Tessels prate Gré Dros
Typisch Tesselse woorden, uitdrukkingen, spreekwoor
den en gezegdes verzamelen is leuk. De dialectgroep
blijft er mee bezig! Er is echter nog een categorie die ik
zelf altijd erg interessant vind omdat het specifieke van
ons dialect daarin goed naar voren komt. Ik bedoel: "de
manier van zeggen". Zo noem ik het maar. Moeilijk on
der te brengen bij de "sèèggies", want dat zijn het niet
echt. Als voorbeeld volgt hier een gesprekje tussen twee
Tesselaars, zoals je dat dagelijks om je heen zou kunnen
horen.
"Ik hèw gusterochte nag bee je an weest". Oo, kwam je
an de vaste deur? Ik was effe om boeskippe en ok nag
bee me moeder te skommake. Da's waar ok, je komt nag
een tientje famme. 't Is sonde dot ik 't sèèg, maar ik ken
nou niet met je staan en ik ken het trouwens ok niet
make. Deer ben ik nou wel wot mee an.
"Oo, dat tientje komt wel, maak je deer maar niet begie-
terig om, are week is vróóg genog."
"Kom don woenesdag in 't skemmertje, don bluuf je mi-
tien om een koppie en dan gane we ééves same te singe!"
"No da's goed. Ik hoop het waar te neme!" "Tot kiekes
don maar!"
Gré Dros
Hieronder nog een aantal van dit soort "zegswijzen".
't Houdt wot! ('t Heb héél wot houwe!")
Wot soow-et
Ik staan het niks.
Net zok werk.
Het is gien doen.
Ik moet Gelein d'rs effe an.
Het mikt niet zo nauw.
Da's ol een hééle wil.
Je mag het niet sien.
Ik ken niet met 'm worre.
Ze ben het niet nut.
't Ken wel toe.
't Houdt er na.
Met veul spul en moeite.
Je staat er foor.
Als Texelaar aan de "overkant" heb je het hiermee soms
moeilijk; je beseft niet altijd dat je geen algemeen
Nederlands spreekt als je bijvoorbeeld zegt "Ik kan er nu
niet mee staan". Of: "Het heeft ruig gevroren". Of "Het
houdt ernaar". Men kijkt je niet begrijpend aan
Eerder verschenen in Uitgave Historische Vereniging
Texel nummer 15 - 1990
Tekening Monica Maas
32
Historische Vereniging Texel
Nummer 119, juni 2016