I JK Ben een im \rN QENTÏ qezotib p T^xELS K: ^:'r 'K V W Pt BooT öcm tfAAR uVÖFR öF s7öoKd>i/&' (v -. ^j'APr YX hA/V? 'Bt/S 7>FW HELDE R 77JXit;m "B&FN#7'/r j OF V3t^7' werden allerlei acties gevoerd om geld binnen te halen. Dat lukte aardig. Er werd zelfs een zwembad geschonken dat afcomstig was van cruiseschip de 'Oranje'. In het be gin van de jaren '70 kwamen jaarlijks 100.000 bezoekers naar het museum. Het werd te klein. Van het bos naar de duinen Al in 1939 waren er plannen het museum te laten verhui zen naar De Koog. De oorlog kwam daar tussen. Inmiddels was er een geschikte locatie gevonden. Die lag midden in een ongerept duingebied, het Duinpark. Daar stond alleen een houten keetje om schoolkinderen na- tuureducatie te geven. Natuurbeschermers verzetten zich tegen de voorgenomen bouw. Het museum zou er echter een taak bij krijgen, die de nieuwe locatie rechtvaardigde: het moest de poort zijn tot de natuur van Texel. Eigenlijk zou iedere bezoeker van het eiland eerst naar het Natuurrecreatiecentrum, zoals de nieuwe naam luidde, moeten komen om te weten wat er allemaal aan natuur te zien en te beleven viel. Een op vallende plek middenin de natuur was dus logisch. Voordeel voor de zeehondenopvang was dat er gemakke lijk een zeewaterleiding vanaf het strand naar het cen trum aangelegd kon worden. Geen gesleep met tankwa gens meer en bovendien kon het water in de bassins niet verstopt raken met dennennaalden. Uiteindelijk werd in 1974 de eerste steen gelegd voor het Natuurrecreatiecentrum. Het centrum herbergde ruime betonnen bassins voor de zeehonden, drie grote museum zalen met een zeeaquarium, een zaal om scholen te ont vangen en een theehuis. De informatiebalie in de hal zou een belangrijke voorlichtingsfunctie krijgen. Op 9 juni 1975 landde een helikopter op het gras van het Alloo. Prins Claus was gearriveerd om het NRC officieel te openen. IJsduiker in de bus Op een ochtend kwam er een telefoontje van Terschelling. Er zou een gewonde Jan van Gent met de bus naar het Natuurrecreatiecentrum komen. Of we hem bij de boot wilden oppikken. Dat gebeurde. Op de kist stond de volgende tekst: f.W IJ .1 I Tot zover klopte alles. Alleen was het geen Jan van Gent, maar een ijsduiker. Een expositie met een boodschap en een rode draad De tentoonstelling was in drie onderwerpen verdeeld. Zaal 1 vertelde over Texel: het ontstaan in de Ijstijd, mam- moetbotten, stenen en enkele oude werktuigen. Het tweede deel van de zaal was een typisch jaren '70 onder werp: de problemen in de natuur en vooral de invloed van de mens daarop. Een echte spuittrekker trok de aan dacht, bestuurd door een boer- met gasmasker, waarbij uiteraard verteld werd over de schadelijke invloed van de moderne landbouw. De boeren waren 'not amused'. Ze droegen helemaal geen gasmaskers als ze bestrijdings middelen gebruikten. Ook de toeristen met hun zwerfvuil en de invloed van massatoerisme kwamen aan bod. Klapstuk was de foto van een levensgroot naakt gezin van achteren gezien met uitgesneden koppen. Stak je je hoofd in het gat dan zag je in de tegenover liggende wand de naakte personen van de voorkant- met je eigen hoofd erboven. Succes verzekerd! De boodschap was, dat de bezoeker hiermee aan het denken gezet werd, maar doorgaans was het meer reden tot groot plezier. In de tweede zaal stonden rondom grote diorama's waarin alle Texelse vogels in hun natuurlijke omgeving werden getoond. De mooiste diorama's (de Schorren, de Muy en de Slufter) kwamen uit het oude museum, die waren gemaakt door johan Reydon. Centraal in de zaal stond de 'Multiscreen', waar op drie schermen geluid diapresentaties van hoge kwaliteit werden gegeven. Ze werden samengesteld door Peter Smit. In Zaal 3 tenslotte kwam de zee aan bod. De schelpen, krabben en zeesterren kregen hier een plek en er waren aquaria. 22 Historische Vereniging Texel Nummer 120, september 2016

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2016 | | pagina 24