Mijn Keldertijd Kees Jaap Harting Dag en uur weet ik niet meer, maar het was Piet Heijnen die op een gegeven moment vroeg of ik ook niet eens in de Kelder wilde kijken. Ik ging uiteraard wel al uit, maar Jelleboog en Casino konden mij niet echt bekoren. Bovendien waren die vrij prijzig voor een scholier. Natuurlijk wist je van de Kelder en kende er ook veel mensen, zo niet iedereen. Maar het was toch een club waar je niet zomaar binnen liep. Ik in ieder geval niet. Eenmaal die drempel over, of beter gezegd de trap af, was dat meteen voorbij. Ik was en voelde mij welkom in een prettig gezelschap gelijkgestemden. Wat alternatief, hip, links en vooral dorstig. Maar niet te dromerig of zweverig. Nee, vooral gezellig. Vrijdags was eigenlijk de kelderavond. Om acht uur ging ie open en dan was je er ook. Een eerste fles of beugel bier, sommigen een mixje en goede gesprekken aan de bar. De wereldproblematiek, politiek en voetbal. Veel muziek van het genre dat in de Jelleboog niet gedraaid werd. Rock, underground en folk en in mijn herinnering Dylan, veel Dylan. Naarmate de avond vorderde, werd de bar verruild voor hangplek of zithoek of andere acti- viteiten. Tafelvoetbal, kaarten of gewoon wat lezen in de leeshoek met veel strips. Natuurlijk werd er ook gedanst of geschuifeld. Af en toe was er een optreden. Een van de leukste dingen vond ik de conferences van het duo bij "Mies op de poef" ofwel Arthur Kempenaar en Niek Groot. De tranentrekkers "Aan de muur van't oude kerk- hof" en "Patsy" werden uit voile borst meegezongen. V.l.n.r. Arthur Kempenaar en Niek Groot 82 Historische Vereniging Texel Nummer 117, december 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2015 | | pagina 84