den der zeven Verenigde provinciën uit 1726 (deel IV blz.
169) en daar staat (helaas zonder nadere bronvermel
ding):
Ik heb een brief van een Haarlemsche priester,
met naame Niklaas Vigerius, dewelke derwaarts
geschikt was om alles te bezigtigen. In dien brief
staat beschreeven hoe dat de priesters, die aldaar
woonden en van 't oude geloof afgevallen waren,
wereldlijke ampten als sekretarissen bedienden.
Dan was er een die stok-oud en vervolgens onbe-
quaam was om zijn pastoorsampt waar te nee-
men. Een ander, die wel ter taale was en de gave
van welspreekendheit had, was van een ongebon
den leven.
Van der Loos neemt dit deels over en plaatst de gebeurte
nis dus kort na de reformatie van 1572. Maar zo'n vroege
brief van Wiggers over Texel is niet te vinden.21 En bij na
der inzien lijkt dit citaat wel erg op het verslag van
Eggius van 1594. Langzaam drong het tot me door dat de
schrijver van de Kerkelijke historie hier de brief van
Eggius aanhaalt en niet een andere van Wiggers.22
Jammer genoeg dus maar één brief, maar die ene brief
van Eggius werp nieuw licht op dit stukje geschiedenis.
In een tijd waarin het openbaar beleiden van het roomse
geloof verboden is, weten een weesmoeder, enkele raads
leden, een schoolmeester en een min of meer katholieke
secretaris zich goed te handhaven. Over de priester die
schoolmeester werd en de dronken schout die zich niet
liet ringeloren hoop ik later nog te schrijven in verband
met een bijzondere geschiedenis in 1589.
Met dank aan Maarten 't Hart voor het controleren van
de transcriptie, Irene Maas voor de foto's van het wees
huisarchief en Wilma Eelman voor haar kritische opmer
kingen.
Gebruikte literatuur o.a.
P.J. Glasz: Texelse pastoors en gereformeerde synodes 1572-1573 in
Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem Nr 32, 1909.
J.C. van der Loos: Van het eiland Texel in Bijdragen voor de geschiedenis
van het bisdom Haarlem Nr 45, 1927.
Franciscus Hugo Ludovicus Van Heussen: Kerkelijke historie en outheden
der zeven vereenigde provincien, 1726.
O.F.M. Dalmatius van Heel: Wiggers: Cousebant als seculier priester 1555
1603 en als minderbroeder 1603-1628, Haarlem, 1929.
Reitsma en Van Veen: Acta der provinciale en particuliere synoden, gehou
den in de Noordelijke Nederlanden gedurende de jaren 1572-1620, deel 1,
Groningen 1892.
Gerard van der Kooi: De Wynberch des Heren. Godsdienstige veranderin
gen op Texel 1514-1572, Hilversum 2005.
J.A. van der Vlis: 't Lant van Texsel, Den Burg, 1975.
J.T. Bremer en H. Schoorl, Varensgasten en ander volk, 1987.
Huib Noordzij: Handboek van de Reformatie, Utrecht, 2012.
Noten:
1 Zie bijvoorbeeld Van der Vlis, blz. 102; Van der Kooi, blz. 303; Bremer
en Schoorl, blz. 26.
2 Citaten van de handelingen van de synode steeds uit Reitsma en Van
Veen, Acta deel 1.
3 In juli 1572 hadden de Staten van Holland besloten tot vrijheid van ge
weten én vrijheid van godsdienstuitoefening, maar trokken deze tole
rantieresolutie in maart 1573 alweer in: de openbare katholieke ere
dienst werd verboden, later werden ook erediensten bij particulieren
bemoeilijkt. J Gruppelaar, Coornhert Politieke geschriften.
4 Van Deursen, Mensen van klein vermogen, blz. 318.
5 Regionaal Archief Alkmaar: Archieven van de Hervormde classis
Alkmaar, Ingekomen stukken 1573-1800 nr 19; en dus niet verloren ge
gaan, zoals Van der Kooi vreest (Wynberch, voetnoot blz. 302). Voor de
leesbaarheid geef ik de citaten weer in modern Nederlands.
