De Cocksdo(pJ"L'?£elr Ned. Herv Kerk
plannen van Zaterdag, n.l. waar we ons zouden voorstel
len, bij de burgemeester of bij de dominee en wie het
woord zou doen. Aangezien Koppenhol de oudste was,
was hij daar eigenlijk voor aangewezen, maar hij zag er
nogal tegenop, ook mijn broer Jacob had niet veel ambi
tie; hij wilde het liever aan mij over laten, zodat ik er niet
onderuit kon en de zware taak maar op mij nam.
Na dit besluit gingen we dan maar weer naar de kooi, al
heeft het me nog wel een poosje wakker gehouden.
Zaterdagmorgen 6 Maart. Een bedoening van jewelste
om ons een beetje toonbaar te maken voor de komende
voorstelling. Dan gingen we met z'n vieren naar het dorp
om ons te laten scheren, want dat hadden we sedert de
uitreis niet meer laten doen. Vervolgens het huis van de
dominee opgezocht, aangebeld; de man deed zelf open
en verzocht ons binnen te komen. Het was nu eenmaal
mijn opdracht en ik stelde ons aan hem voor als vier
Zeeuwsche vissers, die noodgedwongen naar hier waren
gekomen om een vrachtje mosselen bij een te zoeken en
die in Zeeland te verkoopen. Onze wederwaardigheden
en tegenslagen had hij reeds vernomen van postschipper
Buis, tevens dat onze voorraad bedenkelijk geslonken
Foto interieur N.H. kerk Cocksdorp coll.fam. Huisman
was. Hij betreurde een en ander ten zeerste en infor
meerde ook naar onze gezinnen in Zeeland. Verder zei
hij ons dat er op het dorp al plannen beraamd werden
om ons te komen bezoeken. De postschipper evenwel,
die ons elke dag sprak, had hen op de hoogte gehouden
en gezegd dat wij ons nog wel een paar dagen konden
redden en dat wij voorts van plan waren om Zaterdag
naar het dorp te komen, zodat ons bezoek niet onver
wacht kwam. We moesten nu maar eens vertellen wat we
nodig hadden. We deden dat uiterst voorzichtig en be
scheiden, want we wilden voor alles de indruk vermijden
als zouden wij van hun goedheid willen profiteren.
Onderwijl werd ons nog een bak koffie gebracht en een
Sigaar.
We moesten nog wat blijven zitten en vertellen wat ons
uit Zeeland naar hier gedreven had, wat we hem in 't
kort hebben toegelicht. De man was kennelijk met ons
begaan en verzocht ons om 's middags terug te komen,
hij zou dan voor een en ander z'n maatregelen treffen.
Tevens zei hij ons dat we bij boer van Eerwaarde aan
moesten gaan, daar die wat boter, kaas, melk en eieren
opzij gezet had. Ook daar werden we allerhartelijkst ont
haald.
Toen wij 's middags bij de dominee terugkwamen, nu het
is niet om te geloven, wat daar alles voor ons klaar stond.
26
Historische Vereniging Texel
Nummer 121, december 2016