De geschiedenis van Stichting Texels Museum
Sytske Dijksen
Steeds ouder worden de bezoekers die aan de receptie van Ecomare trots vertellen: "Ik ben als kind nog in het museum in het bos
geweest!". De vraag of het museum in het bos nog bestaat wordt bijna nooit meer gesteld. Met dit verhaal wil ik proberen vast te
leggen hoe het allemaal begon. Ik heb gegevens gevonden in oude stukken, hoorde verhalen van collega's en veel herinner ik me uit
mijn eigen Ecomare-verleden. Het is zeker niet uitputtend, ook niet compleet, en mijn geheugen zal me hier en daar parten hebben
gespeeld. Toch geeft dit geschrift denk ik wel een beeld van de ontwikkeling van een kleine natuurexpositie in Den Burg tot het
centrum voor wadden en Noordzee dat Ecomare nu geworden is.
Het begin, een museum in een glazen paleis
In 1930 richtte de Texelse onderwijzer meester Kraai op
zijn school in Den Burg een natuurmuseum in. Hij verza
melde alles wat in de Texelse natuur te vinden was:
schelpen, stenen, dieren en planten. Ook de cultuur
kwam aan bod. Poppen in klederdracht en oude voor
werpen maakten ook deel uit van de collectie. De
Vereniging 'Mooi Texel', die de schoonheid van Texel on
der de aandacht van de mensen wilde brengen, vond het
een goed initiatief en zo ontstond het bescheiden
'Museum Mooi Texel'. Het museum was 's zomers een
paar uur per werkdag open en de toegang was gratis. Bij
de deur hing een collectebus. De Texelse Courant schreef
enthousiast over het museum en riep Texelaars op een
bijdrage te leveren. Vond iemand iets bijzonders op het
strand, ving een visser een aparte vis, vond iemand een
dode vogel: meester Kraai wist er raad mee. Wel werd er
op gewezen dat alleen dieren die al dood waren naar het
museum gebracht moesten worden. Dieren doden om op
te zetten was er niet bij.
Jac. P.Thijsse en zijn vriend Burdet bezochten het mu
seum. Ze schreven er over in het tijdschrift 'De Levende
Natuur'. Thijsse was al beroemd vanwege zijn vele publi
caties over de natuur, Burdet was een bekend natuurfo
tograaf. Dat zij zo enthousiast waren was een geweldige
reclame in die tijd. In 1933 kwamen er 1600 bezoekers.
Uit 1934 zijn vergadernotulen bewaard. Toen werd beslo
ten het museum 's zomers op werkdagen van 10-12 in de
ochtend en op woensdag- en zaterdagmiddagen open te
stellen. Entree kostte 15 cent, voor kinderen en groepen 5
cent en voor scholieren 3 cent.
Het ene lokaal werd te klein en de gemeente stelde het
gebouw van de oude ULO aan de Burgwal ter beschik
king. Dat werd het 'glazen paleis' genoemd. De TESO
sponsorde een aantal vitrines.
In 1936 konden 4 lokalen worden gevuld met voorwer
pen. Herman van der Horst, de latere beroemde filmer,
prepareerde de vogels. Het kemphanendiorama, dat hij
maakte in 1937, staat nog steeds in de tentoonstelling van
Ecomare.
Toen Meester Kraai in 1941 overleed werd Herman van
der Horst directeur. Vanaf het eerste begin was er ook
contact met zeezoogdierdeskundige Van Deinse, naar
wie dood aangespoelde zeezoogdieren werden gestuurd.
Nog altijd hoort het bergen van dode zeezoogdieren op
het eiland tot de taken van Ecomare.
De school en daarmee ook het museum werd verwoest
tijdens de russenoorlog in april 1945. Gelukkig bleef toch
een aantal objecten bewaard.
Na de oorlog werd het museum opnieuw ingericht in een
oude Duitse barak 'Waldfrieden' in het bos aan de
Monnikenweg.
In 1951 werd Gerrit Jan de Haan de nieuwe directeur
van het museum.
1 Sytske Dijksen was medewerkster van Ecomare vanaf september 1981 tot
1 juni 2016
Het Texels Museum in het glazen paleis in de Nieuwstraat, nu
Burgwal, in Den Burg, foto Duinker, coll. HVT
Foto Duinker, coll. HVT
20
Historische Vereniging Texel
Nummer 120, september 2016