonie in de Dennen bij de Mient
(1949) of het Pelikaanbos vloog je als een aap omhoog al
dus Leo. Nog bonter maakte een vader en zoon het die
het voorrecht hadden op vaarexcursie mee te mogen naar
de Schorren. De enige plek waar destijds Grote Sterns
broedden. De een leidde volgens vooropgezet plan de
vogelwachter af terwijl de ander snel het ei roofde.
Dan kwam het uitblazen. Daartoe moesten er twee gaat
jes in het ei worden geprikt. Heel voorzichtig. Eén boven
en één onder. En dan moest je proberen met kracht en
veel beleid de inhoud eruit te blazen. Gezien de fragiliteit
van vooral de kleinste eieren hoeft het geen betoog dat er
hierbij nog wel eens eentje sneuvelde. Ook als het ei al
bebroed was, was dat een hele toer. Volgens Maarten
Stoepker ging het beter als je de gaatjes niet precies bo
ven en onder prikte maar een ietsje aan de zijkant. Daar
was de schaal wat sterker. En het uiteuigen was veiliger
dan het uitblazen. Wel kreeg je dan de inhoud in je
mond, met het risico op een embryo, maar je moest er
wat voor over hebben.
Nummer 122, maart 2017
Historische Vereniging Texel
29