Frouwtje Burger - Kinderarbeid en de eendenkooi Kees Jaap Harting Op zoek mar alles wat met de Texelse eendenkooien te maketi heeft, schoofik aan bij Willem Pieter van der Vis. Willem, visser, ja- ger en viswinkelier (het Vispaleis) vertelde mij veel. Onder andere het verhaal van de kinderarbeid van zijn moeder Frouwtje Burger. Frouwtje (1899-1989) heeft als meisje vanafhaar tiende jaar bij kooiker Kees Koning in Oosterend gewerkt. Dat was voor de Eerste Wereldoorlog. Kees Koning Frouwtje Burger Kees Koning (of Keuning zoals hij genoemd werd) was kooiker van de eendenkooi bij Dijkmanshuizen, De Zuiderkooi, nu Kooi van Spang. Kees was in 1908 ge- trouwd met Maria Catherina Kuiper (1868-1946). Het was zijn tweede echt. Beide huwelijken bleven kinder- loos. Maria of Marie werd in de wandelgangen "tante Malie" genoemd omdat ze de "r" niet kon zeggen. Bij de kooi had Kees ook wat vee, waaronder twee melkkoeien. Koning gaat alle dagen lopend naar de kooi en terug. Heen met voer en materiaal. Terug naar Oosterend met een juk met melk en de gevangen eenden. Twee soms drie keer daags. In die tijd waren er nog geen wegen zo als nu. De reis ging dan ook dwars door het land over al die bruggetjes (lees: balkjes en planken). Frouwtje werkte bij Kees en Marie in de huishouding. Daar werden ook de gevangen eenden geplukt en voor transport gereed gemaakt. Ze verdiende een kwartje in de week en daar moest ze hard voor werken. Haar tere meisjeshanden tot bloedens toe van het plukken. Ook moest ze liesterboogies (lijsterstrikken) maken met peerdeheer. Daarmee werden lijsters gevangen. Zoals bij de meeste kooikers werden er destijds niet alleen eenden gevangen, maar alles wat eetbaar was. Ook anderen vin- gen lijsters. In 1917 werd dit in de Vogelwet verboden. In de Eerste Wereldoorlog werd het vlees schaarser en de prijs van de eenden was goed. De eenden werden na ge plukt te zijn met een witte handdoek droog en schoon ge- veegd.. Aan de hand van reaches op advertenties in lan- delijke dagbladen werden de eenden met de post verstuurd. Per stuk. Dat was toen goede handel (een goeie flikkerij). Ook dit verzorgde Frouwtje. Ze maakte lange dagen en menig maal werd zij op zater- dagavond pas om een uur of negen door haar moeder opgehaald met de woorden "Marie, nou ken het wel es een keertje toe". Maar dan moest ze eerst nog een koppie warme melk, anders kon ze natuurlijk maandag niet op haar poten staan. Niet bepaald een onbezorgde jeugd dus. Historische Vereniging Texel Nummer 117, december 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2015 | | pagina 54