Uit het dagboek van Samuel Huizinga Irene Maas Samuel (1844-1899) was de tweede zoon van doopsgezind leraar Jakob Huizinga en Alida Meihuizen. Hi] werd geboren in de pas- torie aan de Waalderstraat en overleed in Leeuwarden. Daar was hi] Leraar aan de Hogere Burgerschool in de vakken Natuurlijke historie, Natuur-en scheikunde. Samuel had gestudeerd te Mulhouse en Groningen. Er waren in het gezin van Huizinga 6 kinde- ren: Dirk, Grietje, Samuel, Katrina, Sina en Menno. De moeder stierf met het zevende kind in het kraambed in oktober 1851. Daarna kwam er een huishoudster, die met de meid de huishouding draaiende hield. Zij was vaak ziek en eigenlijk niet geschikt voor haar taak in het drukke gezin. De kinderen hadden weinig toezicht, men zou het verwaarlozing kunnen noemen ofjuist vrij- heid. Dominee Huizinga hield zijn leven lang een dagboek bij. Hij liet ook zijn kinderen elke dag wat opschrijven. Het dagboekje van de kleine Samuel is bewaard gebleven bij zijn afstammelingen in Delft. Hij begon met letteroefeningen en leerde al doende schrijven en spellen. De eerste aantekening is van 6-1-1851: Grietje is gister jaarig geweest, zij had ook meisjes gehad. Donderdag ziek ge- weest. Sam schrijft over van alles, het dagelijks leven binnen en buitenshuis, de school van Monsieur Verberne, met wie hij speelt en wat ze dan doen. Het zijn dagelijkse aantekeningen, geen memoires achteraf. Zondag 21 September 1851. Nu ben ik spoedig jarig. Het duurt nog maar vier dagen dan ben ik zeven jaar, want woensdag is het de vierentwintigste. Gister is Dirk om brambejen geweest bij Acebuurt in het Grafelijkbosch er waaren maar weinig want de andere jongens haden ze er meestal uitgeplukt. De bodem was twee maal met bram- beyen bedekt en dus was het trommeltje nog niet vol en daar heb ik nu een zweer in mijn been, want daar zit een doom in. Wij gingen des namiddags om vier uur heen en kwamen om half 7 weerom. Zaturdag 12 Junij 1852. Nu zijn Antoon Vrendenberg, Herman Kikkert, Arend Kikkert en Jan Vrendenberg van daag hier geweest, om het tooneelspelletje dat zij vertoo- nen zouden te bouwen, en ik heb toen indertuschen met Arend Kikkert in den tuin gespeeld en toen het tooneel- speltje klaar was kwamen er zestien jongens op. Het was een spel van vier bedrijven en het heete 'Het deurtjes- chellen of de straatjongen van den Burg', en het naspel was 'De polkadansch'. Zaturdag 31 Julij 1852. Vanmiddag ben ik om half drie naar Driehuizen om karawassen [rietsigaren] te plukken. Toen wij bij Driehuizen waren hebben wij nog wat ge- dronken. Ik en Adriaan Keizer deden zamen karawassen en Pieter Koning en Teunes Koning deden zamen. De ka rawassen groeiden een eind ver van Driehuizen ik en Adriaan Keizer hebben er tachtig geplukt maar Pieter Koning en Teunes Koning wel honderdenvijftig. Al de slooten die er waren, waren droog, een was er bij die een beetje moddrig was. Zondag 1 Augustus 1852. Ik ben ook naar Arend Kikkert toe geweest deze was te huis. Wij hebben met de soldaat- jes gespeeld en wij hebben bij ons in de schommel ge speeld. Samuel Huizinga Dingsdag 7 September 1852. Er is vandaag een windhoos bij den Burg geweest, vader en tante wisten er niets van want hij was alleen bij Monsieur zijn huis. Het was net 50 Historische Vereniging Texel Nummer 117, december 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2015 | | pagina 52