n
Kabouters op Texel
Dedy Vogel
Op zaterdagmiddag, begin jaren 60 van de vorige eeuw, ging ik altijd met veel plezier naar de Kabouters. Omdat ik geen broer of
zus had, vond ik het heel leuk om hier heen te gaan; veel gezelligheid. Meisjes van zeven tot en met elfjaar mochten lid worden van
de padvinderij. Alle Kabouters, zo heetten de meisjes, kwamen bijeen in het clubhuis aan de Beatrixlaan. Dit was de kabouterkring.
Het clubhuis heette de Zwalkersburght.
Oehoe Oosterhaven en Oehoe Mantje waren de leidsters
van onze groep. 'Oehoe' was de aanspreektitel van de
leidsters.
Op een gegeven moment werd je ge'installeerd en legde
je de padvinderseed af op of bij de paddenstoel. Je
hoorde dan bij een groepje van zes meisjes. Dit groepje
kreeg een naam, dwergen, feeen of elfjes. Ik hoorde bij de
elfjes. Je kreeg dan op je uniform een insigne, dat leek in
mijn geval op een elfje. Het insigne werd door mijn moe-
der keurig op het klepje van mijn borstzakje genaaid.
Ook kreeg ik een prachtige oorkonde, getekend door Hil
Bottema en met de hand ingekleurd door een van de
Oehoe's.
Op de achterkant stond een persoonlijke wens. Bij mij
was dat: "Jouw lach is een kabouterlach, blijf zo."
Apetrots fietste ik op 2 juli 1960 naar huis met deze
mooie oorkonde.
Bij mijn installatie voor Kabouter moest ik het volgende
uit m'n hoofd opzeggen;
'Ik zal mijn best doen
een echte kabouter te zijn.
Iedereen te helpen waar ik kan,
Vooral thuis.'
We hadden een bruin uniform met gele stropdas met
dasspeld en een muts met ook een gele streep en niet te
vergeten een leren riem! Een klein handboek droegen we
in een van onze zakken. Daar stond bijvoorbeeld de af-
korting L.O.H. in, wat betekende 'laat ons helpen'.
Verder was het de bedoeling dat we als Kabouter zorg-
vuldig met de natuur, planten en dieren, omgingen.
Een kabouter is eerlijk,
gehoorzaam,
vriendelijk,
goed voor planten en dieren.
Hier leg ik (rechts) de eed afsamen met joke van Loon en Jetty Drijver
Historische Vereniging Texel
Nummer 117, december 2015