Later is de tentoonstelling geregeld aangepast onder lei
ding van conservator Johan Reydon. Het eerst verdween
de spuittrekker, ook de naaktfoto bleef niet lang. De his
torie en de veranderingen in het landschap kregen meer
aandacht.
Modellen van aangespoelde haaien en andere zeedieren
kregen een onderwaterdiorama in zaal 3. Johan deed al
les zelf. Hij zette de vogels en andere dieren op en
maakte modellen van zeedieren. Hij schreef teksten,
schilderde panelen en timmerde vitrines. Veel teksten
en illustraties schilderde Johan rechtstreeks op de wan
den. In de donkere kamer bewerkten Johan en Peter bei
den de foto's. Alles werd in eigen beheer bedacht en ge
produceerd.
Een museum runnen met 6,5 man
Gerrit de Haan was de onbetwiste baas. Heel Texel
noemde hem 'Gerrit', maar de museummedewerkers zei
den allemaal 'meneer de Haan'. Zoals een Texelaar eens
zei: 'Gerrit, je hebt béste knechten'. Twee mensen vorm
den de technische dienst, Henk Brugge en Wiebe Sijtsma.
De zeehonden werden volledig verzorgd door Annie de
Haan. Kees Kuip beheerde het restaurant en hielp 's win
ters mee bij de Technische Dienst. Peter Smit bedacht en
runde de scholenprogramma's, schreef en drukte het
drukwerk en Johan Reydon was conservator, zorgde
voor de expositie en illustreerde het drukwerk. De recep
tie werd in de zomer door 2 en in de winter door 1 per
soon bemand. De receptioniste was ook verantwoordelijk
voor de administratie, ze telde de kassa's, had het beheer
over de grote kas, verstuurde en administreerde de scho-
lenpost en hielp in de winter de bezoekers in het restau
rant. Uiteraard hoorden daarbij ook de telefoon en de
winkel, maar die stelde toen nog weinig voor. Voor het
boeken van excursies detacheerde Staatsbosbeheer
Adriaan Dijksen, die 's middags administratief werk
deed op het SBB kantoor in het huis van boswachter
Mantje. Dan kon je dus geen excursies boeken.
Een dode fazant
Aan de balie kwam een Texelaar binnen met een grote doos.
'Het is een gewonde fazant en het gaat slecht met hem', zei hij
'Hij is op sterven na dood'. 'Ik zal even kijken' antwoordde
Adriaan en voorzichtig deed hij de doos waarin het dier ver
voerd werd een beetje open. Totaal onverwacht vloog de fazant
in volle vaart de hal in. En klapte tegen de ruit. Adriaan raapte
de vogel, die nu inderdaad dood was, op en met een rood hoofd
meldde hij dat hij de vogel snel naar de dierverzorgers zou
brengen. Het schijnt dat De Haan die avond fazant at.
Langzaam breidde het personeelsbestand zich uit, maar
tot halverwege de jaren '80 kon men het met 6 tot 10 man
makkelijk af. Mevrouw de Haan bracht op een karretje
de koffie, die ze in de bungalow zette. Tussen de middag
aten Annie en Gerrit de Haan warm. Dan verwachtte
Annie haar man stipt op tijd aan tafel. Bezoek of geen be-
zoek, minister, vertegenwoordiger of wie dan er ook
kwam, een telefoontje: 'Gerrit, de aardappels staan op ta
fel!' En dan vertrok Gerrit.
Mag ik de directeur spreken?
Gerrit de Haan was een echte werker en geen bureauman. Op
een ochtend verscheen een keurige vertegenwoordiger aan de
balie. Hij wilde de directeur spreken. Maar die was bezig met
polyesterwerk aan het potvismodel buiten. Volkomen bezweet,
walmend van natuurlijke en onnatuurlijke luchtjes, in zijn
overall, gasmasker bungelend om de hals kwam hij de hal in
rennen. De vertegenwoordiger deinsde achteruit. Maar het was
wel degelijk de directeur die hem ontving...
In het voorjaar van 1985 werd Gerrit de Haan ziek. Al
snel bleek het om een tumor te gaan en binnen een paar
maanden overleed hij. De directiewoning werd door
Annie de Haan verlaten. Zij ging juist in die tijd met pen
sioen. De functie van De Haan werd een jaar lang waar
genomen door een viermanschap van Peter Smit, Johan
Reydon, Wiebe Sijtsma en Henk Brugge. Ze werkten
nauw samen met het dagelijks bestuur van de Stichting
Texels Museum. De dierverzorging werd overgenomen
door Henk Brugge.
Andere projecten van Gerrit de Haan
Gerrit de Haan was een pionier. Toen het
Natuurrecreatiecentrum eenmaal draaide wilde hij iets
nieuws beginnen. Dat werd het Maritiem en
Juttersmuseum. Cor Ellen en een aantal collega-jutters
wilden hun collectie tentoonstellen. De molen in
Oudeschild stond ongebruikt, er stonden een paar pak
huizen en het terrein eromheen lag braak. Na een jaar
hard werken, ook door de mannen van het
Gerrit Jan de Haan en Wiebe Sijtsma verhuizen Ceres naar de
tuin van de Vermaning in Den Hoorn
Nummer 120, september 2016
Historische Vereniging Texel
23