Het verzet van de kinderen, herinneringen aan mijn kindertijd Willem Kikkert in Den Hoorn tijdens de Tweede Wereldoorlog Na eerder geschrijf over meemarcheren met welluidend "Heide Marie" zingende Duitse soldaten, na vriendschappen met som mige van hen, na ons gezoek naar lucifermerken in hun afval en ons gebedel om sigaretten, klinkt dit raar, maar toch... Dit is een klein deel van het verhaal van een kleine jongen, geboren in 1935, in een grote oorlog. De vlam van het verzet liet ons niet onberoerd en wij de den mee op onze manier. De gaten die we in de duinen groeven, schuttersputten, hoofdkwartier en wat dies meer zij, waren tegen de Duitse vijand gericht. Het was spel; hoe het moest werken, wisten we niet, maar het doel was duidelijk (althans voor ons zelf): tegen de be zetter te strijden. Het was maar een kinderlijk utopisch begin, maar we gingen verder en volgden de ontwikke lingen met kinderlijke argusogen. Zo zagen we dat de door de Duitsers op muren en puien geschilderde V (Victorie, Duitsland wint op alle fronten) met nogmaals een V in de nacht door de ondergrondse veranderd werd in een W (Wilhelmina, Koningin der Nederlanden), boegbeeld voor het ondergrondse verzet. Wij konden, zij het met gewoon krijt, niet achterblijven en kalkten de straat daarom vol W's. Ik zelf was daar op een moment zo intensief mee bezig, dat ik te laat in de gaten had dat een troep marcherende militairen, de offi cieren voorop, recht op me aftwam. Vluchten kon niet meer, dus liet ik, in mekaar gedoken, de soldaten links en rechts voorbijgaan en waarachtig, het liep goed af. Toen de laatste soldaat gepasseerd was, kalkte ik weer vrolijk verder, de held van de dag. Het geluk was met de minderjarige dommen. Soms liep het anders en behoorlijk gevaarlijker ook. Siemetje de J. spoog een flinke rochel richting een ge opend portier van een passerende legerauto. En ver domd, ook raak. De wagen stopte met gierende remmen, de chauffeur met het geweer in de aanslag rende naar buiten en richtte op de vluchtende, voor zijn leven ren nende Siemetje. Een bocht in de Herenstraat was zijn red ding. Het schootsveld kreeg een onmogelijke hoek en de chauffeur klom vloekend weer in zijn vehikel: Donnerwetter! Minder goed kwam ik er zelf af bij een actie die op die van Siemetje leek. Ook weer een passerende legerauto, maar dit keer geen speekselprotest. Ik draaide me impul sief om en maakte het obscene gebaar van je achterwerk afvegen. Weer gierende remmen, weer een chauffeur die woedend op ons af kwam, maar deze keer alleen gewa pend met een paar harde handen. Minder alert dan Siemetje bleef ik staan waar ik stond, hopend dat hij de dader tussen de groep jongens niet wist te vinden. Dat bleek ijdele hoop. Hij zette het hele stel op een rij en wist me feilloos te vinden. Na een verbeten preek, waarvan ik totaal niets verstond, kreeg ik een paar klinkende klap pen voor m'n kop die nog lang nabrandden. Net als Siemetje had ik het er levend vanaf gebracht, maar een held voelde ik me die keer beslist niet. Over het bielzen leggen op het spoorlijntje vertelde ik al eerder; ook dat heeft de oorlog niet beïnvloed. Vanaf de kerk. Links op de voorgrond de boerderij met erf, rechts op het erf achter Loodsmanswelvaren Duitse soldaten en een aanhanger. Foto Jan Nauta 26 Historische Vereniging Texel Nummer 118, maart 2016

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2016 | | pagina 28