Concours Medemblik 1967. Ik loop ik het midden van de trommelaars en kijk naar de camera Toen we ontdekten dat ik het snel onder de knie had, werd ik ongeveer na een half jaar benoemd tot eerste re serve. Je mocht dan met de grote meiden oefenen en kreeg een grijze pukkel met nummer om je spullen in op te bergen en een eigen trom in een canvas hoes met het- zelfde nummer. Tachtig leden waren er toen! Als iemand van de vaste groep een keer niet bij een optreden kon zijn, dan was ik dus de eerste die in mocht vallen. Die eer viel mij te beurt bij de Palmpasenoptocht in Oudeschild, op een winderige zondagochtend, toen ik dus al bijna een jaar lid was. Apetrots was ik. Maar voor zo'n klein, licht meisje als ik toen was, bleek het toch wel heel zwaar. De baret was te groot, dus waaide die van m'n hoofd. Het vachtje dat m'n been moest beschermen, ver- schoof omdat ik zulke grote passen moest maken. Dus mijn (afgezakte) panty was kapot en m'n been bont en blauw door de heen en weer wiebelende trom. Maar on- danks alles had ik zo goed mogelijk meegetrommeld. Langzamerhand ging dat trommelen door de jaren heen steeds beter. Elk jaar werd er weer nieuw repertoire uit- gezocht, dus het bleef uitdagend om alles weer op tijd uit het hoofd te kunnen spelen. De repetities en opslag ver- huisden naar de Witte Burcht, diverse instructeurs pas- seerden de revue. Tot mijn 18e, toen ik in Amsterdam ging studeren, heb ik altijd met heel veel plezier meege- daan, en vrijwel nooit verzuimd. Hoogtepunten waren voor mij de taptoes op de Groeneplaats, met alle Texelse muziekkorpsen, waarbij het showelement en figuren lopen een belangrijk onder- deel vormden, de concoursen in Medemblik (met parade door de stad) en Alkmaar (het prachtige Trompetterkorps, met allemaal stoere jongemannen...), het defile bij Paleis Soestdijk, de show bij de viering van 550 jaar stad, teveel om op te noemen. En nu nog steeds zit ik op het puntje van m'n stoel als ik beroemde en min der beroemde korpsen zie en hoor optreden, bijvoor- beeld bij een bloemencorso. Dat mooie van de saamhorigheid bij zo'n vereniging, het met elkaar nieuwe muziek instuderen, de spanning voor een optreden, dat alles heeft een grote invloed op mijn jeugd en persoonlijke ontwikkeling gehad, en me nooit meer losgelaten. Nu ik bijna 60 jaar ben, trommel ik nog steeds actief in verenigingsverband. Teruggekeerd op Texel na mijn studie ben ik inmiddels alweer heel wat ja ren lid van de toenmalige drumband, nu Malletband van Excelsior, waarmee we allerlei melodisch en ritmisch slagwerk en percussie spelen. Ook hier geniet ik nog al tijd met voile teugen van het samen muziek maken. Het is een kleine, maar enthousiaste groep, die nog lang niet toe is aan opgeven. Nummer I 17, december 2015 Historische Vereniging Texel 59

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2015 | | pagina 61