Zou Glasz deze toevoeging vergeten zijn? Of vond hij het niet dapper genoeg van zijn priesters dat ze bereid waren voorlopig af te zien van preken? Maar zelfs zonder deze weglating zijn zijn conclusies dat de priesters zich niet wilden onderwerpen aan de regels van de synode, geen examen wilden doen en de synode rechten onteegden niet uit de brief af te leiden. De priesters willen maar al te graag meedoen als gereformeerd predikant. Ze zijn al be gonnen! Andere schrijvers hebben de slordige interpreta ties van Glasz vaak letterlijk overgenomen en soms zelfs nog wat aangedikt. Behandeling van de brief in Enkhuizen Een paar dagen later, op 6 juli 1573, behandelt de synode van Enkhuizen 'een schrijven van de papen van Texel, met hun argumenten waarom ze niet afgezet mogen worden.' Maar na rijp beraad en refererend aan de be sluiten van de vorige synodes wordt geoordeeld dat 'de vijf papen van Texel met al hun aanhang in gelijke hart- nekkigheid onnut tot den dienst des woorts en de sacra menten zijn. En wordt derhalve besloten, dat men hun ongefundeerde argumenten ende loze uitvluchten schrif telijk en mondeling zal beantwoorden.' Een beroemd stukje. De priesters worden hardhandig af geserveerd. Maar meteen daarna volgt coulantie. De priester moet nu stoppen met preken (zich stille houden) en zich gaan houden aan de artikelen van de laatste sy node (d.w.z. examen doen enz.). Maar dat wilden de priesters toch al, dus waarom zo fel gereageerd? Zou de persoon van priester Frans Adriaensz kwaad bloed hebben gezet? Hij was in 1559 op Texel begonnen en in 1568 was zijn aanstelling voor nog eens acht jaar verlengd. Klachten waren over hem naar Den Haag niet gezonden. Dat moge zo zijn, maar zoals Gerard van der Kooi uitgebreid heeft beschreven, was Frans Adriaensz Valckoogh op Texel zeker geen onomstreden figuur. Hij speelt rond 1565 als enige priester van het eiland een ac tieve rol in de veroordeling van een Texelse wederdoper, wat zijn reputatie op het eiland ernstig aftreuk doet. Het bisdom was met zijn houding overigens zeer tevreden.7 Er kan ook nóg iets persoonlijks spelen. De notulist van deze vergadering is de eerder genoemde Rijckaert Claesz, predikant in Enkhuizen (hij zal als de dienaar van Enkhuizen het besluit mondeling moeten overbrengen) en is niet de eerste de beste. Als aanhanger van de Prins van Oranje zag deze voormalige goudsmid zich in 1569 genoodzaakt om Enkhuizen te verlaten, kwam in 1572 te rug, werd tot burgemeester aangesteld en was dat najaar afgevaardigde van Enkhuizen in de vergadering van de Staten van Holland waarin nog tot vrijheid van gods dienst én van prediking was besloten. Als vertrouweling van Oranje speelde hij een rol in het heimelijk bespelen van de steden van het Noorderkwartier.8 Ik kan me voor stellen dat hij persoonlijk nogal ontstemd moet zijn ge weest over de neerbuigende manier waarop hij in de brief van de vijf papen als 'ene Rijchart Claesz' werd weggezet. Hij kan best degene zijn geweest die erop aan gedrongen heeft om in de notulen enkele ferme regels aan deze affaire te wijden. Misschien was het ook simpel een kwaliteitskwestie. Het bisdom had enkele jaren geleden al eens geklaagd dat het niveau van priesters op afgelegen plaatsen erg matig was. Dat zal op Texel ook het geval zijn geweest. Niemand had een rang hoger dan vice-cureyt, d.w.z. on derpastoor of kapelaan. En misschien was vijf gewoon te veel (waarschijnlijk was er zelfs een zesde priester op Texel werkzaam9). Later blijken drie predikanten genoeg. Dat was ook simpel een kwestie van geld. De betaling van predikanten was totaal anders geregeld dan die van priesters. Het voert te ver om hier in dit artikel verder op in te gaan. Ten slotte is het ook goed voor te stellen dat de synode vooral boos is omdat de priesters van Texel alles al heb ben geregeld zonder eerst de classis te raadplegen. Als Frans Adriaensz (want hij zal de schrijver wel zijn ge weest) zijn brief was begonnen met excuses hierover, dan was er misschien niet zo heftig gereageerd. Overigens had hij nog kunnen aanvoeren dat hij moeilijk met de classis had kunnen overleggen, omdat de eilanden nog niet onder een ervan waren ingedeeld. Dit gebeurt pas eind 1575. Frans Adriaensz mag toch reformeren Hierna is het een tijd stil over de priesters op Texel. Er worden wel regelmatig predikanten naar het eiland ge stuurd, vaak maar tijdelijk. Enkele van hen zijn voorma lige priesters zoals Suffridus Pauli, een Fries die in 1567 naar Emden was gevlucht en als predikant was terugge- keerd10 of gewezen priesters die aan het reformeren zijn en volgens de regels nu een tijdje elders moeten preken, zoals Claes Claesz uit Wormerveer.11 Dan is er plotseling toch weer verrassend nieuws. Op 11 april 1575 schrijft de synode van Alkmaar: Art 6 Van Fanciscus in Texel reformeren Is besloten dat Franciscus van Texel sal reforme ren in manieren als naervolcht: dat hy voeryerst zijn vrouwe naer die ordeninge der kercken sal trouwen, ten anderen dat hy aldaer zijn errueren openbaer in die gemeynte wederroepen, naedat een onser broederen een christelyck predicatie ge- daen hebbe ende hem alzoo int geheel metten ge meenten versoene; ten derden dat hy hem alhier binnen Alcmaer woonachtigh houde ende zyne boetveerdicheyt alzoo met een ordentlyk leven be- tuyge; en ten laesten oyck hem christelycken met ter gemeynte int breken des broots vereenige. Hier zien we Frans Adriaensz terug, als enige van de vijf papen van Texel. Hij mag ten slotte de overstap maken, als hij zijn huisvrouw trouwt, zijn fouten toegeeft én een 8 Historische Vereniging Texel Nummer 120, september 2016

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2016 | | pagina 10