Pieter Langeveld tussen de ijsschotsen Ineke Vonk-Uitgeest Splendid Iceberg; 300 feet high, D«vts Straits Ik ben weer terug op Texel, terug in Den Hoorn, terug bij mijn vader, moeder, broer en zusjes. Anderhalf jaar ben ik weggeweest. Ik zat op een schip dat gekraakt werd in het ijs. Het was een heel avontuur. 10 jaar was ik en ik ging mee met een walvisvaarder naar Straat Davis. Samen met mijn twaalfjarige neef Pieter Hassing kwam ik op het galjootschip de Harlingen te va- ren. Klaas Hoekstra, de commandeur, was een oom van Pieter, niet van mij. Pieters neef Sytse was ook aan boord. We waren met z'n drieen de jongens. We moesten alle soorten klusjes doen en werkten vaak samen. In totaal zaten er zesenveertig mannen op het schip, deels Texelaars. We vertrokken 14 maart 1826 vanuit Harlingen. Op de kade stonden heel veel mensen om ons uit te zwaaien. Ik moest goed kijken om mijn moeder en vader te ontdek- ken. Sytse was al vaker mee geweest met een walvisvaar der, hij was al veertien jaar. Hij vertelde allemaal span- nende verhalen over walvissen, ijsberen, enorme ijsbergen en over de Eskimo's, de bewoners van Groenland. Eind mei kwamen we bij het eiland Disco in Straat Davis. Onderweg zag ik al wat ijs en ijsbergen, maar hier lagen echte hele grote ijsbergen. Ik wist niet dat ze zo groot konden worden, ze waren net zo hoog als de kerk bij ons. Omdat daar geen walvis te zien was, zijn we een stuk noordelijker gezeild. We kwamen al snel door de flarden ijs. Vaak was er dichte mist en dan zag je helemaal niks. Je hoorde alleen het ijs kraken, best eng was dat. Als de mist weg was zag je de zon, dag en nacht. Het werd nooit echt donker, dat had ik ook nog nooit meegemaakt. In augustus raakten ons schip helemaal vast in het ijs. 5 augustus was ik jarig, ik werd elf jaar, midden in het ijs! 22 augustus begon het te stormen en het ijs begon te be- wegen. Twee flarden ijs draaiden tegen elkaar en kwa men recht op ons schip af. We hoorden veel gekraak van Ijsbergen bij Jacobsbocht kruiend ijs. Iemand schreeuwde dat we ons eten zo snel mogelijk hogerop moesten zetten. Pieter en ik hadden net een vat boter op het dek gesjouwd en toen knalden schotsen ijs hard op het dek en tussendek. Het schip was gelijk lek, binnen vijf minuten stond het schip vol water en lag het dek vol met ijs. We moesten snel van het schip af. Ik werd zo door iemand overboord gegooid. De stuur- man kon nog kleren van hemzelf en van ons drieen pak- ken. Ons schip lag gelijk helemaal op zijn zij, je zag ei- genlijk alleen nog maar het achterschip. Iedereen was verschrikkelijk geschrokken, we stonden allemaal met tranen. Wij hadden nog wat kleren, maar de andere man nen hadden helemaal niks. En al ons eten lag onder het ijs in het water. Met z'n alien zijn we lopend over de ijs schotsen naar het Engelse schip de Dundee gegaan. Daar mochten we aan boord komen, ook zonder eten. We gingen vaak naar ons schip. De zeilen sneden we in stukken. De mannen die bijna niks hadden, konden hier- van kleren maken. We probeerden ook proviand uit het schip te halen. We lieten een keer een stuk schip met bus- kruit springen. Dat knetterde en knalde heel hard tussen die ijsschotsen, maar er kwamen alleen een paar vaten water naar boven. De hele maand September zaten we bij de Engelsen aan boord. Ze zeiden het niet echt, maar zelfs ik begreep dat ze niet blij met ons waren. Al hun eten moest met ons ge- deeld worden. 74 Historische Vereniging Texel Nummer 11 7, december 2015 Grote ijsberg in Straat Davis Op 4 oktober riep de commandeur al onze mannen bij el kaar. Hij vertelde dat we van boord zouden gaan om te proberen het land van Groenland te bereiken. Overwinteren bij Eskimo's, we konden ons er niets bij voorstellen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2015 | | pagina 76