Nu wordt ineens duidelijk dat Eggius het niet heeft over de tijd van voor de reformatie, maar over de periode erna! Frans Adriaensz heeft blijkbaar ook nog vele men sen getrouwd toen hij secretaris was! En dat kan goed kloppen. Voor personen die niet voor de gereformeerde kerk wilden trouwen was het enige legale alternatief om voor de magistraat (of een vertegenwoordiger zoals de secretaris, de hoogste ambtenaar), in het huwelijk te tre den.19 Maar de Texelaars beschouwden dit waarschijnlijk nog steeds als katholieke echtverbintenissen! Frans was im mers hun oude priester, al was hij niet meer zodanig ge kleed! Ja, ook na zijn dood dacht men nog op deze ma nier over hem. Op zijn grafsteen in de kerk van Den Burg prijkt namelijk een miskelk en de titel 'heer', alsof hij nog steeds priester was. In elk geval is dit een extra bewijs van ons vermoeden dat Frans nooit predikant is gewor den. 20 Eggius kon zo'n huwelijk echter niet zien als het ver trouwde sacrament van voorheen en trouwde ze voor alle zekerheid toch maar over. In het geheim uiteraard. Het is opvallend dat Frans toen hij nog priester was deed of hij predikant was en toen hij geen kerk meer bediende nog mensen min of meer katholiek trouwde. Men zou ook kunnen zeggen, dit is een man met een groot talent om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. In het weeshuisarchief tekent secretaris Frans Adriaensz tot 1599 het jaarlijkse verslag van de weesmeesters. Het volgende jaar ontbreekt zijn handtekening. Op zijn graf steen is moeizaam nog het begin van zijn sterfjaar te lezen. Ik hou het op MVc, de manier waarop in die tijd 1500 werd aangeduid en dat Frans in 1599 is overleden. Tenzij er nog ergens een stuk van hem opduikt van na die tijd We gaan verder met het reisverslag van Eggius. Een tweede priester was oude en af, geheel onge schikt voor de bediening. Een derde was ook liever secretaris en nam nog bovendien de betrekking van onderwijzer waar. De vierde kon zich goed schoonpraten en wilde van vroeger liefst niets hooren; toen Eggius te Tessel was, oefende deze vierde man het beroep van vleeschhouwer uit. Van der Loos neemt dit enigszins verkort over. Omdat er na de reformatie nog geen nieuwe priesters naar het ei land konden worden gezonden, kunnen we ervan uit gaan dat het hier de priesters betreft die in 1572 op het ei land hadden gediend, die allen wereldlijke beroepen hadden aangenomen. Een tweede brief? Hoe zat het nou met dat bezoek van Nicolaes Wiggers van kort na de reformatie dat Van der Loos noemt. We volgen zijn bron. Hij citeert uit Kerkelijke historie en outhe- foto Kees Jaap Harting Nummer 120, september 2016 Historische Vereniging Texel 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2016 | | pagina 13