Na Cornelis Kievit en Kaatje Kievit-Grootenboer kwam in 1894 de familie Dros op de Volharding. Op de foto van links naar rechts: Johannes Dros (1900-1974), Cornelis Dros (1891-1951), zittend:Pieter Dros (1890 -1970, ge trouwd met Afina Roeper; zij zit met haar moderne, lichte japon vóór haar schoonvader Bernardus Dros), Trijntje Dros-Eelman (1867-1956), Albert Dros (1911-1997) zijn hoofd steekt net boven de hond uit, Gerbrand Dros (1901-1997), Bernardus Dros (1864-1941, de eerste Dros op De Volharding en getrouwd met Trijntje Eelman), zittend zijn schoondochter Afina Roeper (1888 1972), Aris Dros (1908-1994) en tenslotte de tweeling Guurtje (1895-1984) en Neeltje Dros (1895-1991).18 De Volharding was in het verslag van de directeur van de Sociëteit van Eijerland van juni 1838 een provisorische, houten hofstede en heette Ons Genoegen. Bij de verhuur in 1840 aan Leendert Alderlieste was de houten noodwo ning vervangen door een stenen hofstede, waarin voor rekening van de Sociëteit nog een kelder gemaakt werd. Dat gebeurde ook in de boerderijen Breda en Siberië, het latere Bland en Berg.19 De Volharding omvatte toen 200 bunder bouwland, ruim 190 bunder weiland, 111 bunder zand en bijna 10 bunder water. Karnmolens, karnraden en kelders duiden op marktge richte boterbereiding: er werd aanzienlijk meer boter ver werkt dan voor eigen gebruik bestemd was. Op 22 maart 1841 begon een bijzondere openbare verko ping in Eierland: de Sociëteit van Eijerland verkocht vrij wel alle roerende goederen van de Sociëteit. Alle vee, hooi, stro, landbouwwerktuigen, rijtuigen, wagens en an dere objecten gingen onder de hamer. Dat was veel! Daarbij was één karnmolen. Die werd voor 14 gulden verkocht aan Cornelis Alderliefste.20 Cornelis Alderlieste huurde de boerderij Zeeland en was een broer van Leendert Alderlieste, de toenmalige huurder van Ons Genoegen/De Volharding.21 Na de kranten en het archief van de Sociëteit van Eierland werden in het Noord-Hollands Archief in Haarlem (NHA) de 19e eeuwse notariële inventarissen van boerderijen op Texel uitgeplozen. Voor vermelding van karnmolens en karnhuizen zijn we afrankelijk van de opvattingen van de betreffende notaris. Vaak noem den die niet de functie van een bijgebouw, maar noem den alle bijgebouwen schuur. Daarbij werd een houten karnmolen als nagelvast onderdeel van het onroerend goed gezien en niet vermeld. Vermelding in een notariële inventaris kunnen we daarom beschouwen als toevals treffer zonder enige representatieve waarde. Dat geldt ook voor afgeleiden die duiden op aanwezigheid van een karnmolen. Pieter Brans pachtte in 1861 het Eijerlandse Huis, een voor toenmalige Eierlandse begrippen klein boerenbedrijf met 46 ha bouw- en weiland. Hij huurde daarnaast een duinperceel voor beweiding, hooi- en ruig tewinning. 18 Jaartallen gebaseerd op www.genealogieonline.nl foto in col lectie HVT, a&omstig van de familie Dros 19 RAA, SvE, inv. 221, pachtcontract in het Overzicht van pacht overeenkomsten 20 RAA, SvE, inv. 241, proces-verbaal notaris J.L. Kikkert 21 RAA, SvE inv. 221 Nummer 118, maart 2016 Historische Vereniging Texel 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2016 | | pagina 15