6 De ondertekening noemt alle namen: Bij mij Cornelis Luijtgis den gift
der kercken van Oosterendt hebbende van den Keijsserlicke Maiesteijt.
Bij mijn Frans Aeriansz gheroepen van die ghemeente ende van den
hove geauctoriseert. Bij mij Jan Dirksz pastor verus ende predicant op
dorp te Wael hebbende die collatie ofte gift van den Conincklicke
Maiesteit. Bij mij Ewout Jacobsz predicant ofte leeraer van den Westen
hebbende die donatie ofte ghift van den Conincklicke Maiesteijt.
Anthonius Cornell. Stam non habens ministerium [zonder gemeente]
7 Van der Kooi, blz. 279.
8 A.J. van der Aa, Biografisch Woordenboek der Nederlanden 1; Quellen
zur Entstehung der Grundrechte in Deutchland van Fikenscher en
Fochem; Predikanten van Enkhuizen - thijspostma.nl.
9 In 1569 was ook de bijkerk van Den Hoorn tot parochiekerk verheven
met Theobald Jacobsz als pastoor (Van der Loos, Van het eiland Texel).
Caspar Hochten (ook Holstech), wordt op grond van het feit dat hij zijn
huisvrouw nog moet trouwen door Reitsma c.s. 'pastoor van Texel' ge
noemd en als gevolg daarvan door Gerard van der Kooi ook meegeteld
in 1572 (Wynberch blz. 303). Holstech is echter als voormalig lector van
de latijnse school al in 1566 in Kampen reformatorisch actief en vlucht
na de reformatie naar Noord Holland. Hij is onder de naam Caspar van
Binnewysen in 1574 tijdelijk naar Texel gezonden. Later keert hij terug
naar Kampen. Biographisch woordenboek van protestantsche godge
leerden in Nederland. Deel 4 (1931) Jan Pieter de Bie, Jacob Loosjes (die
door Reitsma in verwarring gebracht ten onrechte denken dat Hochten
toch een ander is dan Holstech).
10 Naamlijst der predikanten van Friesland, Leeuwarden 1888.
11 Reitsma en Van Veen, Acta deel 1.
12 Van der Kooi leest hier (blz. 303) m.i. ten onrechte dat Frans vóór 1576
een tijd elders heeft gewoond.
13 Melchior Veeris in Martinus Soermans: Kerkelyk Register van de plaat
sen en namen der predikanten in Zuid Holland, Dordrecht 1695,
Haarlem 1702.
14 In oktober 1579 keurde het Hof van Holland op voordracht van Texel
zijn aanstelling als notaris goed. Bremer en Schoorl, blz. 27. Ik heb ner
gens een vermelding van door hem gepasseerde akten gevonden. Zijn
ze verloren gegaan, of is hij nooit aktief geweest als notaris?
15 Zie o.a. Van der Vlis, 't Lant van Texsel en Dros, Toen Texel nog Fries
was, Den Burg 2015.
16 RAA, Ingekomen stukken van de Classis van Alkmaar.
17 Kerckelyck Plakaatboek.
18 Bijdragen voor de geschiedenis van de RK Kerk in Nederland,
Rotterdam 1888, blz 19. De originele brief is vermoedelijk aanwezig in
het Archief in Utrecht (in het Latijn).
19 Na de reformatie ontstond het burgerlijk huwelijk als nieuwe vorm,
maar de meesten bleven het kerkelijk huwelijk verkiezen. Slechts zij
die zeer bewust een andere kerkelijke keuze hadden gedaan, zouden
haar voor de huwelijksbevestiging vermijden.' A. Th. van Deursen,
Mensen van klein vermogen, 2010, blz. 298.
20 Zoals ook Van der Kooi schrijft in De Wynberch des Heren, blz. 303,
foto blz. 210.
21 Ook Dalmatius van Heel, Nicolaas Wiggers Cousebant, Haarlem 1929,
geeft geen vroege inspectiereis naar Texel. Wel een mooi stukje over een
vlucht naar Texel in 1599.
22 De kerkelijke historie geeft elders volop aandacht aan brieven van
Eggius. Hier dus ook, maar met de verkeerde naam erbij.
12
Historische Vereniging Texel
Nummer 120, september 2016